Eerst Amstelveen, daarna Tokio

Arthur De Sloover, nog altijd maar 24, is een vaste waarde in de selectie van de Red Lions.© BELGA
Arthur De Sloover, nog altijd maar 24, is een vaste waarde in de selectie van de Red Lions.© BELGA
Tom Vandenbussche

Zaterdag om 13.15 uur beginnen de Red Lions tegen Spanje aan het EK hockey in Amstelveen. Na het WK- en EK-goud van 2018 en 2019 zijn de Belgen favoriet nummer één en dat zal eind juli in Tokio niet anders zijn. “Ik zeg niet dat we dit EK als voorbereiding zien, maar de Spelen zijn wel het hoofddoel”, aldus Arthur De Sloover (24), de enige West-Vlaming bij de Red Lions.

Over de Red Lions

“In 2016 haalden we zilver in Rio. In 2018 volgde de wereldtitel en in 2019 was er EK-goud. En toen kwam corona. Een anticlimax was het toen de Spelen uitgesteld werden. Dit EK wordt het eerste tornooi sinds onze Europese titel. Het is afwachten, maar het zal voor geen enkel land gemakkelijk geweest zijn. Bij ons merk ik dat vooral aan de staf. Ook voor hen is dit een nieuwe situatie. Zij vragen zich af: hebben we het qua training wel goed aangepakt? Maar de ploeg hangt nog altijd goed aan elkaar. Op dit EK zullen we misschien één of twee wedstrijden nodig hebben om in ons ritme te komen, maar het is logisch dat we favoriet zijn. Het doel is de halve finale, wat recht geeft op een WK-ticket. Dat is het belangrijkste. Ik zal niet zeggen dat we dit EK als voorbereiding zien, maar Tokio is toch het hoofddoel. Pieken gaan we nu niet doen. Ik verwacht dat we bepaalde zaken zullen uitproberen. Neen, waarschijnlijk gaan we op dit EK ons beste niveau niet halen.”

Over zijn evolutie

“Fysiek gaat het goed met mij. Ik heb ook corona gehad, maar het heeft me niet aangetast. Ik zat tien dagen in quarantaine en kon daarna snel aanpikken. Ik werd intussen twee keer gevaccineerd. Een geruststelling. Ook op mentaal vlak viel het voorbije jaar mee. De oudere Red Lions hebben misschien het gevoel dat ze een jaar gemist hebben, maar ik ben nog jong en heb nog vele jaren voor de boeg. Ik heb een jaar extra gekregen om beter te worden en te evolueren. Voor mij had corona alleen positieve gevolgen.”

Over zijn studie

“Mijn studie toegepaste economische wetenschappen aan de universiteit van Antwerpen vordert goed. Als alles goed verlopen is, zal ik binnenkort mijn bachelordiploma binnen hebben. Ik heb geluk dat ik in juni geen examens meer heb. Ik had nog vier vakken te gaan, maar gelukkig telkens op basis van permanente evaluatie. Twee weken geleden haalde ik mijn laatste deadline. Ik kan me nu, met het EK en de Spelen in het verschiet, honderd procent op mijn sport focussen.”

Over de bondscoach

“Shane McLeod is een vertrouwenspersoon. Toen ik in 2017 bij de ploeg kwam, had ik weinig contact met hem, maar intussen ben ik gegroeid in de groep, speelde ik grote tornooien en merk ik dat we naar elkaar toegegroeid zijn, ook al babbelen we niet zo heel veel met elkaar. Ik moet wel zeggen dat ik ook niet iemand ben die dat nodig heeft. Ik heb enkel vertrouwen nodig.”

Over zijn eigen rol

“Ik speel centraal achterin met Arthur Van Doren en Loïck Luypaert. Ik ben dus, sinds ik in de ploeg kwam, de derde man om de twee anderen te helpen uitrusten. Maar nu zijn we vier jaar verder en heb ik mijn positie versterkt. Intussen heb ik bewezen dat ik de ploeg echt iets kan bijbrengen. De laatste twee jaar kreeg ik ook meer speeltijd. Ik hoop dat de coach me ook op dit EK kansen geeft, zodat ik in Tokio van goudwaarde kan zijn. Mijn sterkste punt? Ik bewaar altijd de rust en kom niet snel onder druk te staan. Daarnaast staan ook mijn spelinzicht, communicatie en basic skills op punt. Ik ben iemand die zelden de bal verliest of een stommiteit begaat.”

Over de kinderdroom

“Voor mij worden het mijn eerste Spelen, al was ik er in Londen 2012 al eens bij. Als supporter. Ik had het geluk dat mijn nicht Alix Gerniers bij de Red Panthers speelde. Met mijn ouders en zus zijn we naar twee of drie matchen gaan kijken. Ik was toen vijftien. Ongelofelijke herinneringen. Ik weet nog goed dat Alix zelfs een foto van haar met Neymar heeft laten nemen. Als klein jongetje was ik altijd fan van Rafael Nadal. Als ik straks de kans krijg om hem aan het werk te zien, zou ik dat fantastisch vinden. Al zal het door de coronamaatregelen vermoedelijk moeilijk worden om veel contact met andere atleten te hebben. Ik hoop wel om enkele andere sporters aan het werk te zien. Een wedstrijd van de Belgian Cats bijvoorbeeld. Ik ben ook fan van de wielersport. Yves Lampaert, ook een West-Vlaming die ik al eens ontmoette, is mijn favoriete coureur. We zien wel. De Spelen zijn een kinderdroom. Het wordt voor ons erop of eronder.”