Aaron Verwilst: “Als je tegen zo’n Valverde moet koersen, doet dat iets met je”

Tom Vandenbussche

Na twee campagne als belofte stapte Aaron Verwilst vorig jaar op 20-jarige leeftijd over naar de profs. De Ruiseledenaar van Sport Vlaanderen-Baloise kende een moeilijk debuutseizoen, maar liet ook flitsen van talent zien. Krant van West-Vlaanderen sprak tijdens de voorbije ploegstage in Calpe uitgebreid met Verwilst. “Die grote namen in het profpeloton maken indruk op een jonge renner.”

Aaron Verwilst zette als nieuweling zijn eerste stappen in de wielersport bij de Tieltse Renners. Eind 2013 toonde hij al meteen zijn talent door in eigen streek de Keizer der Nieuwelingen te winnen voor Belgisch kampioen Sasha Weemaes, intussen zijn ploegmaat bij Sport Vlaanderen-Baloise. De zomer erna zette hij als eerstejaars de Ronde van Vlaanderen voor juniores naar zijn hans voor Jan Maas en Wiebren Plovie. Toen al was duidelijk dat Verwilst, die begeleid werd door de vader van Pieter Vanspeybrouck, een profrenner in spe was.

Je was met tien zeges geen veelwinnaar bij de jeugd, maar je won wel enkele grote koersen en werd vierde op het EK voor juniores in Tartu. Welke momenten zijn het meest bijgebleven?

Verwilst: “De Ronde van Vlaanderen was heel speciaal, zeker omdat het zo onverwachts kwam. En ook de Keizer der Nieuwelingen, als plaatselijke man, kwam als een grote verrassing. Ook als junior en belofte beleefde ik mooie momenten met mijn deelname aan de Baby Giro en de Ronde van de Toekomst.”

Wanneer heb je voor het eerst gevoeld: ik kan prof worden?

Verwilst: “Toen ik als tweedejaarsbelofte de Ronde van België met de nationale selectie (in 2017, als ploegmaat van eindwinnaar Jens Keukeleire, Oliver Naesen en Jan Bakelants, red.) mocht rijden. Toen voelde ik: ik kan mee met de grote mannen en ooit kan ik hier ook tussen rijden.”

Sinds 1 januari 2018 ben je prof. Hoe heeft het afscheid aan je jeugdcarrière aangevoeld?

Verwilst: “Het werd allemaal een beetje serieuzer. Plots kwam ik in een ploeg terecht waarin het er professioneler aan toeging. Alleen al het personeel dat we hier op stage ter beschikking hadden: drie ploegleiders, vier verzorgers, twee mecaniciens, een trainer, een diëtiste… Wij, renners, moeten enkel fietsen en rusten. Al de rest wordt voor ons gedaan.”

Je hebt je als neo een paar keer kunnen tonen. Is er een moment dat jou is bijgebleven?

Verwilst: (knikt) “De winst in het tussenspurtenklassement in de Ruta del Sol was heel mooi, net als mijn deelname aan enkele klassiekers. Vooral de Amstel Gold Race blijft me bij. Ik heb er veel leergeld betaald, maar was onder de indruk van het vele volk langs de kant van de weg. Echt indrukwekkend. Het was ook de sterkst bezette wedstrijd van het jaar, want naast de specialisten van de Ardennenkoersen en zelfs enkele ronderenners stonden ook bijna alle grote namen uit het Vlaamse voorjaar aan de start.”

Ik zal dit seizoen nog altijd één van de jongste renners in het peloton zijn

“Die grote namen in het profpeloton maken toch wel indruk op een jonge renner. Als je in Mallorca tegen zo’n Valverde moet koersen, doet dat iets met je. Als je hem dan ook nog eens zo ziet presteren, besef je: ik moet nog veel sterker worden.”

Je kende ook enkele moeilijke momenten, vooral toen je vanaf augustus door vermoeidheid niet meer mocht koersen.

Verwilst: “Ik sukkelde met een bacterie in mijn bloed. De oorzaak? Moeilijk te zeggen. Ik werkte in juli nochtans een prima stage in de Vogezen af, maar vanaf augustus zat mijn seizoen er al op. Ik mocht half september weer beginnen te trainen, maar we hebben beslist om iets langer te rusten en begin oktober de voorbereiding op 2019 te hervatten. Straks, als ik op Mallorca hernvat, zal ik zes maanden niet gekoerst hebben. Ik kijk er enorm naar uit.”

“Ik heb een heel goede winter achter de rug. In december kon ik hier in Calpe een prima stage afwerken en ook met de ploeg is het tiendaagse trainingskamp naar wens verlopen. Het was een lange winter, maar die is werkelijk voorbijgevlogen. Ik heb het gevoel dat ik een stap vooruitgezet heb.”

Ben je intussen afgestudeerd?

Verwilst: “Nog niet helemaal, want ik moet mijn bachelorproef (Verwilst studeert bouwkunde, red.) nog afwerken. Maar in augustus heb ik mijn laatste examens met succes afgelegd.”

Wanneer zal Aaron Verwilst eind 2019 tevreden zijn?

Verwilst: “Ik ben vroeg prof geworden en zal dit seizoen nog altijd één van de jongste renners in het peloton zijn. Ik hoop opnieuw een stap te kunnen zetten en misschien eens een uitslag te rijden.”

Ploegleider Hans De Clercq: “We moeten Aaron verder laten ontwikkelen”

Ploegleider Hans De Clercq zag Aaron Verwilst een jaar geleden als 20-jarige neoprof veelbelovend debuteren in de Ruta del Sol in Zuid-Spanje, waar de Ruiseledenaar na een dag in de vroege vlucht meteen het tussensprintklassement op zijn naam kon schrijven. “Aaron heeft natuurlijk wel een deel van zijn seizoen mislopen, maar liet tijdens de voorbije ploegstage wel een heel goeie test optekenen. Hij blinkt en heeft goesting en honger. Het ziet er goed uit. Aaron is iemand met een grote motor. We moeten hem nu verder laten ontwikkelen. In de Waalse koersen, want vorig jaar zijn we tot de vaststelling gekomen dat het Vlaamse werk hem niet zo goed ligt. Aaron is heel jong. Hij heeft nog tijd, wat natuurlijk niet wil zeggen dat hij in zijn tweede campagne bij de profs niet af en toe iets mag laten zien.”