Natuurtalent, acteur en eeuwig blauw-zwart: afscheid van doelman en Brugs icoon Birger Jensen
Jacques Sys is 72. Dat was de dinsdag overleden Birger Jensen ook. Sys is een echte Bruggeling en leerde als journalist, later als hoofdredacteur van Sport/Voetbal Magazine, Jensen van heel dichtbij kennen. Niemand is beter geplaatst voor een in memoriam over Birger Jensen, een acteur in doel. Van ‘Jensen Janet’ tot Papin tegen de muur geplakt.
Birger Jensen was een ongeleid projectiel, een constant opborrelende vulkaan. Hij moest een spanningsveld rond zich scheppen om tot optimale prestaties te komen.
De lawine van lovende en ontroerende reacties bij de dood van Birger Jensen tonen dat de Deen de veruit meest populaire doelman was uit de geschiedenis van Club Brugge. Jensen was dan ook een spektakelman, een acteur in doel die vond dat hij het publiek iets moest bieden. Als Club thuis een saaie wedstrijd speelde en hij voelde dat de supporters in slaap dreigden te vallen, zocht hij naar een nummertje om hen wakker te schudden.
Dan liet hij bijvoorbeeld een gemakkelijke bal door zijn benen rollen om die net voor de doellijn te grijpen. Of hij kwam heel ver uit zijn doel om mee te voetballen. Daar genoot Jensen van. Net zoals hij ervan hield de supporters van de tegenpartij te provoceren. Die stonden vaak achter hem te roepen en denigrerende opmerkingen te maken. Dan durfde Jensen al eens een bal met één hand pakken om dan uitdagend naar die supporters te wuiven. Of toen de supporters van Standard ooit Jensen Janet zongen, liet hij zijn broek zakken. Er was niets dat hij niet durfde.
Sacrale stilte
Birger Jensen was een natuurtalent. Maar hoe explosief hij op het veld ook was en hoe rumoerig hij door het leven stapte, de wedstrijden bereidde hij in een haast sacrale stilte voor. Birger ging voor iedere match met een programmaboekje een half uur op het toilet zitten en rookte dan een sigaretje. Niemand die hem dan mocht storen. Om vervolgens het veld op te stormen. Hoe meer volk er was, hoe beter hij presteerde. Jensen was bijzonder sfeergevoelig. Niet toevallig speelde hij op de heilige grasmat van Wembley, in 1978 in de memorabele finale van Europacup I tegen Liverpool, de beste match uit zijn carrière. Club verloor met 1-0 en nooit heeft Jensen kunnen verwerken dat hij in die match door een listig stiftballetje van Kenny Dalglish werd geklopt.
De liefde voor Club zou Jensen nooit verliezen. Ook al liet zijn vertrek in 1988 een bittere smaak na
Birger Jensen fladderde als een vrije vlinder door het leven. Met zijn gabber Edi Krieger, de Oostenrijkse libero van blauw-zwart, ging hij in het begin van de week stevig op stap. Geregeld aanschouwden de heren het krieken van de ochtend vanuit een of ander etablissement. Birger had dat nodig. Als hij te verkrampt was, presteerde hij niet. Maar op het veld stond Jensen er, al had hij soms moeite om zich tegen mindere ploegen op te laden. Dan maakte er zich een zekere nonchalance van hem meester.
Zijn landgenoot Ulrik Le Fèvre, op wiens advies Jensen in 1974 door Club Brugge was gehaald, ergerde zich daar wel eens aan. Le Fèvre, die met ernstige gezondheidsproblemen sukkelt, vond dat het Jensen bij momenten aan geestelijke kracht ontbrak om er altijd te staan. Maar dan weer waren er momenten dat Birger twee maanden geen enkel doelpunt incasseerde en zelfs op training alle ballen uit zijn goal ranselde. Dan liet hij al eens een bal door om de aanvallers niet alle zelfvertrouwen te ontnemen.
Fenomeen
Een fenomeen was hij, Birger Jensen. Een keeper met een atletisch lichaam. Eddy Warrinier, de voormalige kinesist van Club, noemde hem destijds de mooiste atleet die hij ooit zag. Ofschoon Jensen iemand was met een gebruiksaanwijzing, ademde hij de collectieve gedachte van Club uit. En hij kon er niet tegen als iemand afspraken of geplogenheden binnen de groep aan zijn laars lapte. Zo pakte hij ooit de nieuw aangetrokken Franse spits Jean-Pierre Papin bij de kraag toen Club een feestje wilde organiseren en een grote koude schotel had laten aanrukken. Terwijl iedereen onder de douche stond begon Papin, de latere wereldvedette die was weggehaald in het grauwe Valenciennes, broodjes op te eten en maakte aanstalten om die schotel mee naar huis te nemen. Jensen zag op het tijd en smakte de spits met de rug tegen de muur.
Birger Jensen zei altijd wat hij dacht. Toen de Luxemburgse trainer Spitz Kohn tijdens een afzondering ’s avonds aan tafel eens tegen de spelers zei dat ze niet mochten eten voor hij eerst smakelijk eten had gezegd, riep hij hem even apart. En zei dat het hier geen kleuterklas was. De liefde voor Club zou Jensen nooit verliezen. Ook al liet zijn vertrek in 1988 een bittere smaak na. Toen kreeg hij een briefje dat zijn contract niet verlengd zou worden en dat hij bedankt was voor bewezen dienst. Het nam niet weg dat Jensen lang de thuiswedstrijden van Club bleef volgen. Hij juichte bij overwinningen en treurde bij nederlagen.
Door een hevige rugpijn werkte hij al lang niet meer en kreeg een invaliditeitsuitkering. Birger Jensen schikte zich in zijn lot. De afgelopen maanden kwam hij amper nog buiten. Jensen zal de geschiedenis ingaan als een doelman die een stijlbreuk bracht in het Belgische voetbal. Omdat hij als een soort tweede libero ver voor zijn goal voetbalde. Ook bij hem lag de sleutel van de gouden Brugse jaren.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier