“Marges tussen ploegen zijn klein”: coaches Menen en Knack blikken vooruit op play-offs volleybal

Krijgen we dit jaar opnieuw een volledig West-Vlaamse titelfinale? (foto VDB) © VDB / Bart Vandenbroucke VDB
John Taillieu
John Taillieu Medewerker KW

Knack Roeselare was oppermachtig tijdens het reguliere volleybalseizoen. Na het winnen van de Supercup en de beker zijn ze meer dan ooit de uitgesproken favoriet om een vierde opeenvolgende titel binnen te halen. Krijgen we een volledig West-Vlaamse titelfinale? Het zou zomaar kunnen want ook Decospan Menen plaatste zich voor de play-offs. Coaches Steven Vanmedegael en Frank Depestele blikken vooruit.

1. Met welke ambitie starten jullie aan de play-offs?

Knack Roeselare was heer en meester tijdens het reguliere seizoen. Veertien overwinningen en slechts twee nederlagen. Nederlagen die er bovendien kwamen toen de ploeg niet op volle sterkte was. Op de openingsspeeldag tegen Menen kon coach Vanmedegael niet rekenen op zijn internationals en de nederlaag tegen eeuwige rivaal Maaseik was met een volledig geroteerde ploeg. Menen nestelde zich na een eindsprint op de vierde plaats.

Depestele: “Deze nieuwe fase van de competitie betekent ook een nieuwe start. Onze ambitie is een plaats bij de top vier. We willen beter doen dan vorig jaar, toen kenden we moeilijke play-offs (Menen kon slechts één wedstrijd winnen en eindigde als laatste, red.). We hopen om dit keer een betere start te kunnen maken. Onze openingswedstrijd op Leuven is zaterdag al heel belangrijk.”

“Ook wij gaan voor de titel, je speelt niet voor een tweede of derde plaats” Depestele (Decospan Menen)

Vanmedegael: “Het grote doel is natuurlijk om de finale te bereiken. De twee finalisten komen volgend seizoen uit in de Champions League. Dat Europese ticket is heel belangrijk voor onze sponsors. Ons seizoen verloopt momenteel vrij goed. We behaalden de Supercup, wonnen de beker en legden een vrij aardig Europees parcours af. We starten nu met een perfecte uitgangspositie aan de volgende fase van de competitie. Het is zaak om ons zo snel mogelijk te kwalificeren voor de finale en het bijbehorende Europese ticket. Ondanks de twee prijzen is er sowieso altijd heel veel druk, dat hoort zo bij een topclub.”

2. Wanneer zijn de play-offs geslaagd?

Zes ploegen knokken onderling voor de twee finaletickets. Knack Roeselare lijkt sowieso een zekerheid maar voor de andere finaleplaats liggen de waardeverhoudingen erg dicht bij elkaar. Misschien kan Menen wel stunten?

Depestele: “Ik verwacht heel open play-offs. Bijna iedereen kan van iedereen winnen. Roeselare zal wellicht de sterkste ploeg zijn, maar daarna ligt er heel veel open. Wij willen de top vier halen maar dat zal niet gemakkelijk zijn. We starten tegen Leuven en Aalst, veel hangt dus af van een goede start. Daarna volgen de kleppers Roeselare en Maaseik. Maar als we in onze eerste twee wedstrijden punten pakken, is alles mogelijk. Een eventuele finale is zeker geen stap te ver, er ligt heel veel open.”

Voor Steven Vanmedegael is een finaleticket het absolute minimum.
Voor Steven Vanmedegael is een finaleticket het absolute minimum. © VDB / Bart Vandenbroucke VDB

Vanmedegael: “Een finaleticket is het absolute minimum. Het is natuurlijk jammer dat we maar met één punt voorsprong starten terwijl we een grote voorsprong hadden in de reguliere competitie, maar dat is nu eenmaal het format. Na ons waren de verschillen in het klassement klein. Een aantal teams kunnen heel ontspannen spelen, die hebben namelijk niks te verliezen en dat kan gevaarlijk zijn. De kalender is heel slecht. We starten met een verplaatsing naar Aalst en ontvangen dan thuis Maaseik. Dan heb je twee mogelijkheden: je start goed en dan ben je onmiddellijk goed gelanceerd. Ofwel start je slecht en sta je de rest van de wedstrijden onder druk. Maar dit is nu eenmaal de periode waarvoor we het allemaal doen.”

3. Wie wordt kampioen?

Als de logica van de competitie doorgetrokken wordt, dan behaalt Knack Roeselare hun vierde opeenvolgende landstitel. Het zou hun totaal op vijftien brengen, nog slechts één oppergaai verwijderd van eeuwige rivaal Greenyard Maaseik. Kan iemand hen nog van de titel houden? En wordt het opnieuw een klassieke tweestrijd met Maaseik?

Depestele: “Roeselare is wel topfavoriet maar ze zijn nog niet op voorhand gewonnen. Ook wij gaan voor de titel, je speelt niet voor een tweede, derde of vierde plaats. We klopten hen op de eerste speeldag, een nieuwe stunt zit er zeker in. In de bekerfinale hadden we ook kansen die we niet afmaakten. Sowieso ontvangen we hen op de derde speeldag bij ons thuis en gaan we die wedstrijd proberen te winnen.”

Vanmedegael: “Het is nog te vroeg om te zeggen dat het weer een titelduel tussen Maaseik en onze ploeg zal worden. Die tweestrijd is mogelijk maar ik sluit ook Leuven en Aalst niet uit voor de finaleplaatsen. We starten allemaal opnieuw en de marges zijn klein. Een slechte wedstrijd betekent dat je weer van 0 mag herbeginnen. Sowieso starten we relatief fris aan de play-offs. De laatste wedstrijden hebben we kunnen roteren. Op die manier kwam iedereen nog eens aan spelen toe. Nu moeten we gewoon verder gaan op ons elan. Doorheen het seizoen toonden we twee belangrijke parameters: kwaliteit en een constante in ons spel.”

Depestele mikt deze play-offs hoog met Menen. Het wordt dan ook zijn afscheidstournée, want volgend seizoen verkast hij naar Aalst.
Depestele mikt deze play-offs hoog met Menen. Het wordt dan ook zijn afscheidstournée, want volgend seizoen verkast hij naar Aalst. © VDB / Bart Vandenbroucke VDB

Depestele over vertrek

Frank Depestele kiest na vijf seizoenen Decospan Menen voor een nieuw avontuur bij Lindemans Aalst. Depestele keert zo terug naar de ploeg waar hij tussen 2015 en 2018 spelverdeler was. Hij leidde Menen naar twee opeenvolgende bekerfinales waarin Knack Roeselare telkens te sterk was. “Ik heb hier vijf mooie jaren gehad en wil dit hoofdstuk op een mooie manier afsluiten. Ik heb altijd heel graag in Menen gewerkt en ik zal de mensen hier enorm missen. Er begon echter wat sleet op te raken en voor mij persoonlijk was het nodig om eens te veranderen, dat heeft zeker niks met de club te maken. Als je vijf jaar bij dezelfde club kan blijven, heb je goed gepresteerd. De afstand speelt ook een rol. Ik heb het altijd heel graag gedaan, maar ik spendeer veel tijd in de wagen. Vanuit het Brusselse is dat telkens een uur rijden, naar Aalst is het maar 20 minuutjes. Qua spelersbudget zijn Menen en Aalst vergelijkbaar, al wordt er in Aalst wel professioneler gewerkt.” (JT)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier