De klimmer in Eliot Lietaer: van Aosta tot Zwevegemberg

© belga
Tom Vandenbussche

Eliot Lietaer (28) kan zich vandaag in de slotrit van de Ronde van Oostenrijk, de wedstrijd waar hij maanden naartoe geleefd heeft, weer wat hoger in de hiërarchie van West-Vlaamse klimmers rijden. Woensdag was de Zwevegemnaar al aan de slag op de flanken van de Grössglockner. Vandaag volgt de slotrit naar de angstaanjagend steile Kitzbüheler Horn. Het klimalfabet van Eliot Lietaer.

Aosta

De Giro della Valle d’Aosta in 2011 is Lietaers zwaarste klimronde ooit, naar eigen zeggen dan toch. “Elke dag weer moesten we meerdere cols over en aan het eind werd ik 36ste op 57 minuten van de eindwinnaar, ene Fabio Aru. 57 minuten, hé!”

Bernal

In de Ronde van Slovenië in juni 2016 maakte Lietaer kennis met een 19-jarig Colombiaans wonderkind van Androni-Gioccatoli: Egan Bernal. “De tweede rit was loodzwaar, met een aankomst bergop op Golte. Het was de eerste keer in mijn carrière dat ik bergop zelf kon aanvallen en me niet tot volgen moest beperken. We raakten met vijf voorop: Rein Taaramae, Pavel Kochetkov, Jack Haig, Bernal en ik. Maar de laatste kilometer, met stroken tot 23 procent, was superzwaar en blijkbaar had ik iets te veel krachten verbruikt, want ik kwam uiteindelijk pas als 14de boven. Ik had te veel hooi op mijn vork genomen. Gelukkig presteerde ik de dag erna ook goed in de tijdrit en zo eindigde ik nog als zesde in het eindklassement.”

Col de l’Europe

Zijn 14de plaats in de Ronde van Luxemburg 2012 was Lietaers eerste ereplaats als profrenner. “In de voorlaatste rit werd ik twaalfde op de Col de l’Europe. Dat moet een van de lastigste beklimmingen zijn die ze daar in Luxemburg hebben liggen.”

De klimmer in Eliot Lietaer: van Aosta tot Zwevegemberg
© Corbis via Getty Images

Devoogdt

De Tour de Valromey voor juniores in juli 2007 in de Franse Jura was Lietaers eerste kennismaking met de bergen. “Als eerstejaars werd ik toen voor de nationale ploeg geselecteerd. Ik herinner me dat ik in de bergtrui rondreed, maar die nog verloren heb. In de lastigste rit over vier cols, gewonnen door John Degenkolb, werd ik elfde. Ik weet nog goed dat ik bovenop een col een colaatje van Rik Devoogdt heb gekregen. Hij was toen ploegleider van Avia, dat ook aan die koers deelnam. Zo ben ik met Rik in contact gekomen en het jaar erna reed ik bij zijn ploeg.”

De klimmer in Eliot Lietaer: van Aosta tot Zwevegemberg

El Clasico

Mijas Costa, niet ver van Marbella in het Zuid-Spaanse Andalusië, is al jaren Lietaers vaste trainingsstek in de winter. “Mijn ouders en ik gingen al jaren overwinteren in die streek. Toen ik belofte was kon ik er ‘s winters studeren en intussen in goed weer trainen. Sinds een jaar of zes, zeven hebben mijn ouders er een appartement, aan de kust. Als ik er ben, doe ik minstens één keer mijn vaste toer met vier cols, die ik El Clasico noem. Het is een stevige rit van 171 kilometer en 3.000 hoogtemeters. Eerst heb je de Puerto de Ojén over 10 km om van de kustlijn het binnenland in te rijden. Daarna volgt de Puerto de las Abejas, een beklimming van 15 km in verschillende trappen. Vervolgens wacht de Puerto del Viento over 13 km. Hier ga je voor de eerste keer boven 1.000 meter. Na de afdaling naar het prachtige Ronda (één van de mooiste stadjes in Spanje, red.) heb je ten slotte nog de Puerto del Madrono, mijn favoriete klim daar. Het is een beklimming van 20 km aan een gemiddeld stijgingspercentage van vijf procent. Je vertrekt op zeeniveau en klimt tot 1.100 meter. Het duurt zowat een uur en je kan er een mooi trainingsblok op doen.”

De klimmer in Eliot Lietaer: van Aosta tot Zwevegemberg

Flistjønnskaret

In mei 2016 reed Lietaer een uitstekende Ronde van Noorwegen. “Op dag twee moesten we in de finale over de Flistjønnskaret, een klim van elf kilometer aan zeven procent. We startten op zeeniveau en de top lag op 1.205 meter hoogte. Op twee, drie kilometer van de top kwamen we plots tussen metershoge sneeuwmuren. Boven liep er ijswater over de weg, terwijl wij in korte broek en korte mouwen aan het rijden waren. Het was ijzig koud. Met een renner of acht reden we voorop: Edvald Boasson Hagen, een renner van Wanty (Marco Minnaard, red.), een Noors talent dat nu voor Israel Cycling Academy rijdt maar niet echt doorbreekt (Sondre Holst Enger, red.)… Daarna volgde een zotte afdaling. Haarspeldbochten, smeltwater… die anderen gingen naar beneden alsof het niets voorstelde. (grijnst) Blijkbaar kenden zij die afdaling wel goed.”

Grand-Bornand

Een speciale herinnering voor Lietaer is een klimstage met de nationale junioresploeg in Le Grand-Bornand in de Franse Alpen. “Ik herinner me vooral een heel steile berg waarop ik en Thomas Op de Beeck moesten afstappen, omdat we gewoon niet meer verder konden. We zijn toen zelfs een oprit van mensen moeten oprijden om onszelf weer in gang te krijgen. Op de top telden we vier minuten achterstand.”

Hazallanas

Tijdens de lastigste Ruta del Sol ooit, in februari 2015, eindigde één rit op een zijflank van de Sierra Nevada: de Alto de Hazallanes, 1.679 meter hoog. “Alberto Contador won die dag voor Chris Froome en Romain Bardet. Echt superzwaar. Na vijf dagen koers had ik 40 minuten achterstand op Contador. Dat zegt voldoende.”

Juni 2006

Een keerpunt in het leven van Lietaer. “Ik deed aan atletiek, maar liep die maand een hamstringblessure op en had het ermee gehad. Mijn beste vriend koerste toen en dus wou ik dat ook doen. Ik heb twee keer getraind en reed mijn eerste koers met een fiets, schoenen en helm van iemand anders. Ik reed meteen uit, in mijn vijfde koers werd ik al tweede en nog eens vijf wedstrijden later was het prijs. (grijnst) Dus ja, mijn verleden als loper is zeker geen nadeel voor mijn fietscarrière geweest.”

De klimmer in Eliot Lietaer: van Aosta tot Zwevegemberg
© KRANT VAN WEST-VLAANDEREN

Kemmelberg

Lietaers favoriete helling in Vlaanderen. “Ik heb er in mijn jeugdjaren vaak op gekoerst en als neoprof reed ik erover tijdens Gent-Wevelgem. Van de kasseihellingen ligt de Kemmel me het best, misschien ook omdat je al een strook bergop op asfalt ervoor hebt en de explosievere renners tegen dan al wat meer afgemat zijn.”

Lagunas de Neila

Een speciale klim voor Lietaer. “In 2012 nam ik als neoprof voor de eerste keer deel aan de Ronde van Burgos. In de bewuste rit naar Lagunas de Neila moesten we twee keer die berg omhoog. In het begin van de rit had ik echter alles gegeven om in de vlucht van de dag te zitten en uiteindelijk heb ik die dag zelfs moeten opgeven. Vijf jaar later ben ik er teruggekomen en werd ik negende op Lagunas de Neila, tussen toppers als Miguel Angel Lopez, Mikel Landa, Enric Mas en David De la Cruz. Wat een contrast met die eerste keer…”

Montaigu

Op 7 juni 2014 boekte Lietaer zijn eerste en voorlopig enige zege als prof: de tweede rit in de Boucles de la Mayenne (UCI 2.1) in Frankrijk, van Jublains naar Montaigu. Met een demarrage op de slotklim liet hij ploegmaat Tom Van Asbroeck en Stéphane Rossetto achter zich. “Die rit bestond uit een rit in lijn en daarna plaatselijke ronden met telkens een klim van twee à drie kilometer. De aankomst lag bovenop de top. Het was een onregelmatige helling met steile maar ook vlakke stroken. Niet te onderschatten! Toen ik die koers drie jaar later opnieuw reed, won ene Mathieu van der Poel de rit met aankomst op de Montaigu.”

De klimmer in Eliot Lietaer: van Aosta tot Zwevegemberg
© Corbis via Getty Images

Namen

Zijn eerste prestatie tussen de profs leverde Lietaer als … derdejaarsbelofte in 2011: 16de in de Grand Prix de Wallonie met aankomst op de Citadel van Namen. Winnaar van dienst? Philippe Gilbert.

Oman

Lietaers voorlopig strafste prestatie in 2019: zevende in de Ronde van Oman. “In de derde rit kon ik bergop mee met toppers als Greg Van Avermaet, Rui Costa, Domenico Pozzovivo en Aleksey Lutsenko. Bergop reed ik vijf minuten aan een gemiddelde van 509 watt. Voor iemand van 69 à 70 kg is dat meer dan zeven watt per kilo lichaamsgewicht. Zoiets liegt niet. Dan kan je mee met de toppers. Twee dagen later trapte ik op Green Mountain, een verschrikkelijke klim die volgens mij vergelijkbaar is met de Mortirolo uit de Giro, 20 minuten lang een gemiddeld vermogen van 424 watt.”

Portugal

In augustus 2018 verscheen Lietaer aan de start van de Ronde van Portugal, zijn eerste rittenkoers over twaalf dagen. “Ik had vooraf aan de ploegleiding gevraagd om daar te rijden, omdat ik op zoek was en ben naar wedstrijden van die lengte. Maar ik kwam pas terug uit blessure en was niet in vorm. Bovendien wordt er in Portugal met andere maten en gewichten gereden. Renners die je het hele jaar niet ziet, presteren plots subliem. Portugal staat daarvoor bekend. (lacht) Ja, ik heb er enorm afgezien.”

Quick.Step

Eind 2017 stond Lietaer na een uitstekende campagne dicht bij een overstap naar het grote Quick.Step van Patrick Lefevere. In allerlaatste instantie viel hij echter toch uit de boot en dus stellen we ons logischerwijze volgende vraag: waar had Lietaer nu gestaan als hij wel ploegmaat van Tim Declercq en Yves Lampaert was geworden?

De klimmer in Eliot Lietaer: van Aosta tot Zwevegemberg

Romain Bardet

Romain Bardet is een generatiegenoot van Lietaer en intussen uitgegroeid tot een van de beste ronderenners van zijn generatie. Als eerstejaarsjunior snoepte hij in 2007 in de Tour de Valromey de witte trui van beste jongere van de Zwevegemnaar af. “Bardet koerste toen enorm op mijn wiel en uiteindelijk verloor ik in de voorlaatste rit die trui aan hem.” Een jaar later kwamen de twee elkaar weer tegen, ditmaal in de Vredeskoers van 2008. Lietaer boekte er de grootste zege uit zijn jeugdcarrière. En hoe… In de slotrit naar Terezin had hij op de klim van Tlucen zijn medevluchters in de steek gelaten, maar tien kilometer verder was het Bardet die als eerste over de finish reed. “Ik telde bijna een minuut voorsprong op vijf renners en was buiten schot. De wagen van de jury reed achter mij, net als bondscoach Carlo Bomans. Tot ik over de streep kwam en plots de vijf man zag staan die ik een half uur eerder had gelost. Wat bleek: ze hadden enkele kilometers van het parcours afgesneden, dus mijn zege stond nooit ter discussie.” Lietaer won met 17 seconden voorsprong op Michal Kwiatkowski en Peter Sagan. Bardet werd naar plaats 39 teruggezet. In de eindstand werd Lietaer ook nog derde na Kwiatkowski en Sagan.

De klimmer in Eliot Lietaer: van Aosta tot Zwevegemberg

Slovenië

Toen Lietaer in 2014 in de koninginnenrit van de Ronde van Slovenië knap tiende werd, stuurde toenmalig ploegmaat Edward Theuns een lovend Twitterbericht de wereld in. “De aankomst lag na een loodzware rit over meerdere cols bovenop Trije Kralji, op 1.189 meter hoogte. Tussen tal van toppers finishte ik als tiende. In de eindstand werd ik achtste, op 15 seconden van Simon Yates. Tiago Machado werd eindwinnaar voor Ilnur Zakarin en enkele Italianen die later op doping gepakt zijn. Ook Chris Horner, die het jaar ervoor nog op indrukwekkende wijze de Ronde van Spanje (voor Vincenzo Nibali, red.) had gewonnen, reed mee. Het was de eerste keer dat ik op heel hoog niveau meekon met de besten op een aankomst bergop. De Ronde van Slovenië is als het Hol van Pluto. Er is weinig media-aandacht, maar dat Edward die tweet de wereld instuurde, omdat hij zo had afgezien en ik het zo goed had gedaan, was een blijk van appreciatie en dat vond ik heel leuk.”

Tafelberg

Lietaers enige wereldkampioenschap waar hij aan deelnam was het WK op de weg voor juniores in Kaapstad, Zuid-Afrika, op 20 juli 2008. “Elke ronde moesten we de Tafelberg via een zijflank omhoog rijden. Een keer of zes, zeven. Heel speciaal.” Werd dat jaar wereldkampioen: de Fransman Johan Le Bon.

Valverde

Puerto de las Peñas Blancas is een bekende col in het Andalusische achterland die Lietaer af en toe beklimt als hij in de streek overwintert. “14 kilometer lang, met steile percentages, tot 1.400 meter hoog. Het leuke eraan is dat we die col tijdens de Ruta del Sol in 2016 in wedstrijd hebben gedaan. Het was tof om ook eens op mijn trainingswegen te kunnen koersen. Dat Alejandro Valverde er een hele demonstratie op zijn buitenplaat opvoerde, zal me altijd bijblijven. (grijnst) Zelf zou ik dat niet moeten proberen.”

De klimmer in Eliot Lietaer: van Aosta tot Zwevegemberg
© Getty Images

Wielertoeristen

Als Lietaer in Spanje overwintert, traint hij er geregeld met plaatselijke wielertoeristen. “Elke zaterdag spreekt men er om negen uur in Marbella af voor een vlakke rit van 100 kilometer langs de kust, ideaal voor mij om ook eens wat snelheid te trainen. Er rijden trouwens ook enkele heel goed getrainde ex-profs mee, zoals Luca Solari die de GP Cerami op zijn palmares heeft staan. En dan is er nog een ex-profrenner van iBanesto die ooit een rit in de Ruta del Sol heeft gewonnen. Zijn naam ken ik niet, maar het was een helper pur sang. En op zijn 45ste is hij nog altijd een echte tempobeul. Hij kan rijden als een beest.”

De klimmer in Eliot Lietaer: van Aosta tot Zwevegemberg

Zwevegemberg

Lietaer groeide op in Zwevegem. “En ook daar heb je bergen”, lacht hij. “Vroeger lag de aankomst van de profkermiskoers van Zwevegem (intussen is de GP Marcel Kint een UCI-wedstrijd, red.) op Zwevegemberg. Frank Vandenbroucke won er ooit in zijn trui van Fassa Bortolo. Het is een klim van 300 meter aan vijf procent. Meer stelt het niet voor, hoor.” Een andere speciale klim in Lietaers geboortestreek is de Tiegemberg. “Het is mijn oudste herinnering aan bergop rijden. Toen ik nieuweling was, reed ik voor mijn grote training op woensdag vanuit Zwevegem en een omweg naar de Tiegemberg en zo terug naar huis.”