“Dit is een kinderdroom die uitkomt”: maak kennis met Ronde-debutanten Jelle Vermoote, Victor Vercouillie en Cériel Desal

Victor, Cériel en Jelle zijn klaar voor hun eerste Ronde van Vlaanderen. © Getty/Belga
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

De Ronde van Vlaanderen is een hoogdag voor élke renner, maar voor een West-Vlaams drietal wordt de 108ste editie nog net dat tikkeltje specialer. Victor Vercouillie (Team Flanders Baloise), Jelle Vermoote en Cériel Desal (Bingoal WB) maken zondag immers hun debuut in Vlaanderens Mooiste. De ideale gelegenheid dus om met hen vooruit te blikken naar hun eerste Ronde.

Is de Ronde van Vlaanderen voor jullie de speciaalste koers van het jaar?

Victor Vercouillie: “De Ronde stond aanvankelijk eigenlijk niet op mijn programma, maar door de vele geblesseerden bij de ploeg, is die koers er uiteindelijk bijgekomen. Net als Parijs-Roubaix trouwens. Voor mij is dat een beetje een geluk bij een ongeluk, want door de pech van anderen krijg ik nu in mijn eerste jaar als prof al de kans om deze mooie koers te rijden. Ik denk dat Roubaix nog net iets mythischer is, ook omdat die koers me normaal gezien iets beter zou moeten liggen, maar toch is het enorm speciaal om de Ronde te mogen rijden. Had je me dat vorig jaar gezegd, had ik het zeker niet geloofd, dus het is wel fantastisch dat ik zondag aan de start zal staan van Vlaanderens Mooiste.”

Jelle Vermoote: “Toch wel. Het is de grootste koers in België. Het wordt sowieso een ervaring die ik nooit zal vergeten. Al die hellingen, al dat publiek, de afstand… Het is echt speciaal. Ik kijk er enorm naar uit.”

Cériel Desal: “Natuurlijk is de Ronde wel een hele belevenis. Als Vlaming de eerste keer de Ronde rijden is een kinderdroom die uitkomt. Toch vind ik Parijs-Roubaix toch nog net iets specialer. Ook omdat dat parcours me beter ligt en ik daar sneller een goede uitslag zou kunnen rijden. Toch is de mythe die rond de Ronde van Vlaanderen hangt ook heel groot natuurlijk. Zeker als je ziet hoeveel volk die koers elke keer op de been brengt. De mensen staan echt rijen dik op hellingen die je anders gewoon op training doet. Ik vind het wel jammer dat de start dit jaar in Antwerpen is en niet in Brugge. Dat had het voor mij als West-Vlaming nog specialer gemaakt.”

“Jammer dat de start niet in Brugge is. Dat had het nog specialer gemaakt” Cériel Desal

Wat is tot dusver je mooiste herinnering aan de Ronde, zij het dan wel nog niet als renner?

Victor: “Normaal volgde ik de Ronde altijd op televisie om de simpele reden dat je de koers zo het best ziet, maar ik weet nog dat ik in 2010 met mijn grootouders ben gaan kijken naar de passage over de Oude Kwaremont. Dat was de editie waarin Fabian Cancellara uiteindelijk Tom Boonen klopte. Dat moment is me altijd bijgebleven, want zeker op een jong kind maakt zo’n passage echt wel indruk.”

Jelle: “Ik ben nooit echt gaan kijken naar de Ronde, omdat het niet echt in de buurt was van waar ik woon. Ik herinner me dan ook vooral dat ik de dag van de Ronde eigenlijk nooit trainde, maar een hele dag voor de televisie zat. En als fan van Philippe Gilbert zal ik ook zijn zege in 2017 niet snel vergeten. Die dag dacht ik: als ik ooit aan die koers mag meedoen, zal het een heel speciale dag zijn.”

Cériel: “Dan denk ik toch meteen aan de editie van 2012, met Tom Boonen die won voor Pozzato en Ballan en met dat bekende beeld van dat jongetje dat in een maïsveld op zijn knieën viel. Zelf was ik immers ook een enorme fan van Boonen. Dat was trouwens ook de eerste editie met het vernieuwde parcours, als ik me niet vergis. Ook de editie van een jaar eerder herinner ik me nog goed, want dat was de eerste editie waarin mijn neef Guillaume Van Keirsbulck meereed.”

Hebben jullie meer stress dan anders?

Victor: “Nee, dat niet. Ik probeer er in de mate van het mogelijke zo licht mogelijk mee om te gaan. Ik ben sowieso niet iemand die veel stress heeft. Ik hoop wel dat ik me kan tonen, maar als dat niet lukt, is dat ook geen drama. Het blijft immers mijn eerste jaar bij de profs, dus ik moet nog veel ontdekken. Het is vooral een kwestie van ervaring opdoen. Het scheelt wel dat ik al paar voorjaarsklassiekers heb kunnen rijden. Zo heb ik toch al een beetje kunnen proeven van hoe het er aan toe gaat.”

Jelle: “Nu nog niet echt, maar ik denk dat ik zaterdag en zondagochtend toch serieus veel stress zal hebben.” (lacht)

“Het wordt een ervaring die ik nooit zal vergeten”Jelle Vermoote

Cériel: “Stress niet. Het is meer een gevoel van opwinding. Ik vind het wat vergelijkbaar met het gevoel dat ik vroeger had daags voor een schoolreis. (lacht) Gezonde spanning, een kriebel in de buik.”

Met welke ambities staan jullie aan de start?

Victor: “Als ik de kans krijg om in de vroege vlucht te zitten, zal ik het niet nalaten. En als dat niet lukt, wil ik zo lang mogelijk proberen overleven en de koers uitrijden. Dat is het grootste doel: proberen uitrijden. Op dat niveau, in mijn eerste jaar, denk ik dat dat al een prestatie zou zijn.”

Jelle: “Ik wil in de vroege vlucht geraken. Ik denk dat het echt speciaal moet zijn om in de Ronde in de vroege vlucht te zitten. Een rol spelen in dit soort koersen zal niet lukken, dus dan is de vroege vlucht een beetje de enige manier om je te tonen. Al zou ik ook wel willen uitrijden, want als je de Ronde kan uitrijden, word je toch weer een paar procentjes sterker. Ik zou trots zijn op mezelf mocht dat lukken.”

Cériel: “Ik zou me toch graag eens tonen. In de vroege vlucht geraken zou mooi zijn, maar als ik de editie van vorig jaar bekijk, weet ik dat het niet simpel zal zijn. Toen duurde het bijna honderd kilometer vooraleer de vroege vlucht weg was. Maar ik ga het zeker proberen. Ook uitrijden is wel een doel op zich, want niemand geeft graag op en al zeker niet in de Ronde.”

“Uitrijden zou als neoprof al een hele prestatie zijn” Victor Vercouillie

Wat voor koers verwachten jullie?

Victor: “Ik denk dat het heel vroeg zal ontploffen. Of de toppers zouden plots allemaal aan zichzelf moeten beginnen twijfelen, al zie ik dat niet meteen gebeuren. Daarom dat ik ook in de vroege vlucht zou willen zitten, want dan kan je de eerste schifting nog overleven. Als de toppers dan bij jou komen, is het al met een uitgedund peloton en dan heb je de gevaarlijkste schifting al overleefd. Vorig jaar lagen ze in aanloop naar de eerste helling bijvoorbeeld met een man of vijftig tegen de grond, maar als je anticipeert en mee bent met de vroege vlucht, zit je eigenlijk veel veiliger.”

Jelle: “Ik weet het niet goed. Vorig jaar was het een harde koers en duurde het heel lang vooraleer de vlucht weggeraakte. Ook in de E3 duurde het een tijdje. Als dat zondag opnieuw gebeurt, zal het weer een heel lastige koers worden. Al zal veel afhangen van de wind. Als het wind mee is, zal het een heel snelle koers worden. Als het wind tegen is, zal de vlucht sneller weggeraken.”

Cériel: “Ik heb de E3 Saxo Classic gereden, wat ze toch wat de mini-Ronde noemen, en ik verwacht wel een gelijkaardig scenario: de grote blokken die koers zullen maken en de favorieten die het uiteindelijk onderling zullen uitvechten.”