Iconen Kurt Bataille en Michiel Jonckheere geven nieuw KV Oostende mee kleur: “We zitten hier niet enkel en alleen door ons clubverleden”

Kurt Bataille en Michiel Jonckheere zijn twee bekende clubgezichten. © Peter Maenhoudt
Timmy Van Assche
Timmy Van Assche Medewerker KW

Het nieuwe verhaal van KV Oostende krijgt alsmaar meer vorm. Met Kurt Bataille (53) en Michiel Jonckheere (33) flankeren twee bekende clubgezichten hoofdcoach Stijn Vreven. Ze gooiden vorig seizoen hoge ogen bij respectievelijk de U21 en U18.

Bataille doorliep de jeugdreeksen van KVO, zat bij de A-kern (1987-1991) en hield de club in tweede klasse. Jonckheere speelde dan weer 200 matchen voor Oostende, en dwong zowel promotie af (2013) als enkele deelnames aan Play-off 1. “Noem ons geen T2 of T3. We zijn allemaal assistenten.”

Michiel, je stopte vorig seizoen met profvoetbal en ging als coach bij de U18 aan de slag. Nu ben je plots assistent bij de A-kern.

Jonckheere: “Het is inderdaad veel sneller gegaan dan voorzien. Ik dacht eerst nóg een jaar bij de U18 te blijven. Maar toen de aanstelling van sportief directeur Nils Vanneste en Stijn Vreven definitief was, ging het snel. Ik wil iedereen bedanken voor de steun, zoals jeugddirecteur Rik Coucke en coördinator Geert Peene.”

Kurt, kan je hem beschrijven als trainer? Je zit al langer in het vak en kent Michiel goed.

Bataille: (lacht) “Wel, de mama van Michiel is de zus van mijn vrouw. We zijn letterlijk familie van elkaar. Afgelopen seizoen, sinds Michiel coach bij de U18 werd, werkten we dagelijks samen en zaten we met de volledige staf op dezelfde golflengte. Ik voelde snel dat Michiel iemand was met trainerskwaliteiten. Da’s niet iedereen gegeven. Het is niet omdat je een goeie voetballer was of over voetbalkennis beschikt, dat je automatisch het trainerschap in je hebt. Maar hij pikte het snel op. Hij moet nog stappen zetten, maar op termijn zullen we nog veel van Michiel horen. Ik steun hem honderd procent.”

De U18 werd vicekampioen, de U21 zelfs de beste in hun reeks. Toeval?

Bataille: “Je probeert een ploeg te kneden en mee te nemen in je verhaal. Ik mocht al twee jaar met die jongens werken en we plukten daar vorig seizoen de vruchten van. Michiel kreeg een volledig nieuwe spelersgroep voor zich met verschillende persoonlijkheden. Voor veel trainers is dat een moeilijk gegeven, maar hij deed dat perfect. Het resultaat van mooi groepswerk binnen de jeugdacademie.”

Kurt, voor jou is het assistentschap niet nieuw. In het seizoen 2007-2008 redde je KVO van de ondergang in moeilijke omstandigheden.

Bataille: “Na het ontslag van zowel Gaby Demanet als Dennis van Wijk werd ik even hoofdtrainer. We behaalden in de slotweken 13 op 15. Met een draw op de slotspeeldag dwongen we het behoud in tweede klasse af. De ontlading was énorm. Toch had ik er even genoeg van om assistent te zijn. Ondanks de redding riepen sommige supporters om mijn ontslag. Dat deed pijn. Ik werd de daaropvolgende jaren hoofdtrainer (én kampioen/promotie met Eernegem, Oostduinkerke, Zwevezele en Bredene, red.) om daarna terug te keren bij de beloften. Dat ik nu weer assistent ben bij de A-kern doe ik vooral voor de club van mijn hart.”

Meestal brengt een nieuwe trainer zijn eigen assistenten mee. Dat was nu niet het geval.

Jonckheere: “Slechts weinig coaches gaan in zee met voor hen onbekende assistenten. Maar in heel korte tijd zaten we allemaal op dezelfde golflengte Stijn is de trainer die KVO nodig heeft. Dat is ook de verdienste van Nils Vanneste: hij kijkt wie bij KVO past en kiest de mensen met het juiste DNA. Alle puzzelstukjes vallen nu mooi samen. Let wel: we zitten niet in de sportieve staf enkel en alleen wegens ons clubverleden. Mochten we niet over bepaalde kwaliteiten beschikken, stonden we hier niet.”

Ervaren jullie druk om extra te presteren net wegens dat KVO-verleden?

Jonckheere: “Enkel Stijn en Nils kunnen ons beoordelen. Kijk, het is nu ook zinloos om grote ambities uit te spreken. De spelerskern kan er over enkele weken helemaal anders uitzien. Laat ons nu eerst een positieve werkomgeving creëren en de banden met de fans aanhalen, en dán pas over resultaten spreken.”

Bataille: “Absoluut. We moeten eerst reorganiseren en zorgen voor positief realisme. Als dat lukt, volgen de resultaten.”

Slotvraag: wat is volgens jullie de ideale assistent-coach?

Jonckheere: “Geen jaknikker, maar iemand met een mening. Er mag geen niveauverschil zijn tussen de trainingen van de hoofdcoach en assistenten. Een goeie assistent weet wat leeft in de groep en steunt een hoofdtrainer door dik en dun.”

Bataille: “Klopt. We zijn allemaal assistenten: fysiektrainer Korneel Deceuninck, keepertrainer Peter Mollez, videoanalist Jarne Kesteloot, Michiel en ik. We spreken niet over T2 of T3, maar over ‘assistenten’. We werken voor de coach en voor KVO, en willen allemaal hetzelfde: mooie resultaten behalen.”