WVS duikt in zijn sportgeheugen (aflevering 4) – Jean Yves Van Den Berghe: “Rik Van Steenbergen zat bijons pa in de tribune”
Al 25 jaar is Wouter Vander Stricht – met WVS als initialen schrijvend actief in de regionale sportwereld. Maar ook als actief (mini)voetballer en sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes.
1/23
2/23
3/23
4/23
5/23
6/23
7/23
8/23
9/23
10/23
11/23
12/23
13/23
14/23
15/23
16/23
17/23
18/23
19/23
20/23
21/23
22/23
23/23
1/23
2/23
3/23
4/23
5/23
6/23
7/23
8/23
9/23
10/23
11/23
12/23
13/23
14/23
15/23
16/23
17/23
18/23
19/23
20/23
21/23
22/23
23/23
Toen
Medio 1998 strijkt bij VK Kachtem de toen 36-jarige Jean-Yves Van Den Berghe neer. Tussen de lijnen is het ‘op’, ernaast blijkt de Roeselarenaar wel een meerwaarde.
Nu
Op tv volgt Jean-Yves nog Club Brugge en als hij een oude voetbalmaat tegen het lijf loopt, is het nog altijd dolle pret. Verder geniet hij van zijn vier kleinkinderen.
De anekdote die we ons van Jean-Yves Van Den Berghe herinneren is een bekermatch tegen KSV Rumbeke. In de kantine, één hoog, vraagt een Rumbekenaar hoe hij in godsnaam bij Kachtem terecht is gekomen… ‘Niet moeilijk’, antwoordt Jean-Yves, ‘de voorzitter heeft me een speedboot als tekengeld gegeven en zo kan ik telkens via de vaart naar de training’. De Rumbekenaar blijkt het zowaar te geloven, onze ploegmaats vallen omver van het lachen.
Jean-Yves, je was toen al wat op het einde van je voetballatijn.
“Klopt. Daarna ben ik nog naar KSV De Ruiter geweest, maar ik kan me niet meer herinneren dat ik daar nog met het eerste elftal heb gespeeld. Bij Kachtem ook niet meer. Daarvoor speelde ik bij SK Westrozebeke en KSV Rumbeke en in Rumbeke scheurde ik opnieuw mijn kruisbanden. In Kachtem mocht ik nog deel uitmaken van een toffe bende reserven. Ik moest er ooit in de goal gaan staan. De legende wil dat ik bij een strafschop tegelijk naar links en rechts wilde duiken en zo uiteindelijk bleef staan.”
Dat waren de nadagen van je carrière.
“Ja, maar of ik nu in derde klasse of derde provinciale voetbalde, ik heb me overal gejeund en ik heb overal toffe mensen leren kennen.”
Je bent een product van de jeugdopleiding van ’t Sport van Roeselare.
“Ik haalde er op de duur ook de eerste ploeg onder John Huvaere. Maar in het tweede seizoen kwam ik in aanvaring met Lajos Kü, toen de nieuwe trainer bij SK en ooit nog vervanger van Raoul Lambert in de ECI-finale van Club Brugge. Ik wilde weg bij Roeselare, maar omdat ik al één officiële wedstrijd had gespeeld, kon dat niet zomaar. Het buitenland was een mogelijkheid, maar een deal met Duinkerke ging niet door. Ik trok toen maar naar de reserven van SV Waregem. Het was in de periode dat Waregem Europese triomfen vierde. Ik scoorde bij mijn eerste invalbeurt met de reserven tegen Antwerp. Een knal vanop 40 meter. Marc Millecamps deed ook mee in die match. Ik mocht dat seizoen bij Waregem blijven, maar woog te licht voor het eerste elftal. Maar mijn vader
Jullie vader was de legendarische Antoon Van Den Berghe, die in december 2016 overleed. Als sterverkoper bij Mini-Flat was hij ook op diverse plaatsen sponsor. En hij trok zijn twee zonen vaak mee. Dat was wellicht niet altijd even makkelijk?
“We kregen daar wel wat commentaar op. Maar op de duur leg je dat naast je. Ik heb zelf altijd geweten wat ik kon: ik was een werker op het veld. Ik speelde in diverse ploegen naast spelers die technisch meer onderlegd waren dan ikzelf. Met plezier knapte ik het vuile werk op voor Sidney Sumter, Patrick Vandevoorde, Luc Messelis, Nigel Smith…”
Met je broer Didier stond je eind jaren 80 mee aan de opgang van FC Roeselare!
“We werden meteen kampioen in eerste provinciale en het seizoen erop ook in bevordering. Daarna bleven we er nog twee seizoenen in derde klasse. Vervolgens trokken naar RC Heirnis Gent. De club was ambitieus, maar het werd geen topseizoen. We trokken er met zijn vieren naar toe, Didier en ik, maar ook de Zambiaantjes Lucky M’Siska en Stone Nyirenda ( beiden speelden in 1988 in Seoul op de Olympische Spelen met hun vaderland, red. ). Stone woonde toen in het Karnemelkstraatje, Lucky in een huis van mijn vader op de Schierveldewijk. Vier keer per week tuften we samen naar Gent. En als we eens wilden uitgaan? Dan gingen ze mee natuurlijk. Ik weet nog dat we met de hele ploeg verplicht aanwezig waren op de Gentse Feesten. Sportief was het geen topseizoen. Daarna trokken we naar KFC Izegem, al zat daar voor mij nog een jaartje SK Torhout tussen. Mijn broer was beter en ambitieuzer, ik had ook altijd oog voor het plezier ( lacht ). Maar toen Izegem op het punt stond kampioen te spelen en wij het tegen hen moesten opnemen met Torhout werd ik bij mijn ouders uitgenodigd voor een etentje. Mijn vader wilde dat ik me eens iets minder zou inzetten, maar dat kon ik mijn maten bij Torhout niet aandoen. Ik heb het nadien mogen horen. En het jaar erop speelde ik ook in Izegem.”
Ook beroepshalve stapte je in de voetsporen van je vader.
“Ik heb al mijn hele leven veranda’s verkocht, de eerste jaren aan de zijde van mijn vader. Hij was geen eigenaar van Mini-Flat, maar wel hun beste verkoper. Ik kon de stiel leren van de beste in het vak. Ik moest dan met hem mee en was ook min of meer zijn chauffeur. We reden ook naar Luik en Namen. En nadat mijn vader die mensen een veranda verkocht, werd hij ook nog eens bij hen uitgenodigd om te eten. Onze pa was geen gewone. Hij werkte tot laat in de avond, maar moest daarna ook nog eens zijn netwerk onderhouden. Ons ma is
Naar verluidt zat ook Rik Van Steenbergen vaak in de tribune op jullie matchen.
“We hadden inderdaad een bekende fan. Rik was kind aan huis bij ons, wij stelden ons daar geen vragen bij. Samen met onze pa had hij ook een bedrijfje. En als er eens een feestje was, dan huurde Rik een orkestje in. Maar hij heeft dus ook veel van onze matchen gezien.”
Op de duur reed de helft van de voetballers uit de regio ook op een fiets geschonken door je pa!
“Hij bracht die in als een soort sponsoring en als er eens een wedstrijd moest gewonnen worden, beloofde hij een fiets als extra premie. Dat was typisch mijn pa. Je hoorde hem ook goed langs het veld. En hij trekkebeende ook, het gevolg van een aanrijding op een zebrapad. Hij heeft zich nooit laten opereren.”
In die tijden kon en mocht er ook veel meer.
“Zeg wel. Ik was goed bevriend met wijlen Henk Houwaart junior, na training trokken wij vaak nog eens naar Brugge en zakten eens goed door, nu zou je dat niet meer doen. En ons pa heeft ook eens een straffe stoot uitgehaald. We moesten voor de beker spelen op het veld van Sint-Niklaas. De leiding was echt partijdig en twee van onze spelers, waaronder ikzelf, kregen rood. Dat zinde onze pa niet en hij trok tijdens de match naar de kleedkamer van de ref en scheurde er zijn kleren. Dat incident kwam ’s avonds op de nationale tv. De politie was opgetrommeld en kwam op onze spelersbus. Maar wij wisten niet wie dat gedaan had natuurlijk. Uiteindelijk bleek het onze pa te zijn. Dat zal nu al wel verjaard zijn zeker (lacht) . En als er weer eens een mosselsouper geweest was, dan vonden we altijd wel een ploegmaat waarbij we de schelpen in zijn auto verstopten. Dat stonk dan een tijdje tot hij die ontdekte.”
Hoe vergaat het je nu?
“Uit mijn eerste huwelijk heb ik twee kinderen, Anthony (35) en Jilly (30) en die zorgden ondertussen al voor vier kleinkinderen, mijn oogappels. Ik ben al 24 jaar samen met Jeanique Deceuninck, maar we zijn altijd apart blijven wonen. Sinds kort woon ik nu in Residentie Germanus in Beveren. Ik werk bij Verandas Demasure uit Tiegem, ik ben dus in de sector gebleven. Op voetbalwedstrijden zal je me normaal niet meer tegenkomen, maar ik volg wel alle matchen van Club.”
Op tv volgt Jean-Yves nog Club Brugge en als hij een oude voetbalmaat tegen het lijf loopt, is het nog altijd dolle pret. Verder geniet hij van zijn vier kleinkinderen.
Sportretro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier