Jessie Kaps uit Westende mag met luchtgeweer naar Olympische Spelen: “Klaar voor een mentale veldslag”

Jessie Kaps uit Westende traint bij de Nieuwpoortse Wapensportkring. Op 24 juli strijdt ze voor de olympische titel. (GUS)©GUS
Jessie Kaps uit Westende traint bij de Nieuwpoortse Wapensportkring. Op 24 juli strijdt ze voor de olympische titel. (GUS)©GUS
Redactie KW

Haar Limburgse tongval is nog duidelijk te horen, maar Jessie Kaps (23) woont al een paar jaar in Westende. Bij de Nieuwpoortse Wapensportkring traint ze vijf keer per week. Vorige maand haalde ze zilver op het Europees kampioenschap, goed voor een olympisch ticket voor Tokio deze zomer: “Een fantastische verrassing!”

De Nieuwpoortse Wapensportkring telt een 200-tal leden die trainen onder het Albert I-monument. Daar zijn ze uiteraard trots. “Het is de eerste keer dat een van onze leden naar de Olympische Spelen mag”, glundert voorzitter Stefaan Vandersteene. “Dat kan ons imago alleen maar ten goede komen, want het sportschieten komt vaak negatief in beeld terwijl het een veilige sport is. We merken nu al meer interesse van de jeugd door de prestaties van Jessie. Vanuit Nieuwpoort gaan de duimen omhoog, deze zomer.”

Zes jaar

Jessie schiet met het luchtgeweer vanop tien meter op een doelwit dat een speldenkop groot is. Met een vader en moeder die allebei schutter waren, ging ze al vrij vroeg mee naar de wapensportkring in Tongeren, waar ze is opgegroeid. “Ik was zes jaar toen ik ermee begon”, weet ze nog goed.

Toen ze tiener was, verhuisde ze met haar moeder en grootmoeder naar de kust. “Mijn oma is longpatiënte en de gezonde zeelucht zou haar goed doen. Het eerste wat ik deed, was een schietclub zoeken. En die vond ik vlakbij, in Nieuwpoort. Het is een vereniging met een toffe sfeer, in een professioneel kader. Helemaal mijn ding.”

Door de coronabeperkingen dateerde haar voorlaatste wedstrijd het Europees kampioenschap van februari 2020. In mei van dit jaar vond opnieuw een EK plaats, in Kroatië.

Zonder nadenken

“Wat was dat spannend”, blikt ze terug. “In de eerste ronde heb je zestig pogingen om zo dicht mogelijk bij de roos te schieten. Vervolgens schieten de beste acht nog elk 24 keer, maar vanaf het twaalfde schot valt er telkens iemand af.”

“Uiteindelijk zat ik bij de laatste drie. Ik heb me op het doelwit geconcentreerd zonder veel na te denken over de rest. Dat ik zilver zou halen en daarmee zou doorstoten naar de Olympische Spelen, was ook voor mij een fantastische verrassing. We hadden in 2016 een plan opgemaakt dat zich richtte op de Olympische Spelen van 2024. Mijn droom komt nu veel vroeger uit. Dat sportevenement is het ultieme doel van elke topsporter.”

Het is niet zo dat Jessie haar ritme nu helemaal zal omgooien. “Ik sta om 6.30 uur op en na een vezelrijk ontbijt train ik vijf keer per week drie uur aan een stuk. Na de middag leg ik me toe op mijn studies klinische psychologie. Dat gebeurt volledig van thuis uit. Door de combinatie met mijn topsport zal ik zeven in plaats van vijf jaar moeten studeren, maar ik heb het evenwicht gevonden.”

“Naast schiettraining werk ik ook aan mijn fysiek, balans en mentaal welzijn. De kinesist is nooit ver uit de buurt. Doorzetten, lichaamsbewustzijn en een goeie focus zijn de drie punten waarin een schutter moet uitblinken. De zestig atleten die in mijn discipline zijn geselecteerd, hebben de techniek onder de knie. Het zal op mentale rust aankomen om het verschil te maken.”

(GS)