Nico Mattan: “Met epo haal ik die Tour de top vijf”

De Tour van 2000, 10 juli. In de rit naar Hautacam loodste Nico Mattan vluchtgezel Javier Otxoa naar ritwinst. (foto Belga) © BELGAIMAGE
Tom Vandenbussche

Drie maanden technisch werkloos. Drie maanden geen sociaal contact. Drie maanden geen koers. Nico Mattan (48) had het tijdens de coronacrisis niet bepaald onder de markt, maar ook hij is helemaal terug van weggeweest. Wij kropen op 1 juli, tijdens de eerste Belgische koers in Dikkebus, een avond in zijn spoor. De aanleiding: vandaag, 10 juli, is het exact 20 jaar geleden dat Mattan in de Touretappe naar Hautacam vluchtgezel Javier Otxoa naar ritwinst loodste. “Iedereen spreekt over mijn zege in Gent-Wevelgem, maar ik schat die 22ste plaats in de Tour van 2000 veel hoger in.”

Woensdag 1 juli, 17.45 uur, Dikkebus. Een kwartier voor de start van de junioreskoers hebben we met Mattan afgesproken. Hij is op dat moment – hoe kan het ook anders? – met een supporter aan het praten. “Deze journalist komt mij interviewen over de Tour van 2000 en de rit naar Hautacam. Ik was toen echt goed. Jacky Durand en ik reden op het vlakke op 54×12, Otxoa op 54×17. Die jongen kon niet overnemen, maar bergop reed hij wel weg van ons. Hij heeft gewonnen dankzij ons, want wij hebben die 15 minuten voorsprong bijeen gefietst.”

Van Ryckeghem wint

Mattan krijgt de startlijst in zijn handen geduwd. Hij wijst naar nummer 55. “Dit is mijn favoriet: Lars Van Ryckeghem. Thomas Szkandera, een renner van mij (FlandersColor Galloo Team, red.), zie ik tweede worden. En zet de kleine Van Petegem (Axandre, red.) maar op drie. Ik had Peter zopas aan de lijn. (neemt gsm) Wacht, ik bel hem even. Dan kan je ons straks op de foto zetten.”

Mattan oogt gelukkig. Als vertegenwoordiger van het bier Kwaremont was hij nochtans van 15 maart tot 2 juni technisch werkloos. “Ik hielp mijn vrouw Elsy thuis wat in het huishouden. Maar ik ben een volksmens. Ik heb het sociaal contact gemist. Thuis kan je niet veel doen. En dus ben ik beginnen te fietsen, samen met Céline Vandenbroucke, het nichtje van Frank. Twee, drie keer per week een uur of twee. En ik heb wat gewandeld. Ik woon aan de Leie. Daar is het mooi. Ik ben tijdens de lockdown wel twee kilo bijgekomen. Wat wil je? Je zit thuis. Je gaat eens een crème eten. Of een taartje. Ik dronk wel minder alcohol. Ik woog 113 kilo. Ik ben er eerst negen afgevallen en nu zit ik aan 107 kilo. Ah, ik voel me goed, dat is het belangrijkste.”

Overal aangeklampt

We begeven ons naar Café ‘t Kobbetje. Overal wordt Mattan aangeklampt. Wordt hij dat nooit beu? “Dit is mijn regio”, schudt hij het hoofd. “Dit was mijn trainingsparcours. Het Heuvelland. Met mijn juniores heb ik hier de voorbije twee weekends telkens rondgefietst. Veel van die gastjes wonen in Oost-Vlaanderen, Vlaams-Brabant of Limburg en kennen de streek niet. Telkens zeggen ze na afloop hetzelfde. Dat het hier leuk en veel rustiger is. En dat ze het geweldig vinden om door Frankrijk te rijden. Mont Noir. Mont Rouge…”

Nico Mattan:
© BELGAIMAGE

Ons gesprek wordt onderbroken door een eerste passage van de renners. We zien een compact peloton van ruim 100 renners. Supporters roepen naar hun renner dat ze moeten opschuiven. Mattan haalt de schouders op. “Als je bij de minderen bent, start je vooraan. Als je bij de beteren bent, hoeft dat niet, want in één ronde kan je iedereen voorbijsteken. Koers is heel simpel.”

Druppels van Mabuse

Terug naar de Tour van 2000. “Mijn sterkste Tour ooit”, benadrukt Mattan. “Eigenlijk was dat heel straf. Weinigen die het weten, maar in april van dat jaar ben ik in de Ronde van Vlaanderen ten val gekomen op de kasseien van Wannegem-Lede. Een barstje in mijn heup. Lieven Maesschalck liet me vier weken lang met krukken rondlopen. Elke dag ging ik naar Antwerpen om te revalideren. Begin mei vertrokken we met Cofidis op stage naar Grenoble. Maar toen ik daar aankwam, bleek ik de windpokken te hebben, overgenomen van mijn dochters Steffi en Romy. Ik stond vol met plekken. (wijst naar zijn edele delen) Maar echt overal, hé. (grijnst) Dat was ongelofelijk.”

Mattan is nu helemaal op dreef. “Van Jean-Jacques Menuet, de ploegdokter van Cofidis, moest ik een zware antibioticakuur volgen. Maar dokter Mabuse (Bernard Sainz, red.) zei: jij doet dat niet. Hij zei dat ik Solvarome moest nemen. Menuet verklaarde me zot en wilde dat ik niet naar Mabuse luisterde. Maar ik heb toen geen antibiotica genomen, wel die druppels Solvarome. Na twee weken was ik weer in orde. Intussen had ik van begin april tot 10 mei geen meter gefietst. Ik ben herbegonnen in de Ronde de l’Oise en reed ook de Ronde van Zwitserland. En toen werd ik 22ste in de Tour. Je kan zoiets aan niemand vertellen, maar het is echt waar.”

Neefje van Meersman

Intussen heeft Mattan een Rodenbach in zijn handen geduwd gekregen en geregeld vragen mensen of ze met hem op de foto mogen. Een nieuwe passage van de renners volgt. Zeven enthousiastelingen hebben het hazenpad gekozen en alleen Alec Segaert en Lars Van Ryckeghem kunnen nog de sprong maken. Mattan ziet dat slechts twee van zijn acht gestarte renners zich nog in het peloton bevinden. “Rik Deleye doet bij ons de aanwerving en ik probeer hen beter te maken. Ik leer hen bepaalde kneepjes aan, hoe ze bijvoorbeeld een drinkbus moeten aannemen. Ik vind het leuk om die jonge gasten iets bij te leren.”

Nico Mattan:
© BELGAIMAGE

Eén van de twee overgebleven renners is Jari Meersman, het neefje van ex-prof Gianni. “Jari boekte de voorbije maanden veel progressie. Gianni traint hem een beetje. Vorig weekend reed Jari de snelste tijd op de Zwarteberg. (toont enthousiast een filmpje op zijn gsm) Kijk, het is precies Gianni op zijn velo. Pas op, ik zeg niet dat Jari prof zal worden, hé. Zeker niet. Maar ik vind het leuk om zo’n gastje te zien evolueren.”

Virenque uit het wiel

Mattan zal het vanavond nog een paar keer herhalen: de Tour van 2000 is zijn strafste prestatie ooit. “Tien dagen heb ik in het bergklassement tweede gestaan, na Botero! Niemand die dat weet, maar voor mij is dat één van de mooiste herinneringen uit mijn carrière. Veel mooier dan Gent-Wevelgem. Ik was geen klimmer, maar woog 68 kg en reed Virenque en Botero los uit het wiel op een bergje van tweede categorie in Draguignan. Ik werd dat jaar wel vijfde in het bergklassement. Voor Armstrong, hé. Niemand die dat weet, maar het is wel zo.”

Enkele jaren geleden vertelde Mattan ons dat hij in die bewuste Tour in de top vijf had kunnen eindigen, tenminste als hij epo had genomen. “En daar blijf ik bij. Ik zweer op het hoofd van mijn twee kinderen dat ik in 2000 – ik ga niet over andere jaren spreken – geen epo nam. Dat vind ik nog altijd jammer, gewoon om te weten wat er mogelijk was geweest. Ik ga daar niet meer over liegen. 90 procent van het peloton reed toen met epo. Waarom ik toen niet? Dokter Mabuse zei dat het gevaarlijk was. Dat vind ik echt jammer, dat durf ik heel eerlijk te zeggen. En net omdat ik weet met welke middelen ik die Tour heb gereden, blijft dat het strafste wat ik ooit gedaan heb.”

Pinten met Van Petegem

We vragen Mattan wat voor renner hij anno 2020 zou zijn. “Ik ben blij dat ik niet in deze periode moet koersen. In 2005 dronk ik de avond na de Ronde 15 pinten, maar drie dagen later won ik Gent-Wevelgem. Ben ik daarmee een voorbeeld voor de jeugd? Neen, maar dat was de renner Nico Mattan. Ik was euforisch. In topvorm. Dan kon er mij niets gebeuren. Maar de maanden ervoor had ik wel keihard gewerkt om die topvorm te bereiken.”

Peter Van Petegem en Nico Mattan heffen het glas. (foto Davy Coghe)
Peter Van Petegem en Nico Mattan heffen het glas. (foto Davy Coghe)© Foto Coghe

Mattan blijft doorgaan. “Als je als renner nu zoiets doet, sta je op Facebook, op Instagram en kom je op televisie. Maar ik deed dat. Van Petegem deed dat. Baguet deed dat. En Vanhuffel deed dat. Museeuw ging dat niet doen. Die was na drie pinten zat. (grijnst) Wij hadden een andere motor. Wacht, ik bel Peter even.”

Enkele minuten later is ook De Peet in ‘t Kobbetje aangekomen. Hij grijnst als hij de voorgevel van het café ziet. Daarop pronkt het logo van Primus. Voor de leken: Van Petegem is organisator van de Primus Classic, terwijl Mattan concurrent Kwaremont vertegenwoordigt. De onderlinge plaagstoten tussen de twee gewezen ploegmaats zijn nooit ver weg. We vertellen Van Petegem dat Mattan zijn zoon als de nummer drie heeft gepronostikeerd. Hij grijnst. “Derde? In dit oefenkoersje? Dat is toch niet belangrijk. (kijkt Mattan aan) Jij was in Bessèges toch ook nooit goed?” Van Petegem trakteert Mattan op een Primus en geeft onze fotograaf het sein om dat moment op de gevoelige plaat vast te leggen. Mattan protesteert, maar ondergaat de kwelling. De avond is nog jong, maar het bier vloeit rijkelijk.

Voor de volledigheid: de koers in Dikkebus werd gewonnen door Jelle Declerck. Lars Van Ryckeghem werd vijfde, Axandre Van Petegem 36ste en Thomas Szkandera 50ste. Op vier ronden.