10 juni 2023. In de seventies zullen FLAC-lopers Marc Wittewrongel en Pol Bruneel nooit gedacht hebben dat hun records uit respectievelijk 1977 en 1979 zo lang op de tabellen zouden blijven staan. Na 44 en 46 jaar beslisten de 17-jarigen Miro Verledens (FLAC Izegem) en Gust Vancanneyt (FLAC Wervik) dat het tijd was om de standaard nog iets hoger te leggen. Op de Flanders Cup meeting in Oordegem liep Miro een tijd van 3’56″79 op de 1500 meter, Gust klokte af op 1’54″84 op zijn 800 meter. De twee jonge gasten maakten tijdens hun examens een gaatje vrij voor een interview over hun glansrijke prestatie en sportcarrière.
Allereerst een dikke proficiat, jongens! Het is niet niets om zo’n oude clubrecords te verbreken. Evenals bedankt om even tijd voor ons vrij te maken tijdens de examenperiode. Vertel me eens hoe de wedstrijd zaterdag verlopen is en wat er door jullie hoofd ging toen jullie het record verbroken hadden.
Gust: “Zoals ik vorige week vertelde (Gust werd vorige week al geïnterviewd naar aanleiding van de wedstrijd in Oordegem), wou ik echt mijn persoonlijk record lopen op de 800 meter. Ik ging voor een tijd van 1’55”, waarmee ik me naar alle waarschijnlijkheid zou kunnen kwalificeren voor de Memorial Van Damme in september. De wedstrijd in Oordegem heeft sowieso een goeie reputatie, maar de omstandigheden voor de wedstrijd waren nagenoeg perfect: ik liep in de avond waardoor het niet meer zo warm was, ik had genoeg water binnen en mijn voorbereiding was uitstekend verlopen. Tijdens de wedstrijd kon ik ook rekenen op een haas die een goed tempo liep. Eens de haas uit de wedstrijd moest (dat is na 550 meter, red.), ben ik meteen op kop gegaan. Ik dacht in mezelf: “Gust, dit is de laatste wedstrijd voor de examens. Het is nu of nooit!” En het is me dan ook gelukt. Ik eindigde tweede op 1’54″84, een tijd waarover ik zelfs niet had durven dromen! Dat ik het clubrecord verbroken had, besefte ik pas later.”
Miro: “Ook bij mij was het verbreken van dat clubrecord absoluut het doel niet. Ik wou me in eerste instantie kwalificeren voor de Memorial. Zo’n 20 minuten voor de start van de wedstrijd vertelde iemand me dat dat clubrecord binnen handbereik was. Dat ik dat uiteindelijk verbroken heb, is natuurlijk mooi meegenomen. Ik had zaterdag echt een goeie dag. Ik voelde meteen bij het opstaan dat ik frisse benen had. Bovendien zat ik een snelle reeks. De andere lopers waren normaal gezien net iets sneller dan mij, wat zorgde voor een extra uitdaging. In de laatste ronde keek ik naar mijn tijd en zag ik dat de kwalificatie voor de Memorial mogelijk was. Dan heb ik nog een tandje bijgestoken. Ik ben heel blij met de prestatie.”
Dus de Memorial Van Damme ligt voor jullie allebei voor het grijpen nu?
Gust: “Op de 800 meter kwalificeren de 16 snelste Belgische tijden zich. Momenteel ben ik de derde snelste met de tijd die ik zaterdag liep. De kwalificaties stoppen in de eerste week van juli, dus ik ben ondertussen vrij zeker dat ik erbij zal zijn.”
Miro: “In mijn geval zijn het de 8 beste tijden. Momenteel sta ik tweede, dus ik ga naar alle waarschijnlijkheid mee.”
Wat brengt het tweede deel van de zomer dan, naast de Memorial?
Gust: “Na de examens zal ik opnieuw beginnen te trainen, met het Vlaamse en Belgische kampioenschap als doelen. Als ontspanning ga ik mee op kamp met Chiro JOW Wervik. Ik ben er Aspi en we fietsen richting Steinbach (in de Oostkantons, red.), nog voor het kamp voor de andere afdelingen begint.”
Miro: “De maanden augustus en september zijn money time. Ik doe ook mee aan het Belgische en Vlaamse kampioenschap. Het BK estafette is een mogelijkheid, al moet ik daarvoor nog bevestigen. Ook ik ga op kamp, maar dat is niet met de Chiro maar met Kazou.”
Hoe ervaren jullie dat om als jonge gast de vele trainingen te combineren met school, andere hobby’s en jullie sociale leven?
Gust: “Ik zit aan de RHIZO sportschool in Kortrijk en studeer er Sportwetenschappen. Neem daar nog eens mijn trainingen, een zestal per week, bij en dan moet je concluderen dat ik niet zoveel tijd meer over heb. Let op! Ik zie lopen nooit als een verplichting. Het gaat goed en ik doe het graag. De zondagnamiddag is voor mij ook heilig: dan is er Chiro. Enkel als ik wedstrijd heb, ga ik niet naar de Chiro.”
Miro: “Ik train ook zes keer per week en doe Wetenschappen-wiskunde in Spes Nostra Heule. De combinatie is niet altijd evident, zeker nu tijdens de examens. In mijn overige vrije tijd hou ik me het liefst bezig met mijn vrienden. Ik ben een sociale gast.”
Nog een laatste vraag, daarna mogen jullie weer gaan studeren (lacht). De ambitie wordt dus alleszins uitgesproken en dat lijkt me meer dan terecht. Kunnen jullie nu al zeggen wat jullie absolute droom is in de atletiekwereld? Vanaf wanneer is jullie carrière geslaagd?
Gust: “Ik weet dat de kans heel erg klein is dat ik me ooit kan kwalificeren voor de Olympische Spelen of Wereldspelen. Er zijn momenteel maar twee Belgen die dat kunnen op die afstand, maar dromen mag. Realistischer is het om ooit een internationaal kampioenschap te kunnen doen. Als ik daarin slaag, dan is mijn carrière een succes geweest!”
Miro: “Ik wil ooit België vertegenwoordigen op een internationale wedstrijd. Dan denk ik aan een EK, in het gewone lopen of de cross. Momenteel sta ik 21e op de Europese ranglijst voor de 1500 meter, dus ik ben zeker niet slecht bezig. Als ik een goed resultaat kan halen in november op de CrossCup in Roeselare kan ik me kwalificeren voor het EK cross. Dan moet ik bij de eerste vier eindigen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier