Brecht Capon (KVO) zet punt achter voetbalcarrière: “Ik wil meer tijd spenderen met mijn gezin”

Na de match tegen Leuven ging Brecht Capon uitgebreid de fans groeten. © Photo News
Timmy Van Assche
Timmy Van Assche Medewerker KW

KV Oostende ziet met Brecht Capon (35) een clubicoon afscheid nemen. Na precies 434 profmatchen, waarvan 196 als Kustboy, zwaait de geboren Oostendenaar het voetbal uit. “Ik neem m’n tijd om uit te zoeken wat de toekomst brengt. Ik wil alvast meer tijd spenderen met mijn gezin.” Een afscheidsinterview.

Is de ontgoocheling van zaterdag al wat doorgespoeld?

“Na het laatste fluitsignaal kregen we echt wel een klop, maar de hamer hing al langer boven ons hoofd. Al koesterde je een sprankeltje hoop om die laatste competitiematch te redden. Frustratie, woede, ontgoocheling: verschillende emoties spelen op zo’n moment.”

Na de match ging je uitgebreid de fans groeten. Dat leek op meer dan zomaar een eindeseizoensgroet.

“Klopt: mijn carrière is na dit weekend afgelopen. Ik stop. Kijk, ik was niet fit genoeg om zaterdag te starten. De trainer kende m’n beslissing op voorhand. “Wil je nog invallen?”, vroeg hij me bij 0-3. Dat gebaar apprecieer ik. En als je dan de reactie van het publiek hoort… (Capon werd luid aangevuurd door het publiek, red.) Dat raakte me. Ondanks alle malaise toch een mooi afscheid. (lacht) De bevestiging dat ik er maar beter mee ophoud: ik struikelde bijna na een moeilijke pass van Sakamoto!”

Wat doet je nu écht stoppen met sjotten?

“De degradatie heeft er alvast niets mee te maken, 1B was voor mij niet te min. Het is een opeenstapeling van factoren. Fysiek is het nog niet op – ik speelde dit seizoen in 21 wedstrijden en kreeg begin deze week nog een telefoontje van een andere eersteklasser – maar ik mis explosiviteit. Ik kan veel oplossen met m’n ervaring, inzicht en positiespel, maar de snelheid van vroeger heb ik niet meer. Ik speelde op de limiet. Er is ook het mentale aspect. Tijdens de overnameperikelen begin 2020 lag ik soms nachten wakker van wat de toekomst zou brengen.”

“De mooiste momenten beleefde ik als jeugdspeler bij Hermes Oostende”

“Ik liep op de toppen van m’n tenen en nadien volgde zowat de weg naar beneden van de club. Dat heeft aan me gefret. Ik wou altijd zelf beslissen wanneer het zou stoppen. Ik dacht dat te kunnen doen onder het trainerschap van Yves Vanderhaeghe, de coach met wie ik de beste band heb gehad. Ons redden met Yves leek me een gedroomd scenario. In november veranderde dat (Vanderhaeghe werd ontslagen, red.) en het versterkte m’n gevoel om te stoppen. En, tot slot, ik snakte ook naar wat meer qualitytime met m’n vriendin en kinderen, vooral in het weekend.”

Na het verlies tegen Cercle (1-2) in januari hield je je in de pers niet in. ‘De reden dat ik hier nog rondloop, is omdat ik én goedkoop én Belg ben.’

“Een uiting van frustratie op dat moment. Het is geen verwijt naar de spelers, maar eerder naar het beleid. Er werd soms met grote contracten gesmeten, terwijl er tegelijk werd gezegd dat er geen geld was voor gerichte versterking. Neen, de club heeft me er niet meer op aangesproken.”

Vond je je draai nog in een voetbalwereld gedomineerd door ego’s en geld?

“Minder en minder. Ik heb geen degout van de voetballerij, maar ik kan me soms druk maken in alles dat er rondhangt – eerlijk: ook de media, bijvoorbeeld. De allermooiste voetbalmomenten beleefde ik als jeugdspeler bij Hermes Oostende: de pure sportbeleving, genieten van het spelletje. De voetbalwereld is de laatste jaren flink veranderd, net als de maatschappij.”

Brecht Capon eerder deze maand in actie tegen Sint-Truiden.
Brecht Capon eerder deze maand in actie tegen Sint-Truiden. © Belga

Al bij al: ben je tevreden met je carrière?

(resoluut) Ja. Daarom wil ik ook m’n ouders bedanken: ze gaven me àlle kansen. M’n papa voerde me bijvoorbeeld naar de trainingen om dan zelf in de kantine nog wat door te werken. Of mama bracht me maaltijden toen ik op internaat zat. Prachtige mensen. Ik heb ook altijd geluk gehad met mijn clubkeuzes. Toen ik bij Club Brugge speelde, was er bijna een akkoord met tweedeklasser Lommel, waar coach Franky Van der Elst me als spits wou uitspelen. De clubs kwamen echter niet tot een deal en Georges Leekens haalde me op huurbasis naar Kortrijk. Hij vormde me om tot rechtsback. Een goeie keuze, zo bleek, want als spits had ik misschien geen zo’n carrière kunnen maken. Daarna toonde Sint-Truiden interesse, maar weer was er geen clubakkoord. Bij Kortrijk wou Hein Vanhaezebrouck me per se definitief vastleggen. Weer een goeie keuze, want STVV zou degraderen. Nog een geluk: met Leekens, Vanhaezebrouck en Vanderhaeghe had ik steeds een prima band. (lacht) Blijkbaar werkten trainers graag met me. Waar ik wel moet aan terugdenken: de verloren bekerfinales met Kortrijk (2012) en KVO (2017). En een buitenlands avontuur sprak me nooit aan.”

Maar Limburg blijkbaar wel: twee keer zat je bijna aan de andere kant van België.

“Ik heb altijd al sympathie voor Limburg gehad – ik weet niet waarom. Ik zag een overstap naar Lommel bijvoorbeeld echt wel zitten. Ze gingen me zelfs in een vakantiehuisje in Sunparks steken. Nu, voor een bezoek aan de Lommelse Sahara heb ik straks wel tijd.”

Weet je hoeveel matchen je uiteindelijk hebt gespeeld?

“401 in de competitie. (lacht) En ik zie op jouw notablaadje 434 profmatchen staan. Ik speelde 196 keer voor KVO en het ware leuk geweest om de kaap van 200 matchen te ronden, evenveel als m’n vriend Michiel Jonckheere (ex-KVO en ex-KVK, red.). Voor vier matchen terug uit voetbalpensioen komen, zou dat niet mogelijk zijn?”

“Als ik iets wil doen in het voetbal, moet ik me er goed bij voelen”

Kies er eens één hoogtepuntje uit. Je hattrick tegen Charleroi (2017) bijvoorbeeld? Of vijf keer play-off 1?

“Bij die hattrick sta ik niet veel stil, al zal dat bij de fans wel een herinnering blijven. Referee Wim Smet vroeg me na afloop of ik die bal mee naar huis wil hebben. En ik dacht bij mezelf: wat moet ik daarmee thuis in godsnaam doen? Als ik toch moet kiezen: 2017. De combinatie van de verloren bekerfinale, daarna tóch een Europees ticket pakken in de play-offs en vervolgens tegen Marseille spelen. De euforie was enorm.”

Wat brengt de toekomst? Wil je (jeugd)trainer worden, zoals Michiel Jonckheere nu?

“Ik volgde een cursus boekhouden, sommigen zeggen dan weer dat het onderwijs iets voor mij zou zijn. In een ideaal scenario doe ik iets gerelateerd aan sport. Als ik iets wil doen in het voetbal, moet ik me er goed bij voelen. Liefst van al een nieuw project bij KV Oostende, de club van m’n hart. (knipoogt) Als Michiel hoofdtrainer wordt, mag hij me altijd bellen: m’n valies staat klaar. Misschien kunnen we onze grote droom dan toch waarmaken: samen de beker winnen. Met KVO, natuurlijk.”