Mathias De Witte vanuit Gents ziekenhuis: “Dit is erg, maar er zijn veel ergere dingen”
Mathias De Witte (26) heeft niet zijn leukste maand achter de rug. De derdejaarsprof van Roompot-Charles kwam op zaterdag 27 juli zwaar ten val tijdens de derde rit van de Adriatico Ionica Race in Noord-Italië en ligt vier weken later nog altijd in het Gentse AZ Maria Middelares. Dramatiseren doet de Sijselenaar echter niet. “Dit is erg, maar er zijn veel ergere dingen”, vindt De Witte, die negen dagen na zijn eigen valpartij met de betreurde Bjorg Lambrecht één van zijn trainingsmaten verloor.
Zaterdag 27 juli, een wisselvallige dag in Friuli-Venezia-Giulia, een regio in het noordoosten van Italië. De derde rit van de Adriatico Ionica Race voert de renners over ruim 200 kilometer van Padola naar Cormons, op een boogscheut van de Sloveense grens. In de finale wacht de renners twee flinke kuitenbijters: de helling van San Floriano del Collio en de slotklim naar de kruin van de Monte Quarin, een 181 meter hoge puist van derde categorie. Op de voorlaatste klim, goed voor twee kilometer met een gemiddeld stijgingspercentage van tien procent, ontbindt Remco Evenepoel zijn duivels. Het 19-jarige wonderkind gaat op zowat 25 kilometer van de aankomst op en over Fausto Masnada, de enige overgebleven vluchter van de dag, en begint aan een indrukwekkende solo. In de achtergrond telt het eerste peloton nog zowat 25 man. Eén van hen is Mathias De Witte. In de afdaling van San Floriano del Collio loopt het echter mis voor de Sijselenaar van Roompot-Charles. Hij schat een bocht verkeerd in en komt lelijk ten val. De Witte breekt zijn enkel en neus en wordt diezelfde dag nog geopereerd in het ziekenhuis van Gorizia. Het is het begin van een periode vol ellende.
Geen witte lijn
23 dagen na de val zoeken we De Witte op in kamer 5109 van het AZ Maria Middelares in Gent. Hier verblijft hij al sinds woensdag 31 juli. “Er zijn veel ergere dingen in het leven”, zal De Witte meteen benadrukken, daarbij verwijzend naar het overlijden van Bjorg Lambrecht, één van zijn trainingskameraden die op 5 augustus het leven liet in de Ronde van Polen. “Dat van mij was erg, maar de val van Bjorg, die had pas nooit mogen gebeuren.”
Privé p>
26 jaar. Groeide op in Sijsele met zijn twee broers en zijn ouders Frank De Witte en Anje Cattoor. Woont nu in Maldegem met zijn vriendin Axelle Vereecke. p>
Carrière p>
Profwielrenner sinds 2017. Kwam/komt uit voor Cibel-Cebon (2017), Veranda’s Willems-Crelan (2018) en Roompot-Charles (2019). 0 zeges als prof. Ereplaatsen: 2de Puivelde (2018), 3de Puivelde (2017), 6de Tro-Bro-Léon (2017), 10de Nokere (2017), 18de Cyclassics Hamburg (2018). p>
Palmares 2019 p>
13de & 15de in ritten Ronde van Catalonië, 14de eindstand Circuit de la Sarthe, 15de Heistse Pijl, 20ste Elfstedenronde, 21ste Circuit de Wallonie, 23ste GP Marcel Kint, 24ste eindstand Ronde van Luxemburg, 25ste Volta Limburg Classic. p>
Een korte stilte volgt. “Ik heb een bocht verkeerd ingeschat en ben slecht terechtgekomen. Maar als ik over de vangrail was gevlogen, zou het nog tien keer erger geweest zijn. Ik zat in die eerste groep van 25 renners na Evenepoel. Ik had die rit uitgekozen en voelde me echt goed. Maar we reden op smalle wegen en er was geen witte lijn, zoals je in Frankrijk wel hebt. Ik kon niet verder kijken dan de bocht en heb het risico genomen iets te snel te willen gaan.”
Het was mijn eigen fout. Maar als ik over de vangrail was gevlogen, zou het nog tien keer erger geweest zijn
“Het was mijn eigen fout. Ik was de enige die viel. Toen ik op de grond lag, was mijn eerste gevoel: ik heb mijn neus gebroken, maar voor de rest zal het wel meevallen. Ik voelde niet veel, door de adrenaline natuurlijk. Maar al vlug zag ik dat ik er erger aan toe was. Mijn ploegleider Erik Breukink is bij mij gebleven tot de ambulance er was. Dat leek eindeloos te duren. Het parcours leende zich dan ook niet tot gekke manoeuvres. Als er pakweg een slagader was gebroken, zou men waarschijnlijk niet meer tijdig bij mij geraakt zijn. De rit naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis in Gorizia duurde gelukkig niet al te lang. Zo’n tien minuten. Maar ook dat was geen pretje. (glimlacht) Ik denk dat ik banger was in de ambulance dan ik ooit op de fiets ben geweest.”
Wout van Aert
Het leed was echter nog niet geleden. Na de transfer naar Gent volgde een tweede operatie en een week later, daags na het overlijden van Lambrecht, moest De Witte een derde ingreep ondergaan. De huid rond de wonde was immers aan het afsterven. Daarna werd een vacuümtherapie van twee weken opgestart om al het vocht uit de wonde te verwijderen, met als gevolg dat hij nog enkele weken langer in het ziekenhuis moest verblijven. Komende woensdag, 32 dagen na zijn val, wacht De Witte een vierde operatie om de wonde dicht te doen. “Ik ben goed aan het herstellen”, legt de Sijseelse prof uit. “Eigenlijk mocht ik na de derde ingreep gerust naar huis, maar ik wil geen enkel risico nemen en niets meer oplopen. Daarom vond ik het beter om in het ziekenhuis te blijven. Ik wil vanaf nu rechtdoor gaan en geen zijwegen meer nemen.”
Geen zijwegen meer dus. De Witte had het geluk de voorbije weken niet bepaald aan zijn zijde. “Ik denk dat ze daar in Italië gewoon niet voldoende kennis hadden om mij op de juiste manier te kunnen behandelen. Daardoor is uiteindelijk vrij snel beslist om mij naar België te laten overbrengen.” De vergelijking met wat Wout van Aert, vorig jaar nog zijn kopman bij Veranda’s Willems-Crelan, een week eerder na zijn val in de Ronde van Frankrijk overkwam, is dan ook snel gemaakt. De Witte haalt ietwat ongemakkelijk de schouders op. “Ik weet alleen dat Wout twee keer geopereerd is: een keer in Frankrijk en een keer in België. Maar mijn situatie met die van hem vergelijken doe ik liever niet.”
Voor Bjorgs familie is dit verschrikkelijk. Iedereens leven gaat voort, behalve dat van hen
Intussen telt De Witte zijn dagen op Gentse bodem af, maar naar de witte muren staren doet hij niet. “Vorige week heb ik naar de BinckBank Tour gekeken en daarnaast lees ik veel. Ja, dat doe ik graag. De Delta Deceptie van Dan Brown is al uit en er liggen hier nog enkele exemplaren op mij te wachten. Mijn vriendin bracht Wolfsangel van Aslak Nore over de oorlog mee, mijn moeder de biografie van Bram Tankink. Maar evengoed lees ik af en toe een strip om het ontspannend te houden en eens in een andere wereld te vertoeven.”
“Ik hoor ook geregeld collega-renners. Gisteren (zondag, red.) is mijn ploegmaat Oscar Riesebeek nog op bezoek geweest. Hij had net de BinckBank Tour gereden en passeerde hier op zijn terugweg naar Nederland. Ik wil trouwens benadrukken dat mijn ploeg veel voor mij gedaan heeft om mij naar België te kunnen laten overbrengen. Dat vond ik echt tof. Ik heb veel geluk gehad en ben hen enorm dankbaar.”
Windrichting
Er zijn ergere dingen, zal Mathias De Witte in de loop van het gesprek nog enkele keren herhalen. De plotse dood van Bjorg Lambrecht heeft er ook bij hem zwaar op ingehakt. “Ik train heel vaak samen met Arno Claeys, de broer van profrenner Dimitri die samen is met de zus van Bjorg. Ook Aaron Van Poucke, neoprof bij Sport Vlaanderen-Baloise, maakt deel uit van ons trainingsgroepje. Hij woont op drie kilometer van mij en is nu geblesseerd, maar ik rijd het vaakst met hem. En dan was er natuurlijk ook nog Bjorg. Als hij in België was, reden we vaak samen. Naar de Vlaamse Ardennen, via het kanaal naar de Leie, of naar Nederland tot in Breskens en vervolgens de dijk af tot in Brugge. Of omgekeerd. Veel hangt bij mij af van de wind. Ik ben iemand die meestal tegen de wind in vertrekt en met de wind in de rug terugkeert. (glimlacht) Daar trok Bjorg zich allemaal niet veel van aan. Voor hem was het altjd goed. Het was een gouden kerel die voor iedereen goed wilde doen. Het was de koning van Knesselare, hé, zoals ze zeggen. (slikt) Voor zijn familie is dit verschrikkelijk. Een zoon van 22 verliezen, je mag er niet aan denken. En nu is de begrafenis voorbij en gaat het leven van iedereen weer voort. Behalve voor hen.”
Bjorg Lambrecht kwam om het leven nadat hij tijdens de Ronde van Polen ten val kwam en met zijn lichaam op een betonnen rioolbus terechtkwam. De Witte beseft dat wielrennen geen veilig beroep is. Ook hij heeft de voorbije jaren, sinds zijn debuut bij de nieuwelingen, veel zien veranderen. “Allemaal goed en wel dat men het voor auto’s veiliger wil maken, maar dat is het dus niet voor ons. En ook de organisatoren hebben daar hun aandeel in. Neem nu de Ronde van Catalonië. Ik was eens mijn kaderplaatje verloren en kreeg meteen een boete. Maar tijdens één van de ritten stonden er plots paaltjes in het midden van de weg, was er geen enkele signalisatie die ons daarop gewezen had en ging er 40 man tegen de grond. Toen hebben we niemand gehoord, hé. Maar wij, de renners, waren wel de dupe.”
Bericht naar Arno
“Ook voor mij was het overlijden van Bjorg een enorme klap. Toen hij op die maandag in Polen ten val kwam, lag ik hier in mijn kamer in het ziekenhuis. Mijn vriendin en ouders waren er. Ik was net wat aan de beterhand, maar plots zag mijn pa op zijn gsm dat Bjorg gereanimeerd moest worden. Ik heb meteen een bericht naar Arno gestuurd. Hij zei dat ze hem aan de milt en de lever aan het opereren waren. En dat het een grote bloeding was. Toen al besefte ik: dit ziet er niet goed uit. Een uur later is Bjorg gestorven.”
Luttele ogenblikken later stond de chirurg aan De Wittes bed met de melding dat hij daags nadien een nieuwe operatie zou moeten ondergaan. Zijn derde. “Een toffe avond was dat niet”, merkt hij schamper op. Waarop hij nogmaals benadrukt dat er ergere dingen in het leven zijn. “Ik ben zelfs niet eens naar Bjorgs begrafenis kunnen gaan.” Maar, zo geeft De Witte nog aan. “Eens ik weer op de been ben, zal ik zeker eens bij zijn familie proberen langs te gaan.”
Over zijn sportieve toekomst: “Mijn plaats waard, maar je moet de kans krijgen” p>
Mathias De Witte heeft naast zijn revalidatie nog andere zorgen aan zijn hoofd. Roompot stopt immers als sponsor en dus is het voortbestaan van de ploeg onzeker. “Mijn sportdokter zegt altijd: Mathias, je hebt een grote motor en je bent WorldTour-waardig. Allemaal goed en wel, maar je moet wel de kans krijgen om dat te bewijzen. Kijk maar naar Xandro Meurisse. Dat is altijd al een goeie coureur geweest, maar pas nu zien de mensen het. Ploegen willen ook altijd de toptalenten vastleggen. Ik ben geen toptalent. Maar ik ben wel iemand die in dienst van een kopman kan rijden. Ook dit jaar, zoals in de Ronde van Luxemburg voor Maurits Lammertink. Ik kon er zelf in de top tien eindigen, maar offerde mijn kansen op. In de Ronde van Catalonië, toch het allerhoogste niveau, eindigde ik twee keer in de top vijftien. Alleen al daarom ben ik ervan overtuigd dat ik mijn plaats in een WorldTour-ploeg waard ben. Of toch op zijn minst in een procontinentaal team.” p>
In afwachting van meer nieuws wacht een lange revalidatie. “Ik zal vrij vlug weer op de fiets zitten. Er is wel wat spiermassa weg, maar dat komt snel terug. Ik ken mezelf intussen: na pech kom ik altijd sterker terug. Dit is voor mij een extra doel en uitdaging. De focus ligt nu volledig op mijn herstel.” p>
Profwielrennen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier