Tajon Buchanan noemt zichzelf een speler die bij Club het verschil kan maken: “Ik vond mezelf altijd al talentrijk”

(foto Kris Van Exel) © Kris Van Exel
Christian Vandenabeele
Christian Vandenabeele Sportjournalist

Als jeugdspeler werd hij over het hoofd gezien, maar vorig jaar groeide hij uit tot een topspeler van de MLS en met Canada is hij op weg naar de eerste WK-kwalificatie sinds 1986. Maar eerst wil hij Club Brugge helpen wedstrijden winnen en kampioen worden. Op de vooravond van de match tegen Antwerp, zijn eerste topper in de Jupiler Pro League: het verhaal van Tajon Buchanan (22).

Uitblinken deed Tajon Buchanan bij Club nog niet, maar no worries: hij is echt goed hoor. Op het internet circuleren er voldoende filmpjes die duidelijk maken waarom TJ in Canada the next superstar wordt genoemd, waarom bondscoach John Herdman verklaarde dat hij hem potentieel even hoog inschat als Alphonso Davies van Bayern München en waarom ze in Brugge zonder aarzelen zeven miljoen dollar, zo’n 6,2 miljoen euro, voor hem betaalden.

“Tot nu toe is het hier een beetje op en af geweest”, zegt hij. “Na twee wedstrijden moest ik alweer weg met de nationale ploeg en toen ik terugkwam, testte ik positief op corona.”

Na zijn herstel zette Alfred Schreuder hem in Eupen meteen weer in de basis. “Ik ben blij dat we wonnen, dat was het hoofddoel, maar ik ken mezelf en weet dat ik veel beter kan en dat ik iemand ben die het verschil kan maken.”

Veelzijdig

Hij zit nog in zijn aanpassingsfase, in een ploeg die na een trainerswissel zelf ook nog in een aanpassingsfase zit bovendien. “Ik moet mij aanpassen aan een ander land, heel ver van huis, aan een andere competitie, een ander team en een andere positie.”

Hij is een rechterwinger en momenteel speelt hij als linkerwingback. “Ja, maar ik ben een veelzijdige speler. Mijn natuurlijke positie, waar ik het best in staat ben om mijn kwaliteiten te tonen, is inderdaad die van rechterwinger. Maar ik speelde ook al als rechterwingback en zelfs als rechtsback en nu begin ik mij al wat comfortabeler te voelen als linkerwingback.”

“Het is kwestie van het gewoon te worden. Binnenkort zal alles wel samenvallen. Ik ben hier om het team te helpen wedstrijden te winnen en kampioen te worden; en eender waar ik sta, probeer ik het verschil te maken.”

Atletengenen

Hij groeide op in Brampton, een stad van een half miljoen inwoners in de buurt van het Canadese Toronto. Niemand anders in zijn familie voetbalde. Toen hij zeven jaar was, verloor hij zijn vader. Hij werd nooit opgeroepen voor nationale jeugdelftallen, maar toch is hij nu big.

“Mijn ouders deden zelf nooit aan sport en van hun zes kinderen ben ik de enige die voetbalt”, vertelt hij. “Mijn jongere broer speelt basket. We zijn beiden heel atletisch, dus ik denk dat alleen wij atletengenen meekregen. Mijn eerste sport was basket, maar het meeste plezier beleefde ik aan voetbal.”

© Kris Van exel

Over de omstandigheden waarin hij zijn vader verloor, wil hij niet spreken. “No comment on that. Het was verschrikkelijk pijnlijk, maar je moet ermee zien om te gaan en er het beste van maken. Zo werkt het leven. Gelukkig kreeg ik heel veel steun van de hele familie. Daar ben ik iedereen superdankbaar voor. Vooral mijn oom, de broer van mijn vader, is een heel belangrijke man in mijn leven: hij was er altijd al voor mij en ik keek naar hem op als naar een soort vaderfiguur.

Jeugddroom

“Mijn vader was een harde werker en de kostwinner van ons gezin. Hij inspireerde mij om voor mijn dromen te leven. Alles wat ik doe, in het voetbal en erbuiten, doe ik om mijn vader trots te maken. Diep van binnen wist ik toen eigenlijk al wat ik wou. Maar in een land waar het voetbal in die tijd nog over het hoofd werd gezien, waar er niet veel profs waren en er niet echt een voetballer was om naar op te kijken, was het natuurlijk niet vanzelfsprekend om als kind te zeggen dat je profvoetballer ging worden.”

Alles wat ik doe, in het voetbal en erbuiten, doe ik om mijn vader trots te maken

“Maar toen ik twaalf jaar was, wist ik het heel zeker: dàt is wat ik wil doen in mijn leven. Sindsdien is het altijd voetbal geweest. Ik besefte dat het niet evident was om het vanuit Canada te maken, om groot te worden in het voetbal, maar ik geloofde dat het mogelijk was en ik was bereid om er alles voor te doen.”

Geloof in God

Behalve de steun van zijn familie, is ook zijn geloof in God belangrijk. Op zijn borst staat nu trouwens een bijbelvers getatoeëerd. “Wij zijn christenen, mijn moeder nam mij mee naar de kerk en wou dat ik de Bijbel las. Daar ben ik mee opgegroeid. Naar de kerk ga ik nu niet meer, maar ik lees nog altijd in de Bijbel en ik bid ook nog elke dag. Dan ontspan ik mij, verbind ik mij met God en vraag ik bepaalde dingen.”

“Het hielp mij om het leven te begrijpen en het speelde een rol in het feit dat mijn verlangen om profvoetballer te worden werkelijkheid is geworden. Ik geloof dat als je er honderd procent in gelooft en er hard voor werkt je beloond wordt.”

Hij begon op zijn achtste te voetballen bij Brampton Youth Soccer Club en vier jaar later ging hij met zijn coach mee naar de academie van Mississauga Falcons in het nabijgelegen Ontario. “Vanaf toen zag ik mezelf in mijn dromen in Europa spelen.”

Een heel grote droom voor een jeugdspeler van een amateurclub die nooit voor nationale jeugdselecties in aanmerking kwam. “Ik vond mezelf wel altijd al een talentrijke speler, maar voor andere mensen was ik dat blijkbaar niet. (lacht) Dat motiveerde mij extra en zorgde er mee voor dat ik geraakte waar ik nu ben. Als je niet in een van de grotere academies zat, werd je overzien en moest je twee keer zo hard werken.”

En er was ook het internationale rolmodel Cristiano Ronaldo. “Ik was een grote fan van hem en heb heel veel naar hem gekeken. Naar hoe hij was op het veld, naar zijn acties en naar hoe klinisch hij voor doel was, en ook naar wat hij deed om almaar beter te worden. Het inspireerde mij om dat zelf ook te doen.”

Amerika

Op zijn zestiende vertrok hij naar Amerika om er zijn opleiding voort te zetten bij Real Colorado. “Mijn coach moest naar daar verhuizen voor zijn werk en zijn zoon was een ploegmaat van mij. Die mensen waren als familie voor mij en ik ging met hen mee omdat het mij de beste stap leek om daar in een professionele omgeving naar het volgende niveau te kunnen groeien. Het is hard om je familie en je vrienden achter te laten, maar als je iets wil bereiken in je leven moet je uit je comfortzone durven stappen en iets kunnen opofferen.”

“De academie van FC Toronto was voor mij geen optie. Ik had vrienden die er speelden, ik wist hoe het eraan toeging en zag dat er toen voor jonge spelers niet echt een weg naar het eerste elftal was. Ook al was het een profclub die in de MLS speelde en ook al was het vlakbij, dat was geen omgeving waar ik wou zijn.”

“Bij Real Colorado zou ik tegen andere MLS-academies kunnen spelen. Maar opeens bleek dat de FIFA mij dat verbood omdat ik er niet verbleef met mijn biologische ouders. Tot ik achttien was, meerderjarig, kon ik bij Real Colorado alleen maar trainen. Spelen moest ik noodgedwongen met de schoolploeg doen. Dat was de moeilijkste periode en de grootste strijd die ik met mezelf moest voeren: daar meer dan een jaar niet op het hoogste niveau kunnen voetballen.”

Het belette hem niet om daarna via Syracuse Orange, het team van de Syracuse University in New York, een profcontract af te dwingen bij het MLS-team New England Revolution in Boston. “Met het team van de universiteit speelde ik anderhalf jaar in Division 1. Dat was een hele goeie ervaring, ook omdat ik er de balans leerde te vinden tussen de studies, het voetbal en mijn sociaal leven.”

Doorbraak

2021 was het seizoen van zijn grote doorbraak. Bij New England Revolution schopte hij het tot in het MLS-team van het jaar en met Canada werd hij op het kampioenschap van Noord- en Centraal-Amerika en de Caraïben verkozen tot beste jonge speler en haalde hij ook het elftal van het toernooi.

“Inderdaad, dat was mijn beste seizoen sinds ik voetbal. Ik voelde mij comfortabel, in een ploeg waarin we elkaar vertrouwden en aanvoelden en op een positie waar ik mijn kwaliteiten volledig kon benutten.” Hij is happy, maar niet verrast. “Neen. Ik wist dat het in mij zat. Ik was ervan overtuigd dat je in het leven je dromen kunt waarmaken als je erin gelooft en ervoor werkt.”

In zijn weg naar de Europese top, zijn grootste droom, is hij intussen in Brugge aanbeland. Hij bracht zijn oom en zijn jeugdvriend Ricardo mee om hem er te helpen settelen. Zijn Amerikaanse vriendin Charlie is niet mee. “Neen, ze studeert nog. Zij volgt háár dromen.”

(CV)