Broers Alec en Loïc Segaert: samen dromen van goud op WK tijdrijden en samen op weg naar profcarrière: “De vergelijking met Stefan Küng is correct”

Broers Loïc en Alec Segaert: “Net als Stefan Küng wil ik later ook scoren in het klassieke voorjaar.” (foto Kurt) © Kurt Desplenter Foto Kurt
Imar Vandenabeele
Imar Vandenabeele Medewerker KW

Toptalent Alec Segaert vertrok dinsdag al naar Australië om zich optimaal voor te bereiden op zijn doel. En dat is gróót: de 19-jarige eerstejaarsbelofte uit Lendelede hoopt in Wollongong wereldkampioen tijdrijden te worden. Wij brachten hem en zijn broer/trainer Loïc een dag voor hun vertrek samen voor een geanimeerd dubbelinterview. Alec: “Prof? Je mag na het WK nieuws verwachten.”

Dat Alec Segaert hard met de fiets kan rijden, is een understatement. Onlangs kroonde hij zich in Portugal tot Europees kampioen tijdrijden bij de beloften en ook een jaar eerder bij de junioren was hij een klasse te sterk voor de tegenstand. Segaert, die uitkomt voor de opleidingsploeg van Lotto-Soudal, werd vorig jaar in Brugge derde op het WK tijdrijden. Maar dit jaar hoopt hij als eerstejaarsbelofte de regenboogtrui mee naar huis te nemen. Onze jonge provinciegenoot wil die droom samen met zijn broer Loïc waarmaken. Loïc is namelijk naast steun en toeverlaat ook de trainer van Alec.

Sport is de rode draad doorheen jullie leven. Maar hoe zijn jullie precies in het wielerwereldje terechtgekomen?

Loïc: “Onze papa (Frank Segaert, red.) deed vaak mee aan triatlons en zo ben ik in het zesde leerjaar ook gefascineerd geraakt door de combinatie van zwemmen, fietsen en lopen. Maar eigenlijk wou ik gewoon koersen. Mijn vrienden deden al mee aan wedstrijden, maar ik mocht niet van mijn ouders. Ik moest wachten tot ik nieuweling werd. Toen het eindelijk zover was, heb ik het nog twee jaar gecombineerd. Maar fietsen deed ik erg graag en uiteindelijk is het wielrennen mijn grote passie geworden.”

Alec: “Ik ging vaak gaan kijken naar de wedstrijden van Loïc en ik wou niet enkel als toeschouwer aanwezig zijn, maar ook zelf met de fiets rijden. Ook mijn eerste grote passie was triatlon. Toen Loïc noodgedwongen moest stoppen, ben ik beginnen te koersen. Als eerstejaarsjunior deed ik nog mee aan triatlons, maar daarna lag mijn volle focus op het wielrennen.”

Zoals Alec al aanhaalde, moest Loïc noodgedwongen zijn fiets aan de haak hangen. Heb je toen meteen beslist dat je trainer wou worden?

Loïc: “Ik studeerde toen nog. Maar toen Alec begon met koersen, had hij ook nog maar de basis nodig. Ik kon zo op een leuke manier in de koers blijven. Het was iets wat ik altijd al wou doen en in mijn derde jaar heb ik lessen coaching gevolgd. Geleidelijk aan ging zijn niveau naar boven, maar groeide ook ik als coach. Momenteel heb ik zo’n vijftiental renners onder mijn hoede. Via Alec kwam ik in contact met enkele leeftijdsgenoten en zo ben ik trainer geworden bij Sport Vlaanderen-Baloise. Onder meer Ward Vanhoof, Gilles De Wilde, Aaron Van Poucke en Alex Colman probeer ik naar een hoger niveau te stuwen.”

Alec: “Omdat Loïc stopte met koersen, hadden we een powermeter over. Ik kon die als eerstejaarsnieuweling gebruiken en niet veel andere renners hadden die luxe. Het was meteen redelijk professioneel. Zoals Loïc al zei, werden we samen steeds beter en beter. Ik vind het een voordeel dat hij mijn coach is. Het loopt van een leien dakje. Ik vertrouw hem voor de volle honderd procent. Hij zal altijd inspraak blijven hebben, want hij kent mij door en door.”

Serge Pauwels vergeleek Alec in ‘Vive le Vélo’ met Stefan Küng. Is dat een correcte vergelijking?

Alec: “Ik denk wel dat Serge gelijk heeft. Als ik later ook zo’n carrière kan uitbouwen, zou dat mooi zijn. (lacht) Hij is ook sterk in het werk tegen de klok en staat in het klassieke werk eveneens zijn mannetje. Ik wil later net als hem scoren in het klassieke voorjaar. Ik werd onder meer al tweede in Parijs-Roubaix voor junioren.”

Het hoofddoel is de tijdrit, maar ook met de wegrit zit ik in mijn hoofd

Loïc: “Als je er een naam van een goede prof moet opplakken, kom je bij Stefan Küng uit. Hij leunt qua profiel het meest bij mijn broer aan. Alec heeft in de Ronde van de Toekomst getoond dat hij via een vroege vlucht ook een mooie uitslag uit de brand kan slepen in een bergrit.”

Is een profcontract al aan de orde? Alec is stilaan een fenomeen aan het worden…

Alec: “Er zijn dit jaar al gesprekken geweest. Het is ook mijn doel om prof te worden, maar er is geen haast bij. Volgend jaar kan ik misschien al een paar profkoersen rijden bij een continentale ploeg. Zo kan ik meespelen in de beloftekoersen voor de overwinning en daarnaast proeven van wedstrijden als Le Samyn en Nokere Koerse. Ik kan wel zeggen dat de gesprekken de goede richting uitgaan. Je mag na het WK nieuws verwachten.” (lacht)

Loïc: “Alec is deze winter al meegeweest op stage met de profs van Lotto-Soudal. Je leert daar enorm veel bij. Hoe meer je met profs op pad gaat, hoe meer tips dat je krijgt. Je moet natuurlijk wel zorgen dat je jouw training nog steeds correct kunt afwerken.”

Waarom vertrekken jullie zo vroeg naar Australië? Het WK vindt plaats van zondag 18 tot en met zondag 25 september.

Loïc: “We willen Alec zijn bioritme optimaliseren. Hoe vroeger je ter plaatse bent, hoe meer tijd je hebt om te herstellen van de schok die je krijgt. Als je daar maar een paar dagen voor de start aanwezig bent, zit je lichaam nog op het ritme van thuis. Je bent dan moe op de momenten dat je fris moet zijn en vice versa. Ideaal is anders.”

Alec: “Dat is inderdaad een bewuste keuze. Er is niemand anders van de Belgen die zo vroeg vertrekt, maar volgens Loïc is dat het beste. Hij zorgt ervoor dat ik optimaal aan de start kan verschijnen. Ik kan me zo ook wat aanpassen aan het uurverschil. Het zou zonde zijn, mocht dat het verschil maken tussen winst en verlies. Zo’n verre reis mag je echt niet onderschatten. Ik ben al eens naar Hawaï geweest om te supporteren voor papa, maar dan moest ik natuurlijk zelf niet presteren.”

Ligt de volle focus op die tijdrit of hebben jullie van de wegrit ook een doel gemaakt?

Alec: “Het hoofddoel is de tijdrit, maar ook met de wegrit zit ik in mijn hoofd. In het werk tegen de klok wint meestal de sterkste renner. Mijn grootste kans ligt in de tijdrit. Je kan de uitslagen wel wat opvolgen, maar er is dit jaar geen enkele grote internationale tijdrit geweest. Zowel in de Ronde van de Toekomst als in de Baby Giro was er geen tijdrit in het rittenschema opgenomen. Enkel het EK is een referentiepunt. Maar dat lieten sommige renners die al prof zijn, schieten. Volgens mij zijn de Noor Søren Wærenskjold, de Brit Leo Hayter, de Duitser Michel Hessmann en de Italiaan Lorenzo Milesi mijn grootste concurrenten. Mijn droom is om wereldkampioen te worden, maar ik ben nog altijd maar eerstejaarsbelofte. Met een podium zal ik ook tevreden zijn. Maar we zullen er alles aan doen om mijn droom in vervulling te laten gaan.”

Loïc: “De basis is inderdaad uitslagen bekijken, maar soms hoor je ook verhalen van andere mensen. Milesi was op het EK niet top, maar in de Ronde van de Toekomst bewees hij dat hij in topvorm is. Uitslagen zeggen dus niet altijd alles.”

Jullie trekken door verschillende omstandigheden zonder kleppers als Thibau Nys, Arnaud De Lie en Cian Uijtdebroeks naar Australië. Mag ik zeggen dat we geen uitgesproken kopman in de wegrit hebben?

Alec: “Als je de selectie bekijkt, is er wel nog steeds heel wat kwaliteit aanwezig. Maar we hebben inderdaad geen uitgesproken kopman. Het zal afhangen van de wedstrijdsituatie. Ik denk dat iedereen een vrije rol zal krijgen en dat we de koers zullen moeten ondergaan. Voor de Belgen mag het een harde koers worden.”

Loïc: “De Belgen verschijnen aan de start met zes potentiële wereldkampioenen. De meesten hebben ook al gewonnen dit jaar. Jenno Berckmoes niet, maar hij rijdt wel top twintig in de Brabantse Pijl. Als je dat kunt, mag je ambitie koesteren.”

Wat vinden jullie ervan dat er op een WK voor beloften ook jongens aan de start staan die al prof zijn?

Loïc: “Ik vind dat logisch. Ik weet dat veel mensen een andere mening hebben, maar ik zie het probleem niet. Je behoort tot die leeftijdscategorie, dan is het toch normaal dat je het opneemt tegen je leeftijdsgenoten? Het is niet omdat je al vroeg rijp bent, dat je geen kans mag maken op een wereldtitel bij de beloften. Als Alec al prof was geweest, mocht hij niet deelnemen. Maar in zijn eerste drie jaar als beroepsrenner zou hij dan nooit tot de selectie behoren. Dat is een unieke ervaring dat je mist. Ik vind het eveneens belangrijk voor je ontwikkeling als renner.”

Alec: “Ik deel Loïc zijn mening. Het is een wereldkampioenschap voor de beste renners jonger dan 23 jaar. Als je bij de betere hoort, moet je dat ook kunnen bewijzen op een kampioenschap.”

Zondag won Alec de Memorial Igor Decraene. De tegenstand was natuurlijk niet van hetzelfde niveau als dat op het WK het geval zal zijn, maar die prestatie moet toch wel vertrouwen geven?

Alec: “Dat klopt. Het was ook mijn eerste tijdrit op mijn nieuwe fiets. Het was een geslaagde generale repetitie. Ik heb alles gedaan zoals ik het op het WK wil gaan doen. De voorbereiding, de opwarming, … Alle twijfels zijn weggewerkt. Het gevoel was echt goed.”

Alec, studeer je nog? Want ik kan me voorstellen dat de combinatie met het wielrennen niet altijd even gemakkelijk is…

Alec: “Ja. Ik studeer voor burgerlijk ingenieur aan de KU Leuven. Ik heb net mijn eerste jaar afgewerkt. Ik kan het nog steeds goed combineren en was voor al mijn examens geslaagd. De focus lag soms wat meer op mijn studies, maar ik heb de koers nooit helemaal aan de kant geschoven.”

Wat mogen we jullie wensen voor de toekomst?

Loïc: “Gelukkig zijn, dat is het belangrijkste.”

Alec: “Ik hoop als prof mooie uitslagen te rijden, maar het belangrijkste is inderdaad gelukkig en gezond zijn. Eind deze maand de wereldtitel veroveren, is natuurlijk ook iets waar ik geen nee tegen zeg.” (lacht)