Jolien Lewyllie, de West-Vlaamse sportdiëtiste van de Rode Duivels: “Hazard en De Bruyne zijn ook maar gewone mensen”

Jolien Lewyllie: “Het was een droom om ooit in een topploeg terecht te komen. Alleen had ik niet gedacht dat het in het voetbal zou zijn, maar wel in de koers.“ (gf)
Tom Vandenbussche

Twee maanden geleden nam Jolien Lewyllie (33) nog deel aan de mythische Ironman van Hawaï, de voorbije weken was de sportdiëtiste met de Rode Duivels aan het werk op het WK voetbal in Qatar. “Veel hoger dan dit kan ik niet geraken.”

Neen, Jolien Lewyllie is geen liefhebster van de hitte. En al zeker niet van vochtige hitte. Dat was begin oktober zo in de Ironman van Hawaï, waar Lewyllie de 3,9 km zwemmen, 180 km fietsen en 42,195 km lopen aflegde in een tijd van 11 uur, drie minuten en 43 seconden. En ook de omstandigheden op dit WK voetbal in Qatar zijn niet bepaald haar ding. “Het is hier warm. Heel warm”, kan er nog een lach af als we haar maandag, daags na de 0-2-nederlaag tegen Marokko, aan onze WhatsApp-lijn krijgen. “Ik kan er eigenlijk echt niet goed tegen. Ik ben geen fan van zon en vochtigheid. Geef mij maar de herfst met toch een zonnetje.”

Verleden bij Feyenoord

Lewyllie, die tijdens haar jeugdjaren triatlon op topsportniveau beoefende, heeft op prille leeftijd al een stevig cv uitgebouwd. Als sportdiëtiste werkt ze al jaren voor Energy Lab en maakt ze deel uit van de staf van de professionele wielerploeg Sport Vlaanderen-Baloise. Ze was ook een tijd aan de slag bij Lotto-Soudal. Op voetbalvlak heeft ze een verleden bij het Nederlandse Feyenoord, maar sinds november 2021 is ze aan de slag bij onze nationale voetbaltrots. “Arne Jaspers analyseert alle data bij de Rode Duivels en had mijn naam doorgegeven, omdat hij me al kende van een project waarbij ik zijn job had overgenomen. Zo is men bij mij uitgekomen.” De eerste oefeninterlands in november 2021, tegen Estland en Wales, werden echter geen onverdeeld succes. “Dat is achteraf gezien een grappig verhaal, want ik ben toen letterlijk één dag aanwezig geweest”, vertelt Lewyllie. “Een van de masseurs, degene met wie ik het voedingsplan moest bespreken, zou mij van alles op de hoogte brengen, dus zijn we samen op café een koffie gaan drinken. Eén probleem: na afloop bleek dat hij corona had. Het gevolg was dat ik ook meteen naar huis mocht. Mijn echte debuut bij de Rode Duivels was dus eigenlijk pas in maart van dit jaar.”

Ik ga niet zeggen dat voetballers niet fanatiek zijn, maar bij hen is een grammetje meer of minder niet doorslaggevend

Het takenpakket van Lewyllie, die opgroeide in Langemark-Poelkapelle en al jaren in het Leuvense woont, valt niet te vergelijken met wat ze in de wielersport gewoon is. “Met het medisch team van de Rode Duivels is er voortdurend overleg welke supplementen en welke dranken de spelers moeten krijgen. Dat varieert van gewoon water naar sportdrank en elektrolyten tot recuperatieshakes. Ik ga met de spelers in gesprek en informeer hen hoe ze de match op vlak van voeding en drank best aanpakken. Het grootste werk gebeurt op voorhand. Ik moet met de chef-koks afspreken wat er op tafel zal komen. Op de dag van de wedstrijd is dat niet hetzelfde als de dag ervoor of erna. Ik moet de spelers in de gaten houden of ze wel verstandig eten en hen erover aanspreken als ze iets fout doen. Soms gebeurt dat wel eens. Er zitten een aantal jonge gasten in de selectie. Zij kunnen nog veel bijleren en worden vaker bijgestuurd. Voor hen is het allemaal nieuw. De meer ervaren spelers weten het natuurlijk wel. Maar zelfs hen kan je af en toe bijsturen.”

Niet onzeker rondlopen

Ook al werkt Lewyllie nu dagelijks samen met wereldsterren als Kevin De Bruyne, Thibaut Courtois en Eden Hazard, onwennig voelt het voor haar niet aan. “Ik ben hier in Qatar als sportdiëtiste en zie elke speler als een persoon, niet als de naam die hij heeft. Mijn werk is mijn werk. Ik wil die persoon dus zo goed mogelijk helpen. Je mag hier trouwens niet onzeker rondlopen, want anders kan je je job niet doen. Alle spelers zijn echt op en top professioneel. Ze willen allemaal beter worden en staan ervoor open om door mij geholpen te worden.” Van minutieus elke gram afwegen, zoals veel wielrenners dat tegenwoordig doen, is in de voetbalwereld geen sprake. “Neen, dat wordt nog niet gedaan”, glimlacht Lewyllie. “Wielrennen is nu eenmaal een sport waarbij het op details aankomt. Ik ga niet zeggen dat voetballers niet fanatiek zijn, maar bij hen is een grammetje meer of minder niet doorslaggevend voor de uitslag van een wedstrijd. En ik blijf erbij: het moet ook plezant blijven. Het werkt niet om hen elke dag streng te monitoren. We hebben hier in Qatar heel goeie chefs mee. Samen eens lekker eten is een moment om in team met alle 26 spelers samen te zijn. Dat aspect wil ik niet verwaarlozen. Op sommige dagen kan er dus zeker eens een lekker dessertje op tafel komen.”

Lewyllie klopt lange dagen in Qatar, maar probeert dagelijks toch ook zelf wat aan sport te doen. “In de voormiddag ga ik 30 tot 45 minuten zwemmen in de zee, samen met enkele andere mensen uit de staf. Ook dat is een heel tof moment. Een soort van teambuilding. Dat het lange dagen zijn, vind ik helemaal niet erg. Tussendoor probeer ik mijn administratie bij te werken en verbeter ik een aantal taken, aangezien ik ook lesgeef en als copromotor enkele afstudeerprojecten heb lopen.”

Comfortzone

Hoe de toekomst eruitziet, weet ze naar eigen zeggen niet. “Ik laat het op mij afkomen, maar voorlopig zit ik goed waar ik nu zit”, benadrukt Lewyllie. “Dit is een droomjob. Veel hoger dan de Rode Duivels kan ik als sportdiëtiste niet geraken. Het was een droom om ooit in een topploeg terecht te komen. Alleen had ik niet gedacht dat het in het voetbal zou zijn, maar wel in de koers. Dit was niet binnen mijn comfortzone, maar eigenlijk valt het heel goed mee. De Rode Duivels lijken onbereikbaar, maar in werkelijkheid zijn dat gewone mensen. Ze appreciëren het ook als je hen als gewone mensen behandelt. Het zijn geen robots. Ook zij hebben emoties.”

Intussen leven vader Johan en moeder Els Quartier in thuishaven Langemark-Poelkapelle met hun dochter mee. “Mijn papa keek af en toe naar voetbal, maar nu kijken ze elke match, uiteraard in de hoop mij een keer te zullen zien”, glimlacht Lewyllie. “Ze zijn vooral heel fier dat ik hier ben.”