Het Belgisch Arbitragehof voor de Sport (BAS) buigt zich op woensdag 5 mei om 14 uur over het licentiedossier van KV Oostende. Een dag later, op 6 mei om 16.30 uur, is Moeskroen aan de beurt. Beide clubs moeten zich tot het BAS wenden om de proflicentie voor het seizoen 2021-2022 te krijgen.
Oostende en Moeskroen waren midden april de enige profclubs die slecht nieuws kregen van de Licentiecommissie van de Koninklijke Belgische Voetbalbond (KBVB). Ze grepen niet alleen naast een Europese licentie en een licentie voor 1A en 1B, maar ook naast een licentie voor eerste nationale. Daardoor dreigen beide clubs dus teruggezet te worden naar de tweede amateurklasse.
Onvolledig licentiedossier
KV Oostende diende naar eigen zeggen een onvolledig licentiedossier in, waardoor de continuïteit van de club niet aangetoond kon worden. De kustploeg maakt zich sterk dat het voor de arbiters van het BAS wel de gevraagde documenten kan voorleggen.
“We hebben geen structureel probleem en moeten geen geld toveren”, aldus KVO vorige week . Het gaat bijvoorbeeld om ontbrekende betalingsbewijzen van RSZ of bedrijfsvoorheffingen, maar ook om ramingen van inkomsten en uitgaven. Ook zou er onduidelijkheid zijn over de oorsprong van de fondsen.
Uitspraak voor 10 mei
De procedure voor het BAS geeft KVO en Moeskroen de kans nieuwe stukken aan hun dossier toe te voegen. De drie geselecteerde arbiters (één door elke club, die samen een voorzitter aanduiden) moeten voor 10 mei een uitspraak doen. Nog eens tien dagen later volgt de motivering.
Behalve Oostende en Moeskroen verschijnen ook amateurclubs Patro Eisden Maasmechelen en USRL Wezet voor de arbiters van het BAS om hun licentie voor eerste nationale te bemachtigen. Wezet verdedigt zijn dossier komende vrijdag (30 april om 15 uur), Patro verdedigt de zaak op 12 mei om 16 uur. Een uitspraak in deze dossiers kan (en mag) wat langer op zich laten wachten.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
