Op schema voor promotie: zes redenen waarom Zulte Waregem er beter voor staat dan vorig seizoen

© BELGA
Redactie KW

“We willen graag een kloofje slaan van vijf tot zes punten met een andere ploeg.” T2 Mo Messoudi beschikt over een glazen bol. Twee weken na deze uitspraak is het een feit. Essevee staat op kop met La Louvière na de winst bij Jong Genk. En de kloof bedraagt… vijf punten. Een analyse waarom het zo vlotjes loopt aan de boorden van de Gaverbeek.

1. Goalgetter Vossen

Nog vaak denken we terug aan een uitspraak van clubicoon Mbaye Leye. “Ik ben als wijn. Hoe ouder ik word, hoe beter ik word.” Het is een metafoor die opgaat bij nog spelers en dan moeten we automatisch in de richting van Jelle Vossen kijken. De 35-jarige aanvoerder kwam in 12 wedstrijden in de Challenger Pro League in actie en scoorde daarin 11 keer en de Limburger was ook goed voor één assist. Met andere woorden: om de negentig minuten is Vossen beslissend, als we naar de competitie kijken.

Op speeldag negen werd Vossen gehuldigd voor zijn 600ste wedstrijd als prof, maar toen bleef hij op de bank zitten. Coach Sven Vandenbroeck koos voor een andere tactiek en Opoku opereerde als centrumspits om met zijn wendbaarheid hoger te kunnen storen. Het vuur was alleszins aangewakkerd bij Jelle Vossen om zijn coach ongelijk te bewijzen. In de vier wedstrijden die daarop volgden, was de goaltjesdief goed voor acht goals. De topper tegen La Louvière werd met 2-1 gewonnen, met (wat dacht je) twee doelpunten van Vossen. “Hij bewees nog maar eens hoe belangrijk hij is voor ons”, sprak Vandenbroeck na de match op Jong Genk. “Er is al veel gezegd over die 600ste match, maar je kunt er niet rond dat hij nu perfect uitvoert wat ik van hem verlang. Als je kijkt naar zijn recuperatie, is die exemplarisch voor deze groep.”

2. People manager en coach Vandenbroeck

De kleine barstjes die er al zouden geweest zijn, zijn opnieuw gelijmd tussen coach Sven Vandenbroeck en aanvoerder Jelle Vossen. Op die ene wedstrijd na, maakte Vossen dit seizoen quasi alle wedstrijdminuten vol en loofde de oefenheer zijn centrumaanvaller al vaker.

Daarnaast zijn er weinig kliekjes te bemerken in de spelersgroep. Zo valt het op dat na een training soms spelers blijven hangen om samen een gezelschapsspel te spelen. De resultaten zijn prima en dat draagt bij tot een goede sfeer. Ook de jongens die uit andere continenten komen, voelen zich thuis in de groep. Dat zie je op het veld. Er worden meters gemaakt als iemand een steekje laat vallen.

3. Thuisreputatie hersteld

Het grootste contrast zien we misschien nog in de prestaties thuis. Vorig seizoen vlotte het voor geen meter in de Elindus Arena. Als je maar vier wedstrijden van de vijftien op de eigen grasmat kon winnen, dan was het een klein mirakel dat er tot op de laatste speeldagen werd meegedaan voor promotie.

De boorden van de Gaverbeek moesten weer terrein worden waar het lastig is om de punten te komen halen. De openingsmatch tegen Lierse ging nog verloren met 0-1. Daarna volgde een 16 op 18 in de thuiswedstrijden, met de 5-1 tegen Seraing als uitschieter. De sfeer van de oude dagen rolde van de tribunes. Het valt op dat er weinig paniek is als er een tegendoelpunt valt, dat is anders geweest. Enig puntje van kritiek is dat Essevee soms de wedstrijden sneller moet afmaken.

4. Defensieve stabiliteit

Vandenbroeck gaf het zelf al aan: “We trainen misschien niet het hardste, maar er zit altijd een idee achter.” Dat verhaal werd al bevestigd door spelers. “Elke oefening leidt tot een doel. Soms zijn die trainingen niet de leukste, maar als je in het weekend ziet dat het bijdraagt tot ons spel, dan vind je dat minder erg”, zei doelman Ennio van der Gouw al in deze krant.

Als we de centrale as van het elftal bekijken, zien we dat er niemand nieuw in de ploeg staat. Vossen is de centrumspits, Rommens en Diop vormen het hart op het middenveld, en Willen en Tanghe opereren centraal in de defensie. Van der Gouw is na veel blessureleed de onbetwiste nummer één. De randanimatie is wél veranderd. Erenbjerg, Opoku en Challouk zorgen voor offensieve impulsen. Met Nyssen en Barkarson zijn twee échte vleugelverdedigers gehaald.

Defensieve stabiliteit komt er door een heel team en niet alleen de verdediging. Maar het moet gezegd, wij hadden niet verwacht dat met diezelfde jongens dit resultaat kon behaald worden.

Daarnaast zijn er nog heel wat jongens voorhanden die kunnen worden ingezet. Lemoine is een voltreffer, hij kan als centrale verdediger én op rechts uit de voeten. Jeugdproducten Labie en Capelle zijn er ook om te depanneren. Op het middenveld kan ene Nnadi nog gebruikt worden naargelang blessures, het type tegenstander of schorsingen.

5. Ontbolsteren van jonge talenten

Dat Erenbjerg en Opoku zoveel furore zouden maken, dat was ook iets wat niet voorzien was. Die eerste werd gehaald uit – godbetert – de Deense tweede klasse. Maar een aanvallende middenvelder met vijf goals en vijf assists in dertien matchen achter zijn naam… Het is een understatement dat hij een meerwaarde biedt.

Opoku kwam met een groepje testers aan tijdens de zomer. “Vanaf dat hij was aangekomen, zag je zijn talent”, stelde T2 Mo Messoudi al. Het was voor iedereen binnen Zulte Waregem een verrassing dat de 19-jarige Ghanees zich zo ontwikkelde. Het duurde tot speeldag vier en dan verdween Traoré naar de bank. Opoku nam zijn plaats in om niet meer uit het team te verdwijnen. We kunnen de sportieve staf geen ongelijk geven. Traoré wil het té veel forceren.

6. Grote kuis in de kern

Tot slot werd er “door geselecteerd”, zoals Messoudi zich al liet ontvallen. Jongens die niet over de juiste mentaliteit beschikken, mochten andere oorden opzoeken. We denken spontaan aan Tambedou en Brüls, die niet meer tot de A-kern behoorden. Van Gano, Braem, Ndour (uitgeleend), Palumets (uigeleend), Ciranni, Decostere, Lopez, Seigers tot Bagan: allemaal bespeuren we ze niet meer aan de Gaverbeek.

Andere jongens kregen dan meer verantwoordelijkheid. We willen een pluim op de hoed van Nicolas Rommens steken. Hij is het slot op de deur voor de defensie en de regulator van dit team. Rommens is dus belangrijker gemaakt. Én Diop, die na een lange blessure eindelijk zijn potentieel kan tonen. Ze vormen samen een levensbelangrijke tandem. (JC)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content