Eerstejaarsnieuweling Liam Depoorter: “PK tijdrijden is geen doel”

Eén toptienplaats, tweemaal top twintig en een 28ste plek: Liam Depoorter, de eerstejaarsnieuweling uit Houthulst, begon niet onaardig aan het seizoen. Met veel plezier denkt Liam terug aan het West-Vlaams kampioenschap tijdrijden van vorig jaar.

De renner van het Isorex Cycling Team kroonde zich bij de laatstejaarsaspiranten tot provinciaal kampioen. Hij was tien tellen sneller dan Tobias Flasj. Mathis Vandenheede gaf 35 seconden toe. Toch ziet Depoorter, die enkele dagen na het PK vijftien wordt, zichzelf niet als favoriet op de tijdrittitel bij de eerstejaarsnieuwelingen volgende week donderdag in Ruddervoorde. “Dat PK is geen doel, ik probeer er gewoon het beste van te maken”, blikt hij vooruit. “Want er komen een paar toppers aan de start. Zoals Tobias Flasj en mijn ploegmaat Mathis Vandenheede, maar ook Lars Becuwe reken ik tot de kanshebbers. Niettemin denk ik met veel plezier terug aan die tijdrittitel van vorig jaar. In totaal won ik in 2023 acht keer, pakte ik ook de provinciale wegtitel en eindigde ik slechts drie keer niet op het podium.”

Koers gemaakt

Bij de nieuwelingen opende de student economie-organisatie aan het VTI in Diksmuide met een zeventiende plaats in Staden en een zestiende in Heestert. In Edewalle-Kortemark bolde hij als zesde over de streep. “In Staden heb ik wat koers kunnen maken”, glundert Depoorter. “Het parcours daar is wat lastiger, dat ligt me beter. In Heestert haalden slechts twintig renners de finish. Ik ging sprinten om plaats vijf, maar moest in de remmen voor iemand die wegschoof. Daardoor was ik alle snelheid kwijt. Edewalle was een goeie koers al was er in de achtervolging op twee renners heel weinig samenwerking.”

In Damme nam hij het op tegen enkele toppers onder de nieuwelingen. “Joris Jinze en Mauro Keppens staken er echt bovenuit”, geeft Depoorter toe. “Die tweedejaarsnieuwelingen hebben de ervaring van vorig jaar. Beiden zijn heel sterk. In de eindsprint op de natte kasseien nam ik geen risico’s en liet ik me uitbollen. Zodat ik als 28ste werd gerangschikt.”