“Fysiek of geen fysiek: als het kopje niet mee wil, lukt het toch niet”: Mathias Vosté schaatst na pittig jaar EK in ‘zijn’ Heerenveen

Mathias Vosté ... (foto Getty) © Getty Images
Tom Vandenbussche

Hij groeide op in Assebroek bij Brugge en woont sinds juli 2014 in het verre Friesland. Daar, in de mythische schaatstempel Thialf in Heerenveen, neemt Mathias Vosté (29) deel aan het EK langebaanschaatsen, een jaar nadat hij moest vechten om profsporter te blijven. “Nu besef ik dat het zo slecht nog niet was om eens in het echte werkleven te staan.”

Na een carrière als shorttracker en skeeleraar is Vosté aan zijn achtste campagne in het langebaanschaatsen bezig. Zowel in 2018 (Pyeonchang, Zuid-Korea) als in 2022 (Peking, China) was hij erbij op de Winterspelen. In 2026 ambieert de naar Friesland uitgeweken Assebroeknaar op Italiaanse bodem (Milaan en Cortina d’Ampezzo) een derde deelname aan ’s werelds belangrijkste sportevenement in de winter. Dit weekend wacht de eerstvolgende tussenstop met het EK afstanden in Heerenveen, waar Vosté al bijna tien jaar traint en leeft met zijn Noord-Nederlandse vriendin Angela Dijkstra.

Mathias, hoe ben jij als wintertopsporter de feestdagen doorgekomen?

Vosté: “Die heb ik in tegenstelling tot de Nederlanders toch ietwat kunnen vieren, want zij hadden nog kwalificatiewedstrijden voor de komende kampioenschappen. Die had ik als Belg niet. Ik bracht Kerstmis met mijn schoonfamilie in Nederland door en trok er ook een dag op uit met mijn vriendin. Helemaal uit de bol gaan zat er niet in, met mate vieren was de boodschap. Naar België keerde ik niet terug, want ik had enkele trainingen en er zitten enkele belangrijke wedstrijden aan te komen.”

Hoe vaak ben je nog in Assebroek?

(denkt even na) “Dat is al even geleden, van de zomer. Mijn familie weet ook wel dat ik in de winter niet zomaar op bezoek kan komen. Vooral in de zomer probeer ik een paar keer langs te gaan. Voor mij is mijn thuis nu hier in Nederland, al is het altijd leuk om nog eens naar Brugge terug te keren. Dan voel ik me telkens een halve toerist.” (glimlacht)

“Mijn thuis is nu in Nederland, al is het altijd leuk om nog eens naar Brugge terug te keren”

Dit weekend neem je deel aan het EK in jouw Heerenveen. Exact een jaar geleden liep het EK sprint voor jou niet goed af.

(knikt) “Door een valse start kon ik maar twee van de vier keer rijden. Nu zal ik starten op de 500, de 1.000 en de 1.500 meter. Het is leuk om wedstrijden in een vol Thialf te rijden, ook al is dit EK niet het hoofddoel van dit seizoen. Maar ik wil wel goed voor de dag komen, zonder mezelf al te veel verwachtingen op te leggen. Als er in Thialf een kampioenschap is, kan je dat best wel vergelijken met een veldrit in België, maar dan natuurlijk wel in een stadion. Op een groot tornooi zorgen de Nederlanders altijd voor veel sfeer. Het is een leuk publiek hier. Daar kijk ik naar uit.”

En zeggen dat je een jaar geleden moest gaan werken om rond te komen.

“Klopt. Tot juli 2023 heb ik in een transportbedrijf gewerkt. Dat was nodig, omdat er vanuit de federatie geen steun was. Uiteindelijk is die er voor bepaalde wedstrijden dan toch nog gekomen, maar 95 procent van vorig seizoen heb ik zelf bekostigd. Niet evident. Ik had voortdurend het gevoel dat ik niet voor mijn sport leefde. Maar als persoon heeft het me op bepaalde vlakken wel vooruit gebracht. Plots ging ik het echte leven in. Het echte werkleven. Eerst stond ik er heel negatief tegenover, maar nu besef ik dat het zo slecht nog niet was. Je leert om te relativeren en op een bepaalde manier gaf het me een soort van rust, maar dan wel rust tussen aanhalingstekens. Toen ik op het WK achtste op de 1.000 meter werd, kreeg ik dankzij die topachtplaats een contract bij Sport Vlaanderen en nu kan ik weer voor mijn sport leven.”

Achtste of negende op een WK, topsport draait duidelijk om details.

(knikt) “Evengoed was ik vierde of vijfde geworden, maar het had ook negende of tiende kunnen zijn. Dat is topsport. Dat ene moment bepaalt alles en die dag liep het in mijn voordeel af. Het ligt allemaal heel dicht bij elkaar. Maar het is me gelukt en nu kan ik weer verder.”

Wat ging er door je heen toen je die broodnodige topachtplaats behaalde?

“Vorige winter was het alles of niets en na afloop dacht ik: het is me toch gelukt. Er viel een soort van last weg. Als ik nu terugdenk aan hoe ik dat gedaan heb, was dat zeker niet de makkelijkste opdracht. Het gaf me meer voldoening dan zomaar achtste worden in een normaal jaar.”

“In topsport ligt het allemaal dicht bij elkaar. Maar het is me gelukt en nu kan ik weer verder”

In november en december werkte je de eerste vier van zes Wereldbekermanches af. Hoe zijn die verlopen?

“Met een dubbel gevoel. In de twee Aziatische manches wilde ik uit de B-groep geraken, maar dat is me niet gelukt. Ik zie mezelf nochtans in de A-groep schaatsen, zeker op de 1.000 meter, maar ik ken wel vaker een mindere seizoensstart. Bovendien had ik wat sportprobleempjes op mentaal vlak. Daar werkte ik intussen hard aan, ook nu nog. Na China was ik een week ziek, waardoor ik pas in de week van Noorwegen weer kon trainen en daar nog niet in staat was om meer dan één wedstrijd te schaatsen. De rust deed me echter goed, want begin december in Polen stond ik er weer. Ik werd tweede op de 1.000 meter, zodat ik eind januari in de Wereldbeker in Salt Lake City (VS) in de A-groep mag starten. Dat geeft vertrouwen voor het tweede deel van het seizoen. Door die ziekte is een goed klassement in de Wereldbeker wel niet meer mogelijk. Als ik in februari naar het WK wil, zal ik dat met een scherpe tijd moeten afdwingen. Dat is voor 75 procent van de deelnemers het geval, terwijl er slechts zes plekken overblijven. In principe is dat haalbaar voor mij, maar dan mag ik wel geen fouten maken.”

Ik noteer: de Wereldbekermanche in Salt Lake City van 26 tot en met 28 januari.

(knikt) “Dat wordt de allerbelangrijkste afspraak van het seizoen. Ik krijg er de kans om twee keer een 1.000 meter te schaatsen, mijn favoriete onderdeel en het nummer dat mij fysiek het best ligt. In die één minuut en acht seconden kan ik al mijn energie kwijt. In Salt Lake City zijn de laatste zes plekken te verdienen voor het WK (dat drie weken later in het Canadese Calgary plaatsvindt, red.). Daar wil ik top zijn.”

Zonet sprak je over mentale problemen. Kan je daar wat meer over vertellen?

“In de aanloop naar deze winter voelde ik mijn conditie groeien, maar hoe langer ik op het ijs stond, hoe vaker ik begon te twijfelen. Schaatsen is een sport die technisch bijzonder moeilijk is en als je daarover op mentaal vlak met twijfels in je hoofd zit, wil het lichaam niet mee.”

“Sinds september ben ik dan ook met een sportpsycholoog aan de slag gegaan”

Topsport is meer dan alleen fysiek.

(knikt) “Op training zag ik dat ik het fysiek aankon. Ook mijn fiets- en krachtsessies waren goed, maar eenmaal ik een bepaald soort training moest afwerken, begon ik te twijfelen. In het verleden waren die twijfels er ook al, maar toen deed ik daar te weinig mee. Het was hoog tijd om het aan te pakken. Ik heb het probleem geaccepteerd en er werk van gemaakt. Sinds september ben ik dan ook met een sportpsycholoog aan de slag gegaan. Ik ben er heel positief over. Het gaat de goede kant op en op termijn zal het van mij een betere atleet maken. Het is niet het gemakkelijkste onderwerp om over te praten, maar als het werkt, heb je er veel aan. Het mentale aspect is zo belangrijk. Je mag fysiek nog zo goed zijn als je maar wenst, als het kopje niet mee wil, lukt het toch niet.”

Slotvraagje: er maken maar liefst vier West-Vlamingen deel uit van de Belgische selectie voor dit EK. Toeval?

“Onlangs namen we met acht of negen Belgische atleten aan een Wereldbekermanche deel. Dat was nog nooit eerder gebeurd en is deels te danken aan Team Novus, een groep internationale schaatsers die vanuit Engeland en België de koppen bij mekaar gestoken hebben en dit jaar zelfs met een opleidingsteam gestart zijn. Op die manier krijgen jonge Belgische talenten meer mogelijkheden om door te groeien. Daarbij heel wat jongens en meisjes die uit de skeelersport komen. Skeeleren is populair in West-Vlaanderen en tevens de voornaamste vijver van de nieuwe lichting schaatsers. Los van het West-Vlaamse verhaal is dit gewoonweg heel erg positief voor de schaatssport in België.”

Sandrine Tas: “Ik wil het beste van mezelf geven, maar dit EK is geen hoofddoel”

Sandrine, dit weekend ben je aan de slag op het EK afstanden in Heerenveen, waar je in de winter vertoeft en traint. Hoe speciaal is dit EK voor jou?

“Het is min of meer een thuiswedstrijd voor mij. Natuurlijk zal ik het beste van mezelf geven en mijn land op de best mogelijke manier vertegenwoordigen, maar het is geen hoofddoel. In mijn opbouw moet ik keuzes maken. De selectie voor het WK afstanden in Calgary (van 15 tot en met 18 februari, red.) ligt nog niet vast, waardoor het belangrijk wordt om in Wereldbekermanches vijf en zes (eind januari in Salt Lake City en begin februari in Quebec, red.) te presteren. Ik mag van mezelf niet verwachten dat ik goed ben op dit EK, het WK afstanden in februari én het WK allround in maart. Het WK in februari op Canadese bodem steekt erbovenuit.”

Jouw zesde plaats in de massastart op het vorige wereldkampioenschap moet jou veel vertrouwen gegeven hebben.

“Sowieso. Als skeeleraar (de Oostendse is meervoudig wereldkampioene in die sport, red.) ben ik net zoals Bart Swings opgegroeid met tactisch in groep rijden en het nemen van beslissingen op de juiste momenten. Alleen verliep dit seizoen nog niet helemaal zoals ik het gewild had. Door een enkelblessure, die ik tijdens een trainingskamp in Inzell opliep, bleef ik bijna drie weken van het ijs weg. De komende weken hoop ik nog een mooie progressie te boeken, maar een specifieke plaats stel ik niet voorop. Dat heb ik in die vijf jaar als schaatser nog nooit gedaan. Zeker op de massastart kunnen er dingen gebeuren die je niet zelf in de hand hebt.”

Waar kan jij nog beter in worden?

“Mijn topsnelheid in de eindsprint moet nog omhoog. Als ik beter wil doen dan die zesde plek op het WK van 2023, zal dat echt nodig zijn. Er is dus wel nog wat werk aan de winkel. Evident is het allemaal niet, maar ik ben er hard mee bezig.”

België trekt met zeven schaatsers naar het EK afstanden in Heerenveen, dat plaatsvindt van vrijdag 5 tot en met zondag 7 januari. Naast olympisch kampioen en speerpunt Bart Swings maken vier West-Vlamingen deel uit van de selectie: Indra Médard (Oostende, 25 jaar, rijdt ploegenachtervolging met Swings), Sandrine Tas (Oostende, 28 jaar, rijdt de 1.500m, 3.000m en massastart), Fran Vanhoutte (Gistel, 20 jaar, rijdt de 500m en 1.000m) en Mathias Vosté (Nijeholtwolde, 29 jaar)