Al 25 jaar is Wouter Vander Stricht – met WVS als initialen – schrijvend actief in de regionale sportwereld. Maar ook als actief (mini)voetballer en sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes.
Toen
Onze wegen kruisten twee keer met Patrick Verheule (53): bij VK Kachtem en E. Hooglede. Evenveel keer was zijn vertrek bij ‘onze’ ploeg bizar te noemen.
Nu
Na een kleine pauze in zijn trainerscarrière is Patrick nu opnieuw trainer bij Ol. Ledegem waarmee hij 25 jaar geleden al kampioen speelde. Hij volgt ook zijn zoon Nathan die bij de B-ploeg van KSV Moorsele speelt.
Dik 20 jaar geleden leerden we Patrick Verheule persoonlijk kennen toen hij trainer werd bij VK Kachtem. Maar daarvoor hadden we al over hem gepend toen hij met Ol. Ledegem kampioen werd. Van al zijn seizoenen heeft de Ledegemse oefenmeester, die nu met zijn vrouw Greet Claeys en zoon Nathan (18) in Sint-Eloois-Winkel woont, overigens een mapje met fiches van de wedstrijden bewaard.
Ledegem was niet je eerste ploeg als hoofdtrainer?
“Nee, ik begon bij VK Dadizele als jeugdtrainer. Danny De Cubber, die nog twee Europcupfinales met Club Brugge had betwist, was er toen trainer van de eerste ploeg. Hij had een 30-tal spelers onder zijn hoede, een hulptrainer was toen nog niet in de mode. Maar hij vroeg hulp aan het bestuur en men kwam bij mij uit. Ik volgde toen ook al Heizelschool. Toen gold nog het tweepuntensysteem en we startten met 2 op 16 en Danny gooide handdoek. Hoewel ik pas 27 jaar was, ijverden de spelers ervoor dat ik kon overnemen. Ik gaf toen voor die tijd vernieuwende trainingen. We konden ons vanuit de kelder van het klassement naar de eindronde ophijsen en wonnen die ook nog. We promoveerden naar tweede provinciale. Dat seizoen was ook John Ottevaere aangetrokken als speler en het bestuur had hem beloofd trainer te mogen worden. Wat zo ook geschiedde. Ik wilde gerust hulptrainer blijven, maar dat kon financieel niet.”
Dus trok je maar naar Ledegem?
“Maxim Vandamme was er net trainer geworden. Iemand waarvan ik veel kon opsteken, dus ging ik graag op het aanbod in. Maar nog voor de competitie begon begaf de nieuwe heup van Maxim het. Ik nam voorlopig over, maar al snel zou blijken dat het herstel van Max veel tijd zou vergen en ik werd hoofdtrainer. In een ploeg waar ook mijn broer Christof speelde. Samen met Ricky Vansteenkiste vormde hij er toen het spitsenduo, samen maakten ze 40 goals. De piepjonge Steven Beernaert stond toen in de goal. Hoewel we ook geen fantastische start maakten, speelden we toch nog kampioen met bijna louter Ledegemse jongens.”
Twee jaar trainer en twee promoties: je kon je wel een slechtere start indenken.
“Het jaar erop betaalden we de tol van het succes. Ons spitsenduo trok naar Wervik. Met een afgeroomde spelersgroep konden we ons uiteindelijk redden. De prestatie was haast nog straffer. Dat jaar was er in de degradatiestrijd in onze reeks ook een omkoopschandaal, met onder meer dokter André Gyselbrecht, die toen voorzitter was van GL Ruiselede.”
Maar in je periode als trainer bij Ledegem won je ook het groot lot!
(lacht) “Ja, ik ben toen inderdaad samen geraakt met het meisje dat toen in de kantine stond. En ondertussen is Greet nog altijd mijn vrouw.”
Volgende halte bleek De Ruiter !
“Ik kon er dat eerste seizoen mijn stempel niet drukken op de transfers en we speelden middenmoot in vierde provinciale, het tweede haalden we de eindronde. Voor de finale tegen Westende had ik geijverd om met de bus de verplaatsing te maken, het bestuur ging akkoord. Tot we de heenwedstrijd met 0-2 verloren. Wijlen voorzitter Freddy Seynaeve wilde het afblazen. Maar we konden dat verhinderen. En champagne en bloemen moesten we ook niet meedoen naar de kust, de thuisploeg zou die wel voorzien, omdat ze ervan uitgingen dat ze gingen winnen. Resultaat: wij zegevierden met 1-3, promoveerden en dronken de champagne van de thuisploeg uit.”
Maar ondertussen had je al getekend bij VK Kachtem.
“Ja, toen een tweedeprovincialer en wij met De Ruiter in vierde. Maar resultaat was dat we dat seizoen allebei in derde provinciale zaten.”
Het eerste seizoen eindigde daar in de subtop, maar in het tweede seizoen gaf je er de brui aan halfweg oktober, wat niemand had zien aankomen. Maar je vertrek had je tegen kantinehoudster Frieda Viaene al aangekondigd door voor de match je “laatste koffie” te drinken!
“We verloren thuis met 0-3 van Lendelede met een ploeg waarmee we los kampioen moesten spelen. Kijk eens naar die namen (bladert in zijn fiches) . En uiteindelijk is Kachtem dat jaar zonder mij nog gepromoveerd.”
Daarna ging het richting de Westhoek met SK Vlamertinge en FC Poperinge.
“Ook mooie jaren, met Vlamertinge stonden we achterin toen ik overnam en we haalden nog de eindronde. Toen ik in Poperinge overnam, was het om de club te redden en dat lukte.”
Bij Hooglede kruisten onze wegen opnieuw. Maar ook je vertrek daar was allerminst alledaags.
“Het eerste jaar hadden we de eindronde gespeeld, het tweede seizoen hadden we een nog sterkere ploeg. We hadden misschien wel té veel goede spelers. Dus de helft zat er bij de beloften. We speelden ook iets te veel gelijk tot ik dat mailtje kreeg.”
Welk mailtje?
( opent zijn portefeuille en dist een print van een mailtje uit 2006 op) “Er werd mij gevraagd de selectie op voorhand aan het bestuur mee te delen in functie van eventuele bijsturingen. Bij mij pakt dat dus niet. We stonden voor de topper tegen SK Staden. Ik deed mijn zin, we wonnen die wedstrijd, maar de dinsdag was ik ontslagen.”
“Bij OMSI waarde de geest van Joost Malfait rond”
Daarna Westrozebeke, vooraleer je naar het verre Proven trok.
“Ja, 40 minuten rijden, maar ik voelde me er meteen in mijn sas. Ik zou er vier jaar blijven, evenveel fantastische seizoenen. We namen uiteindelijk afscheid, omdat het een dure bedoening werd. We haalden telkens 60 punten.”
Je maakt er mee het verschil in de kantine.
“De kantine heet er ‘de beste plekke’. Dus als je naar een speler zijn beste plaats vraagt, wist je meteen het antwoord. Je moet een groep smeden en daar kon het fantastisch. Het zit snor als de ploeg én de kantine draait. We gingen er ook vaak langs bij cafés die ons sponsorden. En dan bracht ik wel eens een ode aan Urbanus en deden de spelers een polonaise waarbij ze plots uit het keldergat achter de toog kwamen gekropen. Onvergetelijke momenten.”
Tussenin was je ook even bij OMS Ingelmunster neer gestreken.
“Maar daar haalde ik de start van het seizoen niet. Er was een bestuurswissel geweest, de nieuwkomers in het bestuur wilden niet verder met Joost Malfait. Maar de geest van Joost bleef daar in de kleedkamer hangen. Ik wou een doorstart nemen, gaf ook heel wat jonge gasten een kans. Maar dat was zonder de gevestigde waarden gerekend. In augustus kwam er een einde aan dit kortstondig avontuur in vierde klasse en haalde men Joost terug.”
Ondertussen is de cirkel rond: nadat je VK Dadizele trainde ben je nu weer bij Ol. Ledegem gearriveerd.
“Ik nam over in het stopgezette seizoen 2019-2020, waar we dus na omrekingen 0,1 punt te kort kwamen om ons te redden. Dit seizoen werd het seizoen geannuleerd. Maar volgend seizoen willen we een eindrondeticket halen. Ledegem verdient een ploeg in derde provinciale.”
Na een kleine pauze in zijn trainerscarrière is Patrick nu opnieuw trainer bij Ol. Ledegem waarmee hij 25 jaar geleden al kampioen speelde.
Sportretro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier