Een maand in het spoor van Zwevegemnaar Xandro Meurisse, Belgische revelatie van 2018

© belga
Redactie KW

De kans is groot dat Xandro Meurisse (27) over 78 dagen in Brussel zijn debuut in de Tour de France maakt. Met die gedachte in het achterhoofd stuurde Wanty-Gobert zijn Zwevegemse renner vorige maand op hoogtestage naar de Sierra Nevada. Om te kijken of het effect had op zijn conditie, maar ook als voorbereiding op de Waalse voorjaarsklassiekers. Een impressie.

“Vanuit de ploeg was het idee gekomen om mij met vijf ploegmaats mee op hoogtestage te sturen: Guillaume Martin, Odd Christian Eiking, Thomas Degand, Bart De Clercq en Andrea Pasqualon. De voorbije twee jaar had de ploeg dit ook al gedaan en in februari vroegen ze mij om mee te gaan. Het leek me geen slecht idee. Ja, het was een soort test om te kijken of we in de aanloop naar de Tour de France ook voor een hoogtestage zouden kunnen kiezen. We zijn daar uiteindelijk twaalf dagen geweest, van 14 tot en met 25 maart. Niet lang genoeg om voldoende effect te ondervinden, maar ik heb thuis ook nog in een hoogtetent geslapen.”

De eerste dagen heb ik me daar niet echt geamuseerd. Op het einde werd het plezanter. Ook de trainingen. Uiteindelijk vond ik het een goeie stage, maar ik denk niet dat ik er veel beter door geworden ben. Je zit daar op die berg en dat is het. Dan spreekt de streek van Calpe me toch meer aan. Het ambetante in de Sierra Nevada is dat je, als je beslist om naar het hotel te klimmen, meteen anderhalf uur aan een stuk bezig bent. Ik rijd wel graag een langere beklimming, maar anderhalf uur is wel heel lang. In Calpe is het helemaal anders. De Aitana is al wat langer, maar valt toch best mee. Bovendien eindigt je training er altijd vlak.”

Te steile berg

“Samuel Bellenoue, de vroegere Franse trainer van AG2R, maakte het stageprogramma op. Ik had ook een schema van Kevin Hulsmans, mijn eigen trainer, doorgekregen en heb geprobeerd om dat zo goed mogelijk te volgen. Maar met zes renners is dat niet zo evident. Ik ben bijvoorbeeld één keer na vier uur training in de auto gestapt, terwijl de anderen wat langer hebben gereden. Dat was in het begin van de hoogtestage. Ik vond het op dat moment niet nodig om zo lang te trainen via de Monachil, een steile beklimming langs de zijflank van de Sierra Nevada waarop we met een 36×30 naar boven reden. Daardoor kon ik mijn vermogen niet meer in mijn duurzone doen. Te steil. Of je moest aan 60 omwentelingen per minuut rijden. Maar dat doe ik op training niet. En al zeker niet de tweede of derde dag van een hoogtestage. Mij is er altijd verteld dat je het daar de eerste dagen rustig aan moet doen.”

Het verblijf in de Sierra Nevada vond ik wel goed. Niet top, maar de kamer was redelijk ruim. Eten deden we in een soort van schoolrefter. Daarnaast zijn we ook af en toe naar het skistation gegaan voor een korte wandeling en om een koffietje te drinken.”

Zieke Lowie

“Na mijn terugkeer in België volgde de Ronde van Catalonië, maar door ziekte heb ik er moeten opgeven. Neen, ik denk niet dat mijn hoogtestage daar voor iets tussen zat. Op vrijdag had ik Bredene-Koksijde Classic gereden en voelde ik me prima. De ochtend erna ging ik losrijden en was het ook nog oké. Maar in de namiddag is het begonnen. Ik was wel wat verkouden toen ik op hoogtestage vertrok, maar dat is daar overgegaan. Ik sta scherp en zit thuis met een kindje dat naar de crèche gaat en sindsdien nooit meer zonder snot heeft gezeten. Maar ik kan hem om die reden toch niet voortdurend van mij weghouden? De combinatie van een zieke Lowie en veel trainen zal waarschijnlijk wel de oorzaak geweest zijn.”

“Vervolgens reed ik Dwars door Vlaanderen en maakte ik mijn debuut in de Ronde van Vlaanderen. Ik ben van de streek en wilde dat absoluut eens doen. Ik zag het helemaal zitten om me daarop te focussen. Positionering is natuurlijk heel belangrijk in een koers als de Ronde. Een heel speciale wedstrijd. Iedereen weet waar hij vooraan moet zitten en dat maakt het niet evident. Maar het ging redelijk. Op de Koppenberg zat ik nog in de eerste groep, alleen kende ik daar een zwak momentje en moest ik de rest laten gaan. Jammer, maar dat was al na 230 kilometer. Niemand zit op dat moment nog echt fris.”

Xandro Meurisse (rechts) tijdens een rit op stage. (foto Belga)
Xandro Meurisse (rechts) tijdens een rit op stage. (foto Belga)© BELGA

“Vorige week had ik een stage in de Ardennen voorzien, maar de ploeg wilde dat ik het Circuit de la Sarthe reed, een vierdaagse in Frankrijk waarin ik vorig jaar als tweede was gefinisht. Na de Brabantse Pijl van woensdag volgen nu de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik. De Waalse Pijl rijd ik niet. Normaal volgt meteen daarna ook de Ronde van Romandië. De Amstel ligt me wel. En ook in Luik zou ik fris moeten zijn. De hertekende finale kan in mijn voordeel spelen. Ik hoop er op mijn beste niveau te zijn.”

Nooit goed in voorjaar

Of ik de voorbije maanden een stap vooruit heb gezet in vergelijking met een jaar geleden, kan ik niet zeggen. Ik heb nog geen enkele koers zonder problemen gehad. In Mallorca had ik last van de maag. In de Provence ben ik in de eerste rit ten val gekomen. Dat was ook in de Algarve het geval, hoewel ik me de dagen erna vrij goed voelde. In de Omloop had ik last van veel snot, waardoor ik me ook niet 100 procent voelde. En in Catalonië moest ik door een zware verkoudheid opgeven. Ik hoop nu dat ik gezond kan blijven. Panikeren doe ik niet. In het begin van het seizoen heb ik nog nooit goed gepresteerd. Ik heb daar met Kevin over gesproken. Hij zegt dat zoiets je hele carrière zo blijft.”

“Na de Ronde van Romandië volgt sowieso een rustweek. Vervolgens zal er waarschijnlijk een stage ingelast worden in de aanloop naar de Dauphiné. Het programma staat nog niet vast, maar deelname aan de Tour is toch wel zeker de bedoeling. Hilaire (Van der Schueren, zijn ploegleider, red.) vroeg me twee weken geleden nog of ik het zag zitten om in de aanloop naar de Tour nog eens op hoogtestage te gaan. Hij zit er dus ook mee in zijn hoofd. Maar 100 procent zekerheid heb je natuurlijk nooit. Als ik in juni geen poot vooruit geraak, zal ik mijn plaats moeten afstaan. Maar de ploeg weet intussen ook wel dat mijn periode er stilaan aankomt. Ik probeer trouwens om nog niet aan juli te denken. Eerst de komende klassiekers, dan pas de Tour. Anders zou de ontgoocheling nog veel groter dan anders kunnen zijn.”

Onderschrift
Onderschrift

Passage over de muur

Natuurlijk is het een droom om de Tourstart in mijn eigen land mee te maken. De eerste rit in lijn voert ons dan ook nog eens door de streek van onze ploegleider. Met de passage over de Muur van Geraarsbergen valt er die dag een bolletjestrui te verdienen, het hoogst haalbare voor een ploeg als Wanty-Gobert. Hilaire heeft onlangs nog gezegd dat hij al een plannetje voor die dag in zijn hoofd had. (lacht) Er zullen er natuurlijk wel nog meer een plannetje hebben. Maar beter met dan zonder ambitie aan de start verschijnen. Wie die bolletjestrui dan pakt, is gelijk, zolang het maar iemand van Wanty-Gobert is. (grijnst) Ik stel bij deze alvast mijn kandidatuur.”