Lief en leed in de cross: op bezoek bij Michael Vanthourenhout en Kelly Van den Steen
Liefde kent geen grenzen, zo wordt beweerd en dus kostte het de 24-jarige Michael Vanthourenhout al bij al weinig moeite om twee jaar geleden te verhuizen naar het Oost-Vlaamse Wetteren. Samen met wielrenster Kelly Van den Steen (23) vormt hij al zes jaar een koppel. “Kelly heeft meer karakter dan ik”, geeft de veldrijder van Marlux-Bingoal toe. “Zij knokt er harder voor om er te geraken, al leef ik nu wel veel meer voor mijn vak dan vroeger.”
Plaats van afspraak voor dit interview is hun woning in Wetteren. Michael Vanthourenhout ruilde immers West- voor Oost-Vlaanderen. “Toen ik nog school liep, kwam Michael al vaak naar hier”, legt Kelly Van den Steen uit. “Al bij al ligt Wetteren nog vrij centraal. Je staat snel in Antwerpen of Brussel, terwijl je toch iets langer op de baan bent als je vertrekt vanuit West-Vlaanderen.”
“Pas op, verhuizen van Wingene naar Wetteren was niet zo gemakkelijk voor mij, maar het was de meest logische keuze”, pikt Michael in. “We hebben ook nog rondgekeken ergens halfweg, even ver van beide gemeentes, maar we vonden onze goesting niet. Deze nieuwbouw diende zich aan en het is ook simpeler als er ooit kindjes komen. Nu wonen Kelly’s ouders op twee minuutjes. Als je ergens in Deinze of zo woont, dan ben je iedere keer minstens 20 minuten onderweg om de kinderen weg te brengen.”
Twee coureurs onder één dak. Dat lijkt me heel wat voordelen te bieden…
Michael Vanthourenhout: “Zeker en vast. Vooral nu in de winterperiode, we zijn bijna altijd thuis op dezelfde momenten. Ik moet nu tussen de crossen vaak rust nemen en dan is het wel leuk als je vriendin thuis is. We snappen ook beiden waar het om draait in de koers. Het gaat niet alleen om de wedstrijden in het weekend, wat je doet of niet mag doen in de week is van even groot belang. Als je een vriendin hebt die elke dag werkt en uit huis is, lijkt me dat iets moeilijker.”
“Of ik een band kan vervangen? Als ik lek rijd, dan moet Michael aan de bak of bel ik hem op om me te helpen”
Kelly Van den Steen: “Het is wel handig dat Michael ook in de koers zit. Hij kent het milieu en als we elkaar kunnen helpen, dan doen we dat. Natuurlijk, in de zomer zien we elkaar dan wel veel minder. Dan overlappen onze programma’s vaak en is het soms puzzelen om elkaar te zien, maar in de winter lukt dat beter. Samen zijn met een renner biedt meer voor- dan nadelen.”
Onderhoudt hij je fiets?
Kelly: “Tja, niet echt, al gebeurt het wel eens dat hij mijn fiets kuist. Vooral in de zomer. Niet in de winterperiode, dan zijn onze vaders meer van dienst.”
Michael: “Als ik mijn fiets kuis, dan neem ik die van haar wel mee.”
Kelly: “Hij kent ook meer van het materiaal, dus hij is wel beter in die dingen.”
Maar je kan wel een lekke band vervangen Kelly?
Michael: (lacht) “Neen, dat kan ze niet.”
Kelly: “We rijden ook met tubes, dus in principe moet ik niet echt een bandje kunnen vervangen…”
Michael: “Zo’n tube vervangen is ook niet gemakkelijk, je hebt veel spieren nodig om dat te fiksen.”
Kelly:(lacht) “Inderdaad, het hang er van af om welk bandje het gaat. Daarom trainen we meestal samen hé. Als ik lek rijd, dan moet hij aan de bak. En als hij er niet bij is, dan bel ik hem om me te helpen.”
Jullie trainen vaak samen. Er is toch nog altijd een verschil tussen mannen en vrouwen?
Michael: “Klopt, maar tijdens de winter moet ik het op maandag en dinsdag rustig aan doen, dus dan is Kelly vaak van de partij. Al gebeurt dat ook in de zomer, als we met drie of vier op pad gaan. Dan hangt zij in het wiel. Dat lukt perfect, alleen mag je niet verwachten dat ze de kop zal nemen.”
Kelly:(snel) “Ja, maar als jij uit je rustperiode komt en ik ben al in vorm, dan heb je het ook soms lastig hé? (lacht). Het één compenseert het ander, maar het kan zeker geen kwaad voor mij om met mannen te trainen. Het hangt een beetje af van zijn en mijn piekperiode.”
Kelly, jij koerst bij Lotto Soudal Ladies. Kan jij daar van leven?
Kelly: “Neen, Michael is de kostwinner. Ik heb een halftijds contract en krijg nog een onkostenvergoeding, maar dat is lang niet voldoende.”
Het is niet gemakkelijk om in België te koersen?
Kelly: “Nederland staat veel verder op dat vlak. Er wordt ook niet veel voor ons gedaan, we moeten veel zelf uitzoeken, terwijl Nederland zo goed scoort omdat hun jeugdwerking veel verder staat dan die van ons. Je hebt momenteel ook meer toekomst in de cross dan op de weg. De vrouwen in de cross verdienen beter hun boterham dan de Belgische vrouwen op de weg, behalve dan een topper zoals Jolien D’hoore.”
Je woont samen met een crosser. Heb je nooit overwogen om te switchen?
Kelly:(lacht) “Ik doe dat heel graag op training en ik heb het een paar keer geprobeerd in B-wedstrijden, maar dat lukte gewoon niet. Ik had toen ook last van mijn rug en dergelijke meer. Ik ben er fysiek niet voor gebouwd.”
Er komt wellicht meer techniek bij te pas?
Michael: “Je moet dat van kleins af onder de knie hebben. Techniek is gewoon heel belangrijk in de cross. Kijk naar Kim Van de Steene: ze wint op de Koppenberg, maar als ze een puur technische cross zoals het EK in Rosmalen moet afwerken, dan komt ze er minder aan te pas. Ze zal nooit een technische cross winnen.”
Je kan dat toch bijschaven?
Michael: “Moeilijk. Je kan er wel mee bezig zijn, er op trainen, maar meer dan een paar procentjes winnen kan je niet. Ze zal nooit de evenknie worden van Sanne Cant.”
Er wordt door heren soms nogal smalend gedaan over dameswielrennen. Michael, jij woont nu samen met een wielrenster. Wat is jouw gedacht?
Michael: “Op de weg ken ik het minder goed, al weet ik wel dat de Belgische dames de toppers niet kunnen evenaren. Let op, ik kan bergop wellicht ook niet mee met Anna van der Breggen of Annemiek van Vleuten, maar in de cross vind ik het verschil soms wel echt heel groot.”
Hoe bedoel je?
Michael: “Als je kijkt naar de rondetijden: soms is er een verschil van anderhalve minuut per ronde tussen de heren en vrouwen elite. Ze rijden soms nog trager dan de nieuwelingen en dat vind ik dan wel een beetje triest. Ik bedoel dat niet slecht, maar in de cross is het verschil echt wel gigantisch, terwijl op de weg die de dames echt wel hard bezig zijn met hun sport, ze knokken er even hard voor.”
Ik las in een interview op Wielerverhaal dat jij Kelly prees omwille van haar karakter?
Michael: “Ja, dat heb ik ooit eens gezegd, een paar jaar geleden, maar nu leef ik intussen ook veel meer voor mijn sport, pak ik het serieuzer aan en ben ik 100 procent met mijn vak bezig. Alleen, het kan nog altijd beter natuurlijk en inderdaad: de wil om er te geraken is nog altijd iets meer present bij Kelly dan bij mij.”
“Mocht ik nog iets meer het karakter van Kelly hebben, stond ik misschien nog iets verder”
Kelly: “Hij heeft gewoon meer talent.”
Michael: “Zij moet er veel meer voor doen, harder voor werken om hetzelfde te realiseren. Dat is gewoon een feit. Mocht ik nog iets meer haar karakter hebben, stond ik misschien nog iets verder. Kelly is een goed renster, ze kan bergop goed mee, maar ten opzichte van die toppers weegt ze te licht.”
Ze is 23, er is nog progressiemarge.
Michael: “Inderdaad, maar ze zal nooit een Anna van der Breggen worden. Dat weet Kelly ook, maar wie weet kan ze ooit in Luik-Bastenaken-Luik, een wedstrijd die ze graag rijdt, top 20 of tot 15 rijden. Dat lijkt me het hoogst haalbare voor haar.”
Michael is wel streng…
Kelly: “Dat klinkt nu misschien hard, maar hij heeft gelijk en je moet als renner ook realistisch zijn. Ik kan wel dromen en hopen van grootse prestaties, maar als je dan iedere week en in elke koers dat resultaat niet behaalt, dan ben je telkens teleurgesteld. Dus ik stel me realistische doelen. Ik ben nog jong, er is nog marge. Ik hoop gewoon ooit een voltijds contract te krijgen en nog verder te groeien. Niet elke renner moet ook Annemiek van Vleuten worden. Bij Quick Step Floors koersen er ook knechten, je moet geen topper zijn om een lange carrière na te streven. Je kan als knecht een topper perfect helpen en op die manier ook veel voldoening halen.”
Kelly, jij bent vaak present op de cross. Hoe combineer je dat met jouw carrière?
Kelly: “Ik ben er bijna altijd bij omdat een deel van de winter toch overlapt met mijn rustperiode. Meteen na het WK in Innsbruck (29 september) nam ik rust, tot ongeveer 6 november. Intussen heb ik mijn trainingen weer iets intensiever hervat. Ik ga dan nog altijd naar de cross in november, december en januari, maar het gebeurt regelmatig dat ik dan met fiets naar de wedstrijd rijd. Op die manier heb ik dan een training in de benen. Ik was me dan in de camper en daarna ligt de focus op Michael.”
Wat doet Kelly voor jou?
Michael: “Ze staat aan de start en finish en ze zet voor de cross alles zo’n beetje klaar.”
Kelly: “Bij de start neem ik z’n vest en broek aan en na de finish haal ik dat weer uit mijn rugzakje zodat hij snel warm heeft en geef ik hem zijn recuperatiedrank.”
Heb je vaste eetgewoontes? Vis met puree en appelmoes las ik?
Michael: “Oei, neen al lang niet meer. Vorig seizoen at ik drie uur voor de cross pannenkoeken, maar nu houd ik het gewoon bij brood. Dat volstaat.”
Kelly: “Brood met confituur.”
Zie je al voor de start of hij een goede of slechte dag heeft?
Kelly: (lacht) “Neen, totaal niet.”
Michael: “Dat weet ik zelf dikwijls niet eens. Vaak warm ik een half uur voor de cross op en weet ik het nog altijd niet.”
Kelly, hoe kijk jij naar de cross: vooral naar Michael of volg je de volledige wedstrijd?
Kelly: “Ik probeer in de buurt van een groot scherm te staan en de volledige wedstrijd te volgen, maar ik roep wel enkel naar Michael (lacht).”
De cross is saai geworden is zo’n beetje de teneur van de voorbije maanden.
Kelly: “Ja, je weet dat hij rijdt voor plek twee of drie.”
Jij denkt dat ook?
Kelly: “Toch wel, dat was het leuke aan de wedstrijd op de Koppenberg (waar Michael tweede werd, red.). Dat was plezant om volgen, want in alle andere crossen rijdt Mathieu al van bij de start voorop. Nu bleef het tot het eind spannend, ook voor Michael. Je kan niet kwaad zijn op Mathieu of zo: hij is een fenomeen, dus moet je als renner blij zijn wanneer je tweede of derde wordt.”
Ik geloof daar niets van als renners dat zeggen.
Michael: “Natuurlijk sta je als renner aan de start met de ambitie om te winnen, maar tegelijkertijd weet ik ook dat als Mathieu top is, we hem niet kunnen volgen. Dan is zo’n cross op de Koppenberg wel plezant. Na één ronde zag je dat hij niet goed was en als je dan zelf een goede dag hebt, mag je er in geloven. Maar op andere dagen is het moeilijk, zoals op het Europees kampioenschap.”
Wout van Aert kan hem precies ook niet meer volgen…
Michael: “Ik denk niet dat Wout slechter is dan vorig jaar, ik denk gewoon dat wij een stap vooruit gezet hebben. Wij leunen iets dichter bij het niveau van Wout aan en dan heb je Mathieu die daar nog bovenuit steekt. Hij is gewoon nog sterker geworden door die mountainbikewedstrijden. Het is aan ons om elk kansje te grijpen.”
Profwielrennen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier