Vluchteling Moussa (24) uit Mali wordt topschutter… in Langemark

Moussa Balla Camara: “Racisme? Eén keer, in een voetbalmatch. Ik heb niet gereageerd. Of toch, met mijn voeten. En met een goal!” (foto Joke Couvreur)
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Dit is het verhaal van Moussa Balla Camara uit Mali. Moussa was 20 toen hij in 2018 in het opvangcentrum van Fedasil in Poelkapelle terecht kwam. Gek van voetbal, kon hij aansluiten bij vierdeprovincialer VK Langemark-Poelkapelle. De Malinees integreerde zich bijzonder vlot, vond snel werk en trainde als een bezetene. Vandaag is Moussa 24 en topscorer in Vierde Provinciale – tweedeprovincialer Poperinge haalde hem al binnen. Maar zijn toekomst in België blijft onzeker.

Moussa is gek van voetbal. Hij was dat al van kleins af aan, hij voetbalde bij de jeugd van Real de Bamako. Zijn idolen waren Messi, Drogba en Ronaldo natuurlijk. Mali is een van de armste landen ter wereld maar behoeftig was zijn gezin, één broer en vier zussen, niet.

Maar een land dat al sinds de burgeroorlog in 2012 geteisterd wordt door bloedige onrusten, is geen veilig en fijn land om op te groeien en in 2018 kwam Moussa terecht in het opvangcentrum voor jonge asielzoekers en vluchtelingen van Fedasil (Federaal Agentschap voor de opvang van Asielzoekers, red.) in Poelkapelle.”

Het jaar daarvoor had Lieven Blomme, bestuurder van VK Langemark-Poelkapelle, het project Iedereen op het veld opgestart waarbij de vierdeprovincialer de kans gaf aan jonge vluchtelingen om te voetballen bij het voetbalclubje vlakbij. Moussa werd één van hen. Natuurlijk. Hij was toen nog een frêle, lange jongen van 20. Maar wel gek van het voetbal.

Keihard werken

“Ik was in Mali niet het grootste talent. Ik speelde toen ook nog niet in de spits, maar als middenvelder. En toen ik hier aankwam, sprong ik er ook niet meteen bovenuit. Ik had het vooral koud. (lacht) En ik moest mij aanpassen aan het voetbal hier, die combinatie tussen fysiek en techniek.”

(foto Joke Couvreur)
(foto Joke Couvreur)

“Maar ik werkte wel keihard. Dat doe ik nu nog steeds. Op elke training, twee keer per week, maar ook op alle andere dagen. Dan ga ik lopen, sprinten, coördinatie-oefeningen doen, jongleren met de bal voor mijn techniek… Of ik trek naar de fitnesszaal. Dat maakt mij fysiek sterker en gespierder. Zoals Ronaldo, hé. (toont biceps)”

“Ik weeg intussen 80 kilo voor 1,90 meter, dat is perfect voor mij, denk ik. (kijkt trots) En elke dag pomp ik minstens 200 keer! Dat ben ik ook tijdens de hele coronaperiode, toen er nog nauwelijks werd gevoetbald, blijven doen.”

Waarop de spits dit seizoen ontplofte. VK Langemark-Poelkapelle startte in Vierde Provinciale A uitstekend maar viel terug, het staat intussen zevende. Maar Camara bleef scoren, hij zit intussen al aan 34 goals, topscorer van heel Vierde Provinciale in onze provincie. Vijf hattricks, twee keer zelfs vier goals in één match.

En vorig weekend ook weer twee stuks. Trots: “Sinds september scoorde ik al elke maand dit seizoen.”

Integratie

“Misschien kunnen enkele jongens doorgroeien naar een competitieploeg”, liet Lieven Blomme bij de start van Iedereen op het veld noteren. Het spreekt dat Blomme vandaag bijzonder opgetogen is over de ontwikkeling die Moussa als voetballer maakte. Maar hij wijst nog liever naar diens integratie.

“Die jongen is een toonbeeld van integratie. Beleefd, ontzettend sociaal en hij volgde de inburgeringscursus. Hij heeft ook vast werk, bij biobakkerij De Trog. Na een afwezigheid van negen maanden, toen zijn asielprocedure stokte, mocht hij er meteen weer aan de slag, dat zegt alles.”

© JOKE COUVREUR

“Behalve zijn verblijf in het opvangcentrum van Fedasil is Moussa nog geen enkel moment ten laste geweest van de Belgische Staat. Het zou doodjammer zijn dat zo’n jongens, waar ter wereld ze ook vandaan komen, hier niet zouden kunnen blijven.”

Vriendin?

Moussa zelf wil liever niet praten over zijn onzekere toekomst. Hij wil eigenlijk alleen werken en voetballen. Voor iets anders heeft hij geen tijd. “Une copine? (lacht zijn tanden bloot) Ma copine est le football! Er is wel iemand, maar het voetbal primeert. Ik begrijp ook wel het belang van een goede vrouw, maar ik werk ‘s nachts in een bakkerij, van 23.30 uur tot 7.30 uur en overdag moet ik rusten, mijn eten maken, vooral Afrikaanse keuken maar niet te pikant dan, en trainen.”

’s Nachts werk ik in een bakkerij, overdag rust en train ik

“En voetbal kijken op televisie, liefst zoveel mogelijk. Alle ploegen eigenlijk. Ik supporter voor Club Brugge. Ik kijk vooral op naar Charles De Ketelaere, ik hou van zijn simpele spel. (denkt na) Maar Divock Origi is meer mijn type spits, denk ik. Een aanvaller die op de belangrijke momenten het verschil maakt bij Liverpool.”

Moussa woont met een vriend uit Gambia, met wie hij werkt in de bakkerij, in een flatje in het centrum van Ieper. Hij voelt er zich thuis: “Natuurlijk ken ik de Vesten.” En hij heeft er al veel vrienden, in zijn club wordt hij een allemansvriend genoemd.

“Dankzij het voetbal ben ik hier helemaal opengebloeid. Al was ik nooit echt timide, ik ben zeer sociaal. Ik ben doorgaans de eerste om plezier te maken. Zo kennen ze mij intussen ook op de club, iemand die graag voor de ambiance zorgt. En danst! Kijk maar (toont filmpjes van een zingende en dansende Camara in de kleedkamer). C’est moi!

© JOKE COUVREUR

Eenzaam voelt hij zich nooit, ondanks het gemis van zijn ouders en zijn broer en vier zussen. “We houden contact. Ze zijn trots op mij. En ze gunnen mij mijn droom.”

Ambities

Hij heeft in Ieper ook nog nooit last gehad van racisme. Of toch, één keer, in een match, een verdediger van de andere ploeg riep hem constant lelijke dingen toe. “Blablabla, hij was gestresseerd, zeker? Nerveus omdat hij geen vat op mij kreeg, denk ik. Ik heb niet gereageerd. Of toch, met mijn voeten. En met een goal!” (grijnst)

En intussen blijft Moussa keihard trainen. Alleen tijdens deze ramadan, waarin hij van zonsopgang tot zonsondergang niets mag drinken of eten, mindert hij wat.

“Al heb ik daar niet zo’n last van. Zondag speelde ik mijn eerste match zonder gegeten of gedronken te hebben en dat ging goed. (brede grijns) Ik scoorde toch?” Razend ambitieus is hij. “Ik begrijp best dat de meeste jongens van mijn ploeg voetballen voor het amusement. Maar voor mij is het zoveel meer. Ik wil er àlles uithalen.”

Transfer

En daarvoor moet alles wijken. Voor zijn verjaardag vroeg hij aan Lieven een leren bal, “om alleen te trainen, wat te jongleren.” En zo’n trapmatje, “om mijn explosiviteit te trainen.”

Het loont, die ambitie, die gedrevenheid en die 34 goals. Tweedeprovincialer Poperinge, meteen twee reeksen hoger, haalde hem recent binnen. Hij is dan ook bijzonder trots, maar ook een beetje verdrietig.

“Ik voetbal zó graag bij Langemark, het zal pijn doen om afscheid te nemen. Ik zie er iedereen graag en iedereen ziet mij graag. Maar ik mag deze kans niet voorbij laten gaan.”

© JOKE COUVREUR

Hij wil hoger. En zo hoog mogelijk. “Al van kinds af aan droomde ik ervan om profvoetballer te worden. Je weet nooit. Als je hard traint, is alles mogelijk, denk ik. In tweede provinciale straks opnieuw 34 goals? (lacht) Dat durf ik nog niet zeggen. Ik kom in een nieuwe ploeg terecht en moet iedereen nog leren kennen.”

Maar het is een mooie stap voorwaarts natuurlijk. Ik ga er ook meer verdienen, geld is niet onbelangrijk. Ik regel dat nog allemaal zelf. Misschien moet ik ooit een manager nemen, zeker? Maar eerst moet ik mij nog meer tonen.”

(FB)