Ward Vander Meiren trekt na zwaar ongeval toch weer naar de Hel van Kasterlee, de zwaarste duatlon ter wereld

Ward Vander Meiren deed zijn eerste looptrainingen na het ongeval samen met zoontje Achiel (5), voor de foto deden ze dat graag nog eens over. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

Ward Vander Meiren staat zondag 19 december aan de start van de Hel van Kasterlee, de zwaarste duatlon ter wereld. En dat is al een wonder op zich nadat hij anderhalf jaar geleden in levensgevaar verkeerde na een ongeval met de fiets. Maar Ward vocht terug en zal straks weer ruim acht uur afzien met een goed doel voor ogen. Met zijn deelname steunt hij immers de vzw Victor.

Ward Vander Meiren (38) woont met Elise Depoorter en zoontje Achiel (5) in de Pater Damiaanstraat in Roeselare. Hij koerst nog altijd bij de elite zonder contract en doet er straks nog een jaartje bij. “Ik ben dan ook laat begonnen”, zegt hij. “Ik zocht bij het koersen wat variatie en in 2013 ben ik dan in de duatlonwereld gerold. En eens in dat circuit, ben je vertrokken. In 2013 deed ik ook al voor de eerste keer mee aan de Hel van Kasterlee.”

De Hel van Kasterlee is de zelfverklaarde zwaarste duatlon ter wereld. “De eerste keer deed ik gewoon mee voor de fun, ik wilde aan den lijve ervaren of ik er aanleg voor had. Maar het smaakte naar meer en jaar na jaar ben ik me specifieker beginnen voorbereiden.”

Met fiets onder tractor

Ward was telkens van de partij, maar in 2018 sloeg het noodlot voor een eerste keer toe. “Tijdens het lopen scheurde mijn achillespees. Een rare gewaarwording, maar ik moest wel een jaar revalideren. In 2019 leek ik niet aan de start te komen, omdat ik kort voor de wedstrijd die altijd in december wordt betwist mijn sleutelbeen had gebroken. Pech bleef me dus achtervolgen. Ik kon dus niet voluit trainen, maar verscheen toch aan de start. Ik eindigde toen pas 47ste – mijn beste notering ooit was tiende – maar had toch de finish gehaald.”

Lastiger mag de Hel van Kasterlee niet meer worden; het moet ook nog menselijk blijven

Maar op 19 juli 2020 sloeg het noodlot nog eens heftig toe. Samen met twee koersvrienden was Ward in Kemmel aan het trainen toen hij op een kruispunt werd gegrepen door een tractor met sproeimachine. “Van het ongeval zelf herinner ik me niets meer. Ik weet wel nog dat we samen gaan trainen waren en dat we op een bepaald moment bovenop de Kemmelberg stonden. Maar daarna niets meer… Ik ben dan ook door het oog van de naald gekropen. Ik verkeerde in levensgevaar. Na vier dagen op de dienst intensieve zorgen in Ieper werd ik naar AZ Delta in Roeselare overgebracht. Daar kwam ik terecht in de kundige handen van dokter Mark van Dijk, een arts die heel sportminded is.”

De ravage in zijn lichaam was enorm. “Scheenbeen en bovenbeen waren gebroken, net als mijn elleboog en mijn bekken. Ook de gewrichtsbanden waren gescheurd. Ik zit nu nog vol met spillen en bouten, die worden er in principe uitgehaald eind december. Als corona dat zal toelaten tenminste.”

Botoedeem, net als Evenepoel

Van sporten zou er in eerste instantie geen sprake meer zijn. “Ik zou wellicht nooit meer kunnen lopen en fietsen, maar ik herstelde relatief vlot. In het begin begon ik met looptochtjes van 500 meter, samen met mijn zoontje. Dus heel traag, maar meer kon ik ook niet. Ik kampte ook met botoedeem, hetzelfde probleem waar Remco Evenepoel mee sukkelde bij de terugkeer na zijn zware val.”

Ook het fietsen hervatte Ward. “Maar ik ben nog altijd meer op mijn gemak met de mountainbike in de natuur, dan met de koersfiets op de weg. In het lopen moest ik de belasting weer wat gewend worden, maar je kan mijn trainingen nu niet vergelijken met pakweg 2017 toen ik tiende werd. Ik neem ook geen risico’s uiteraard.”

En uiteindelijk besliste Ward om opnieuw te starten in de Hel van Kasterlee. “Voor de achtste keer. Van de vorige zeven edities liep ik er zes uit, in 2018 scheurde ik dus mijn achillespees. De wedstrijd wordt op zondag 19 december betwist, het is nu ook hout vasthouden dat ik geen coronabesmetting oploop.”

Ward Vander Meiren rijdt na zijn ongeval nog liever met de moutainbike in de bossen, dan met zijn koersfiets op de weg.
Ward Vander Meiren rijdt na zijn ongeval nog liever met de moutainbike in de bossen, dan met zijn koersfiets op de weg. © Stefaan Beel

Maar wat maakt de Hel van Kasterlee nu de zwaarste duatlon ter wereld? “Er is ten eerste al de afstand, 15 kilometer lopen, 117 km met de mountainbike en dan opnieuw 30 kilometer lopen. Ik ben renner van origine, het fietsen ligt me dus iets beter. Maar dat gebeurt in de bossen en in de volle modder, enorm lastig. En je sluit daarna af met nog eens 30 kilometer lopen. Het mag ook niet veel zwaarder worden, het zou anders niet meer menselijk zijn.”

Seppe Odeyn, die in 2016 wereldkampioen duatlon werd, won sinds zijn eerste deelname in 2012 acht keer op rij. “Hij heeft de wedstrijd nog meer bekendheid gegeven, er zijn nu ook deelnemers uit het buitenland. Maar het overgrote deel blijven wel Belgen natuurlijk.”

Steun de vzw Victor

Aan zijn deelname dit jaar heeft Ward ook een goed doel gekoppeld. “Door mijn broer die autismespectrumstoornis heeft, leerde ik de vzw Victor uit Roeselare kennen. Die mensen hebben het door covid ook niet makkelijk gehad en kunnen elk duwtje in de rug gebruiken.”

Als de omstandigheden het toelaten, zal de familie van Ward ook aanwezig zijn om te supporteren, net als enkele collega’s van Vind!, waar Ward aan de slag is als commercieel consulent.

“Terwijl ik vroeger met een bepaalde druk aan de start kwam, kan ik dit keer meer ontspannen toeleven naar de wedstrijd. Aankomen is mijn doel. Het zal al een overwinning op zich zijn, gezien het na mijn ongeval een utopie leek dat ik ooit nog zou kunnen deelnemen.”