Drie broers Planckaert maken hun opwachting in GP Marcel Kint Zwevegem

Niemand die beter de kansen van Baptiste (29), Edward (24) en Emiel Planckaert (22) in de Grote Prijs Marcel Kint van zondag in Zwevegem kan inschatten dan vader Ignace. “Ik verwacht het meest van Baptiste. Hij zal heel gemotiveerd aan de start staan. Een derde zege is niet uitgesloten.”

“Door ziekte kwam Baptiste een paar procenten te kort in het voorjaar”, opent Ignace, zelf een uitstekend amateurrenner in de jaren 70 en 80. “Anders had hij wel al een tweetal zeges geboekt. Het was ook jammer dat hij met Wallonie-Bruxelles niet kon aantreden in Kuurne-Brussel-Kuurne en Dwars door Vlaanderen in Waregem, dat zijn toch twee wedstrijden waar hij de finale kan rijden. Maar het voornaamste is dat hij in een ploeg zit waar hij zich weer amuseert. Bij Katusha-Alpecin moest hij telkens weer in dienst rijden, maar veel leverde dat niet op. Marcel Kittel kon het niet afmaken. Nu kan Baptiste weer voor zichzelf rijden. Die zeges zullen er normaal gezien wel komen.”

Het voornaamste is dat Baptiste weer in een ploeg zit waar hij zich weer amuseert. Bij Katusha-Alpecin moest hij telkens weer in dienst rijden, maar veel leverde dat niet op

“Een rustperiode is niet nodig, want Baptiste heeft geen Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix gereden. Hij werkt volop toe naar het Belgisch kampioenschap in Gent. Net als Edward en Emiel. In principe ligt daar een kans voor hem. Al blijft het afwachten. Op het Belgisch kampioenschap in Antwerpen (in 2017, toen Oliver Naesen onder meer Sep Vanmarcke afhield in de sprint, red.) was hij net niet mee. Ook in het najaar zal hij nog zijn rol willen spelen. Baptiste is iemand die voor de volle honderd procent voor zijn sport leeft. En hij kan onvoorwaardelijk op zijn vrouw (Anke Vanoutrive, red.) rekenen. Zonder vrouw gaat het niet om het te maken als renner. Ik denk dat hij nog voor heel wat seizoenen gelanceerd is.”

“Edward had er iets meer van verwacht”

“Edward zal zich ook dubbel plooien voor eigen volk”, vervolgt Ignace. “Vorig jaar deed hij het meer dan voortreffelijk met een vierde plaats. Het zal niet eenvoudig zijn om even goed te presteren. Na de klassiekers bouwde Edward enkele weken rust in. Hij heeft enkel de Vierdaagse van Duinkerke in de benen. De vraag is of dat voldoende zal zijn. Maar hij wil er natuurlijk iets van maken. Zijn voorjaar was niet slecht, maar hij had er toch meer van verwacht. Hij heeft het moeilijk om mee te zijn in de kopgroep. Ook hij doet er veel voor, maar in het voorjaar rijden ze precies toch altijd nog een beetje sneller dan tijdens de rest van het seizoen. Edward laat zich ook nog iets te gemakkelijk wegdrummen. Maar hij heeft nog tijd. Hij staat op zijn leeftijd al even ver als Baptiste destijds.”

Edwards voorjaar was niet slecht, maar hij had er toch meer van verwacht. Hij heeft echter nog tijd. Hij staat op zijn leeftijd al even ver als Baptiste destijds

“Zijn toekomst ligt normaal gezien ook in de Vlaamse koersen. Ideaal zou zijn dat hij over een tweetal seizoenen Sport Vlaanderen-Baloise kan inruilen voor een groter team. Edward kan wel nog een en ander opsteken van Baptiste, die zich goed vooraan weet te handhaven in het peloton. Hij is voorlopig nog een beetje te braaf. Edwards troef is dat hij vrij snel is. Feit is wel dat in zijn team iedereen zijn ding mag doen. En die koerstactiek begrijp ik wel. Het is de juiste manier om coureur te worden.”

“Emiel kan een goede helper worden”

“Emiel is de laatste weken beter aan het worden”, vindt Ignace. “Door zijn hartritmestoornissen kwam hij vorig jaar amper aan koersen toe. Eigenlijk is hij nu nog maar bezig aan zijn eerste campagne als prof. In het begin van het seizoen had hij het lastig. Zijn lange inactiviteit speelde hem duidelijk parten.”

Hoewel Emiel ook wel een redelijk goede sprint kan rijden, zie ik in hem toch eerder een sterke helper. Al bij de nieuwelingen was hij een werker

“Mentaal is hij er intussen bovenop. In de kermiskoers in Puivelde zag ik hem een gat toerijden. In de Ardense Pijl was hij mee in de voorste geleden. Een paar rittenkoersen zouden hem deugd kunnen doen. Maar je moet wel al een zeker niveau halen als je een meerdaagse aansnijdt. Anders kom je er slechter uit. Hoewel Emiel ook wel een redelijk goede sprint kan rijden, zie ik in hem toch eerder een sterke helper. Al bij de nieuwelingen was hij een werker.”