“Getrouwd met Oostende, maar Antwerpen is mooie minnares”: Binnen 20 jaar kijkt Jelle Bataille nog terug op 2023 als mooiste jaar ooit

Jelle Bataille: “In november was ik op mijn 24ste al toe aan mijn honderdste match voor Antwerp én wie kan zeggen dat hij al kampioen én bekerwinnaar is op die leeftijd?” © Kris Van exel Kris Van Exel
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Als afsluiter van deze reeks brengen we vandaag misschien wel de gelukkigste van alle kampioenen: Antwerpspeler Jelle Bataille (24). Want zeg nu zelf: landskampioen én bekerwinnaar. Ook de Supercup werd gewonnen en als kers op de taart werd ook nog eens op eigen veld FC Barcelona geklopt in de Champions League. Terwijl zijn vader dit jaar ook twee keer kampioen speelde. Met zijn broer. Die trouwens de nacht voor de Supercup Jelle wakker maakte om te zeggen dat hij peter werd van zijn pasgeboren dochtertje. In het vroegere Hotel Mama klinkt nu: “Jelle is een man geworden”. Met vriendin Evi naast zich. “West-Vlaams praat nu eenmaal wat makkelijker.” Wat een jaar!

“Het seizoen 22-23 was voor mij nochtans wat ambetant begonnen”, vertelt Antwerpspeler Jelle Bataille. “Onder de nieuwe coach Van Bommel raakte ik niet van de bank. Toen ik in de vierde match, nog steeds in augustus, zelfs de selectie niet meer haalde, ben ik naar hem toegestapt. “Ik vroeg hem: Wat moet ik beter doen? Zie je het wel in mij? Moet ik uitkijken naar een nieuwe ploeg? Maar de volgende match tegen het Turkse Basaksehir mocht ik al een half uur invallen en daarna, op Gent, stond ik in de basis, waarna ik ongeveer alles speelde. In april wonnen we dan de beker. Er was een bus met 56 vrienden en familieleden uit Oostende afgekomen. In juni werden we landskampioen met Antwerp en een maand later pakten we ook de Supercup. In december volgde nog een hoogtepunt door thuis van FC Barcelona te winnen in de Champions League. Met twee assists in de kampioenenmatch in Genk, eentje in de Supercup en eentje tegen Barça was ik ook nog eens belangrijk op die topmomenten.”

Geschiedenis geschreven

“Op de momenten zelf besefte ik het nauwelijks, maar achteraf kwam toch het besef dat ik mee heb geschreven aan de Antwerpse geschiedenis. Thuis hangt dan ook de filmaffiche van De Dubbel, waar ik zelf ook opsta. Die kampioenenviering zal ik nooit meer vergeten. (lacht) Weet je, toen ik daarna met Evi op vakantie was in Dubai (VAE), waren er nog momenten dat ik haar zei: Fuck, zijn we nu echt kampioen?

(mijmerend) “Na die voorlaatste match tegen Union (1-1), waarin we thuis naast de titel grepen, zat iedereen nog in zak en as. Ik ook. Een paar vrienden zijn toen meegekomen naar ons appartement, waar ik heel depressief op het terras ging zitten. Eén uur lang heb ik amper iets gezegd, ik heb alleen maar gevloekt. Maar plots wist ik de knop toch om te draaien. Ja, we hebben volgende week nog één kans! Dat zei ik ook meteen in de kleedkamer, toen we na twee dagen weer gingen trainen. Jongens, we spelen straks op Genk kampioen! Niemand begreep het dat ik nog zo positief kon zijn. Je zal wel zien! Het was een beetje naïef misschien, maar we hadden toch nog niet vaak verloren op Genk? Maar weinigen geloofden mij, er was ook amper iets geregeld voor een eventuele kampioenenviering. Die kwam er pas de dag na de match tegen Genk. (grijnst) Ik was pas thuisgekomen om 7 uur ’s morgens. Ik was redelijk dronken, maar door de adrenaline was ik om 9 uur alweer wakker. Ik was trouwens niet de enige. Ritchie (De Laet, red.) had ook al in de groep geappt dat hij niet meer kon slapen. Wie komt ook? Gaan we nog eentje drinken? We moesten pas om 11 uur weer op de club zijn, maar de meesten waren er al tegen 10 uur. De hamburgers stonden al klaar, we konden een laagje leggen en waren weer vertrokken…”

Bataille met enkele ploeggenoten tijdens de kampioenenviering van Antwerp. (foto AFP)
Bataille met enkele ploeggenoten tijdens de kampioenenviering van Antwerp. (foto AFP) © TOM GOYVAERTS BELGA MAG/AFP via Getty Images

Feestjaar

“Wat een feest werd het, wat een jaar ook voor de Batailles. Zowel mijn vader als coach en mijn broer Niels als speler werden kampioen met SV Bredene. Pa werd daarnaast nog eens kampioen met de beloften van KV Oostende met wie hij ook nog de bekerfinale had gespeeld. Mijn ouders moesten helaas wel onze kampioenenmatch missen. (grinnikt) Op elk belangrijk moment van Antwerp waren ze op reis. Toen ik mijn eerste goal maakte, zaten ze in Turkije. Idem toen we kampioen speelden. Maar tegen Union waren ze er wél, na die dramatische afloop zei mijn ma nog dat ze beter niet kwamen kijken naar zo’n belangrijke matchen. De titelmatch zagen mijn broer en mijn vrienden dan weer thuis in Bredene. De sfeer was er echt niet normaal, ze braken het kot bijna af. Na de match zijn ze meteen met een man of vijf, zes in een taxi gesprongen om hier te komen meevieren. Niels en mijn maten komen bijna elke match kijken. Net zoals Indy Boonen, ex-KVO. Indy revalideerde bij Lieven Maesschalck op het Eilandje waar ik toen ook woonde en we werden goeie maten.”

“Liever nog een titel of beker winnen dan Rode Duivel worden”

“Na de Supercup heb ik in augustus mijn contract verlengd tot 2025. Logisch, na zo’n fantastisch seizoen, in een club waar ik nu wel mijn plaats heb gevonden. Op het veld en in de kleedkamer, meer als leutemaker dan als leider dan. Zo trek ik ook graag jonge gasten mee, Zeno Van Den Bosch was aanvankelijk verlegen maar nu is hij zelfs een van mijn beste maten geworden. Ik durf ook al eens achter hun vodden zitten. (lacht) Zoals Siani bij Oostende vroeger bij mij deed. Op het veld heb ik ook mijn plek veroverd (in 85% van de wedstrijden was Jelle basisspeler, red.). Noemde Vincent Janssen mij de beste rechtsachter van het land? Ik heb in elk geval sinds KVO veel stappen vooruit gezet. Of de Rode Duivels de volgende stap is? (lacht) Ik krijg die vraag van elke journalist. Daar ben ik echt niet mee bezig. Als je daarop wacht, komt die eerste selectie toch niet. Ik zou liever nog een keer titel of beker winnen dan dat ik Rode Duivel wil worden. (denkt na) Al geldt dat niet als ik eens een EK zou meemaken. Maar mijn carrière zal niet mislukt zijn als dat niet lukt. In november was ik op mijn 24ste al toe aan mijn honderdste match voor Antwerp én wie kan zeggen dat hij al kampioen én bekerwinnaar is op die leeftijd?”

Privé

“In augustus voelde ik dat we nog beter konden doen. Misschien niet in resultaten maar in voetballend opzicht, minder lange ballen bijvoorbeeld. Maar ook op privévlak was 2023 een perfect jaar. Intussen werkt Evi hier in een immokantoor, in de Kloosterstraat, net om de hoek van ons appartement. De hippe buurt van Antwerpen, we wonen hier heel graag. Al zal ik altijd terugkeren naar Oostende – ik heb er intussen ook een appartement gekocht, op het Wapenplein. Niet op de dijk, ik spring verstandig om met mijn geld, hoor. (lacht) Het is ideaal nu: leven en voetballen in Antwerpen maar vaak teruggaan naar Oostende. Ik zie me dus ook niet oud worden in Antwerpen. Je kan het zo omschrijven: ik ben getrouwd met Oostende, maar Antwerpen is een mooie minnares. En ik zal altijd terugkeren naar mijn vrouw, naar de zee.”

Evi is van Loppem – dat praat wat makkelijker. (lacht) Maar zij heeft dat iets minder, ze wil graag ooit naar het buitenland. Toen we elkaar leerden kennen, was ze van plan naar Dubai te verhuizen, maar ze heeft dat voor mij afgeblazen. We zijn intussen zo’n twee jaar samen. Ze was een vriendin van de vriendin van mijn maat bij KVO Anton Tanghe (deze week getekend bij Zulte Waregem, red.). Zo leerde ik haar kennen. Toen ik nog bij KVO speelde en single was, vertelde ik je nog dat ik een voorkeur had voor brunettes. Ik heb lang gewacht om de juiste tegen te komen. (lacht) Of we ooit samen naar het buitenland trekken, zien we nog wel. Het is nu wel duidelijk dat ik mij gemakkelijk aanpas. (denkt na) Toen ik nog bij KVO speelde leek élke verhuis mij moeilijk. Mijn ma maakte mijn eten, waste mijn kleren, ik was thuis nooit alleen… Hotel Mama, hé. Het wás ook wel aanpassen, ik kreeg het ook wel eens moeilijk, ik voelde mij hier ook wel eens eenzaam. Maar de eerste stap bleek de moeilijkste. Het cliché klopt: het jongetje is een man geworden. Dat zei mijn mama laatst ook nog: onze kleine is volwassener geworden!” Of trouwen en kindjes dan de volgende stap is? (geschrokken) “Oh neen. En als ik al plannen zou hebben, kan ik haar toch niet vragen via De Krant van West-Vlaanderen? Stel je voor!” (schatert)

In de zomer won Bataille met Antwerp ook de Supercup. De nacht voordien was hij peter geworden van zijn broers kindje.
In de zomer won Bataille met Antwerp ook de Supercup. De nacht voordien was hij peter geworden van zijn broers kindje. © Isosport

Verder was er privé nog zoveel moois aan 2023. “Ik ben dit jaar ook peter geworden van Ellie, het dochtertje van mijn broer. Nota bene in de nacht voor de Supercup! Normaal moet mijn vriendin mij de nacht voor een match gerust laten, maar om 4 uur ’s nachts schoot ik wakker van het licht van haar smartphone. Jouw broer is vader geworden! En ik dus peter van Ellie! Ik denk dat ik binnen twintig, dertig jaar nog zal vertellen over 2023 aan mijn kinderen en kleinkinderen. Het mooiste jaar ooit. Zo mooi dat je zou kunnen vrezen dat er eens iets fout gaat lopen, maar zo zit ik niet in elkaar. Ik leef van dag tot dag, ik weet niet eens wat ik morgen ga doen. PlayStation spelen, bijvoorbeeld? Darts spelen en kijken is minder geworden, vroeger gebeurde dat met Indy veel vaker. Maar nadat ik in mijn vorig appartement wat te vaak op de muur in plaats van naar het bord had gegooid, heb ik mijn dartsbord maar weggegeven aan mijn broer.”

Wat met KVO?

“Evi zit trouwens ook zo in elkaar: pluk de dag. (lacht) We reserveren ook nooit een week vooraf een restaurant, we zien wel wat de dag brengt. Ik lig echt nooit wakker van iets. Als Evi al eens over onze toekomst wil babbelen, sla ik gewoon dicht. Ik weet ook niet hoe dat komt. Moeten we het nu over de toekomst van KV Oostende hebben? (zucht) Ik gaf er in december nog de aftrap, tegen Lierse. Het blijft de club van mijn hart, al zeker omdat mijn pa er nu samen met mijn neef Michiel Jonckheere hoofdtrainer is. Maar de club staat op de rand van het faillissement, ja. (denkt na) Ik moet eerlijk zeggen dat ik mij dat vorig jaar meer had aangetrokken dan nu. Omdat ik toch de laatste twee jaar het échte DNA van Oostende mis. Die Amerikanen hebben alles wat KVO was, weggepakt. Ik zie nog wel elke match, op televisie veelal, en ik maak me nog steeds druk als ze verliezen. Maar failliet gaan? Ik hoorde twee weken geleden nog van mijn pa dat er witte rook is. Of ik door mijn liefde voor de club zou durven samenleggen met andere échte KVO’ers om de club over te nemen? Een club met zoveel schulden? Neen! Ik weet wat ik moet doen voor mijn geld, hoor. En voorzitter worden van een voetbalclub, neen bedankt! (denkt na) Wat met Lokeren is gebeurd, met veel enthousiasme en succes herbegonnen als amateurclub of wat Rik Verheye met Sporting Hasselt aan het neerzetten is, dat misschien wel. Dan zegt men in Oostende misschien ook dat het goed is wat gebeurd is, dat ze dan tenminste hun club terug hebben. Ik als voorzitter, mijn pa als trainer en mijn broer als aanvoerder!” (lacht)