WVS duikt in zijn sportgeheugen (aflevering 12) – Marc Nonkel: “Met acht spelers konden we nog zege forceren”
Al 25 jaar is Wouter Vander Stricht – met WVS als initialen – schrijvend actief in de regionale sportwereld. Maar ook als actief (mini)voetballer en sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes.
Toen
Marc Nonkel (66) maakte eerste furore als spits bij derdeklassers in de regio en bouwde vervolgens een trainerscarrière uit in het provinciale voetbal.
Nu
In 2012 sloot Marc het Roeselaarse filiaal van drukkerij Nonkel, een zaak die aan de vierde generatie toe was. Hij stopte ook als trainer en nu tennist Marc nog twee keer per week.
Onze voetbalwegen kruisten vaak die van Marc Nonkel. Ons selectief geheugen herinnert nog dat we met VK Kachtem het KFC Lendelede van Marc Nonkel uitschakelden in de eindronde, Marc houdt er nog een andere herinnering op na. “Die wedstrijd in de eindronde, dat klopt, maar ik weet nog dat wij ooit eens met 2-3 gingen winnen bij VK Kachtem. We stonden 1-2 voor, kregen een penalty tegen waardoor het 2-2 werd, maar in het tumult werden we tot acht spelers herleid. We wilden dat punt met drie spelers minder verdedigen tot we een corner kregen. Arsam Fatapour trapte die en ik stuurde nog één mannetje naar voor. Diegene die het snelst terug zou geraken om te verdedigen, maar die kopte die hoekschop wel niet binnen zeker en zo wonnen we met acht man met 2-3.”
Marc, door je Roeselaars voetbalverleden en het feit dat je er ook altijd je zaak runde, beschouwen we je als halve Roeselarenaar. Maar je groeide op in Izegem.
“Mijn ouders runden op de Korenmarkt Drukkerij Nonkel. Aimé, Clovis en onze pa Lucien waren de drie generaties voor ons. Mijn broer Yves en ik kwamen na onze studies in de zaak. Mijn broer had voor drukker geleerd, ik mocht het bijhuis op de Grote Markt in Roeselare
1/18
2/18
3/18
4/18
5/18
6/18
7/18
8/18
9/18
10/18
11/18
12/18
13/18
14/18
15/18
16/18
17/18
18/18
1/18
2/18
3/18
4/18
5/18
6/18
7/18
8/18
9/18
10/18
11/18
12/18
13/18
14/18
15/18
16/18
17/18
18/18
Je verloor ook veel te vroeg je broer!
“In december 1997. Hij was amper 45 jaar. Leukemie, net als mijn pa die slechts 52 jaar is geworden. Zelf heb ik nog beenmerg afgestaan voor mijn broer. Maar het mocht niet helpen.”
Je doorliep de jeugdopleiding van KFC Izegem, maar de echte doorbraak bleef uit.
“Vanaf mijn 17de zat ik bij de A-kern. Ik speelde de daaropvolgende jaren wel mijn wedstrijden, maar ieder jaar werd ook wel een andere spits gekocht. Op het einde van het seizoen deelden ze mee dat ik eigenlijk wel beter was, waarop ze een nieuwe spits kochten. Ik was dat beu en forceerde een overgang naar SK Roeselare. Ik werkte ondertussen in Roeselare en kende er wat volk. SK-voorzitter Albéric Van Eeckhout wilde me er bij, Henk Houwaart was trainer. We speelden kampioen in vierde klasse en ik scoorde meer dan 20 goals. Ik was nog eigendom van Izegem en die wilden me terug, maar ik was koppig en wilde niet. Mijn vader heeft me dan vrij gekocht.”
“Ik scoorde ook ooit drie keer tegen KFC Izegem”
“Ik trok vervolgens naar VG Oostende dat net uit tweede klasse was gezakt. Ze waren hyperambitieus, maar we zouden twee jaar op rij op de tweede plaats eindigen. Daarna volgde de fusie van VG en AS tot KV Oostende. Daarna keerde ik terug naar SK Roeselare. Vervolgens speelde ik twee seizoenen bij Dottenijs dat toen onder impuls van sponsor Damart naar derde klasse was opgeklommen. De derby’s tegen de beide Doorniks waren toen legendarisch. Daarna zakte ik af naar het niveau van eerste provinciale. Bij SK Gullegem had ik Jean-Marie Bol en Johny Thio als trainer, bij SK Oostnieuwkerke was ik ploeggenoot van onder meer Johan Heemeryck (Alheembouw) en daarna trok ik naar FC Roeselare waar Johny Thio ondertussen ook trainer was. Ook daar promoveerden we. Vervolgens voegde ik nog KFC Meubeleke toe aan mijn voetbal-cv en bij Dosko Beveren werd ik voor het eerst speler-trainer. Een functie die ik ook bij KSV De Ruiter vervulde.”
Daar sloot je ook je spelerscarrière af. Hoe blik je daar nu op terug?
“Met voldoening. Ik heb een zevental jaar in derde klasse gevoetbald en was ook vijf keer topschutter van mijn team met meer dan 20 goals. Ik heb ook in eerste provinciale een mooi slot aan mijn loopbaan kunnen breien. Ik ben altijd in de spits blijven staan, ik ben niet afgezakt op het veld. Mijn kwaliteiten? Een neus voor goals, zowel met de kop, links als rechts. Snel op de eerste tien meter, maar weinig uithouding. Met jaren verkleinde mijn actieradius wel.”
Welke waren je beste ploegmaats in die jaren?
“Ik denk toch dat ik als jonge gast bij Izegem tussen toppers als Patrick Vandevoorde, Chris Desmet, Freddy Maekelberghe… speelde. We speelden er ook legendarische wedstrijden tegen onder meer Aalst voor 6.000 toeschouwers. Paul Van Himst was toen speler-trainer bij Aalst.”
In die tijd werd wel eens geopperd dat KFC Izegem niet wilde promoveren!
“Ik kan daar weinig over zeggen. Als jonge gast was ik daar niet bij betrokken. Tegen Aalst wonnen we met 2-1 en ik scoorde. Met Roeselare speelde ik ook nog tegen KFC Izegem, ik scoorde drie keer. Mooie herinneringen.”
Nadat je de schoenen aan de haak hing, mocht je bij KFC Lendelede als trainer aan de slag.
“Omer Vandepitte was er toen sponsor en die kwam dagelijks de krant bij mij halen. In het eerste jaar konden we meteen de promotie vieren. Toen stond de oude kantine, waarin je nauwelijks recht kon staan, er nog. Daarna konden we de nieuwe accommodatie in gebruik nemen. We speelden vier keer tweede, maar promoveren was budgettair niet mogelijk.”
Na RC Lauwe, waar je kampioen speelde, trok je naar Dikkebus.
“Mijn vrouw is van daar afkomstig en mijn schoonvader heeft altijd gewild dat ik daar eens aan de slag ging. We promoveerden meteen, net als bij Geluveld waar ik nadien aan de slag ging. Ik was vervolgens ook nog een jaar hulptrainer van Peter Devos bij KFC Izegem en tot slot kon ik als trainer van ZK Dentergem nog eens kampioen spelen. We hielden zo SV Izegem, dat toen getraind werd door Filip Debruyne, van de titel. In mijn trainerscarrière mikte ik nooit hoger dan tweede provinciale, het moest immers te combineren blijven met onze zaak. Toen we de zaak in 2012 sloten, ben ik ook gestopt als trainer. Geen verplichtingen meer, enkel nog eens gaan kijken naar een wedstrijd van mijn ex-teams.”
Wie waren als trainer je topspelers?
“Je ziet er natuurlijk veel passeren, maar de ploeg bij KFC Lendelede met Stefaan Vergote in doel en Thierry Desmet en Arsam Fatapour voorin was wellicht de sterkste. Je weet wel, de ploeg van die 2-3 op VK Kachtem.”
Hoe vergaat het je nu?
“Zelf heeft corona me ook te pakken gehad. Ik ben aan het herstellen, maar snel gaat het niet echt. Maar dat komt wel goed. Verder ga ik nog twee keer per week tennissen. De meeste van mijn tennisvrienden zijn ook 60-plussers. Op dinsdag speel ik met procureur Frits Verhaeghe, vrederechter Chris Madou, oud-ploeggenoot Luc Espeel, gewezen Cerclespits Dirk Beheydt en Carol Sintobin. Op donderdag is dat met Gino Glorieux, Chris Sabbe, Luc Espeel en Glenn Vermeersch. We amuseren ons. We spelen altijd dubbelspel, maar aangezien we ook al wel eens kwaaltjes hebben of eens op reis zijn, bestaan onze groepjes uit vijf tot zes man.”
Sportretro
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier