Wietse Hindryckx: “Het geeft een kick om je kunst in eigen stad te zien”

"Als ik een werk teken of schilder, geef ik een stukje van mezelf weg en dan hoop ik dat het goed ontvangen wordt. Er mogen nog tien mensen zeggen dat het goed is, als de elfde iets anders zegt, kan ik daar slecht van zijn." © BC
Redactie KW

Wietse Hindryckx is nog maar 26 jaar, toch zijn zijn kunstwerken al over de hele wereld te zien. Deels omdat hij vaak reist, maar minstens evenveel omdat zijn werk in het oog springt en aan populariteit wint. De Bruggeling staat vooral bekend voor zijn muurschilderijen, maar is van veel meer markten thuis. “Ik zie in alles een canvas, maar ik doe toevallig veel grote muren. Ik wil me op niets fixeren, ik wil alles doen. Zo wil ik me in de toekomst ook nog toeleggen op design.”

Wietse (26) is net terug uit Lissabon wanneer we hem ontmoeten op het terras van café ‘t Klein Venetië aan De Rozenhoedkaai. “Een Braziliaan die ik leerde kennen in Vietnam is er een Braziliaanse takeaway begonnen. Hij heeft altijd gezegd, als ik ooit een eigen zaak heb, mag je een muur komen doen. En hij heeft woord gehouden, ik ben net terug van een week Lissabon. Ik heb een Braziliaanse vrouw op één van z’n muren geschilderd.”

Je werk is al op veel plekken in de wereld te zien. Geeft dat een kick?

“Dat zal ik niet ontkennen! Maar ik ben een geboren en getogen Bruggeling, dus als ik in eigen stad een muurschilderij mag maken, is dat minstens evenveel kicken. Zeker omdat Brugge niet erg toegankelijk is voor streetart omwille van al het (wereld)erfgoed. Al begint het stadsbestuur al wat meer ruimte te creëren voor streetart. Maar het kan nog beter.”

Welk werk van jezelf in Brugge vind je het mooist?

“De jungle op een muur langs de Baron Ruzettelaan. Je kunt er niet naast kijken. Het is eigenlijk een zelfportret. Het kunstwerk is gebaseerd op een foto van mezelf in de jungle in Vietnam. Ik had een groen T-shirt aan en ging helemaal op tussen al die groene planten. Ik heb dat effect gecreëerd op die muur, maar in het wit.”

Je staat vooral bekend voor je streetart. Een bewuste keuze?

“Niet echt. Ik zie in alles een canvas, maar ik doe toevallig veel grote muren. Ik vind dat kicken, maar het is niet mijn intentie om enkel als streetartartist te werken. Ik wil me niet fixeren, ik wil alles doen. In de toekomst wil ik me bijvoorbeeld ook nog toeleggen op design.”

Streetart maakt kunst wel toegankelijk voor het brede publiek. Het is ook heel populair, te zien aan het succes van The Crystal Ship in Oostende.

“Daar ben ik heel blij voor. Een lelijk gebouw dat verloederd is, kun je op die manier mooi maken. Het waardeert een gebouw op. Al is het maar tijdelijk. Hier in Brugge zit je voor een stuk met het ‘probleem’ van al het erfgoed, maar kijk bijvoorbeeld naar Oostende hoe goed streetart daar werkt. The Crystal Ship is een trekpleister. In juli moet ik naar Bristol voor een streetartfestival, het grootste van Europa. Heel die stad is omgeven door kunst van streetartartists. Iedereen komt daar naartoe om dat te zien, zo’n klein stadje nochtans!”

Je hebt een bachelor Animatiefilm op zak. Doe je daar nog iets mee?

“M’n master heb ik niet meer gedaan. De feeling was weg. Eén seconde film telt 25 tekeningen, maar ik ben een beeldend iemand. Na één tekening ben ik het al een beetje beu en wil ik al aan iets nieuws beginnen. Het was geen gemakkelijke beslissing om er niet mee verder te doen, maar met iets vertrouwd stoppen is nooit gemakkelijk. Anderzijds is vernieuwing ook leuk.”

Achteraf gezien heb je wel de de juiste keuze gemaakt…

“Dat denk ik ook wel. Uiteindelijk ben ik er gewoon voor gegaan…”

Ben je na je studies meteen aan het werk gegaan?

“Neen, ik wou eerst reizen om mijn hoofd leeg te maken. Ik zou wel zien wat op mijn pad kwam. Zo heb ik een hele tijd afwisselend gereisd en gewerkt. Ik ben in Vietnam, Cambodja, Laos, Thailand, Japan, Brazilië, Sri Lanka… geweest. En ik heb ook heel wat van Europa gezien.”

Zijn die reizen je inspiratie of is het eerder een noodzaak in je leven?

“Allebei. Mijn inspiratie haal ik vooral uit geschiedenis. Geschiedenis keert op één of andere manier altijd terug. Zonder politieke standpunten te willen innemen, maar de rechtse partijen winnen momenteel aan populariteit en in het verleden is dat nog gebeurd. We weten allemaal tot wat dat heeft geleid.”

“De stad begint toch al wat meer ruimte te creëren voor streetart. Maar het kan nog beter”

“Maar het is natuurlijk niet omdat de geschiedenis terugkeert dat ze zich op dezelfde manier moet herhalen. Je weet nooit hoe het loopt, met het verleden in het achterhoofd kun je er wel iets beters van maken.”

Wat heeft je interesse voor geschiedenis opgewekt?

“Mijn broer volgde een lerarenopleiding en ik begon door zijn geschiedenisboeken te bladeren. Dat was de trigger. Maar ook de natuur is één van mijn inspiratiebronnen. De natuur is één van de meest perfecte dingen op de wereld, al is het jammer dat we ze om zeep aan het helpen zijn. En in het verlengde van geschiedenis en natuur vormen ook mijn reizen een inspiratiebron. Ik probeer de drie te combineren met elkaar in mijn werken.”

“Als ik door een land reis, wil ik het echt leren kennen. In Brazilië vierde ik in Rio de Janeiro, maar sliep ik ook in de favela’s”

“Als ik reis wil ik alles meemaken: cultuur, natuur, ontspanning en rust, geschiedenis, lokale gebruiken en levensstijlen leren kennen… In Brazilië heb ik bijvoorbeeld mijn verjaardag gevierd op het carnaval in Rio de Janeiro, maar ook in de favela’s geslapen. Ik heb de glitter en glamour gezien, maar ook het tegenovergestelde. En dat is iets wat ik op al mijn reizen wil bereiken: het mooie én het lelijke van een land zien. Ik hoef geen luxe op het strand van Copacabana, ik wil het land zien. Als je in Rio bent, moet je Copacabana natuurlijk gezien hebben. Net als een toerist in Brugge het belfort moet zien.”

Wietse Hindryckx
Wietse Hindryckx© BC

Welk land maakte de grootste indruk op jou?

“Vietnam, zonder twijfel. Ik heb daar gewerkt in hostel en ik heb er heel veel vrienden leren kennen. Ik heb er ook heel wat muren kunnen doen. Maar wat de grootste indruk op me maakte was de levensfilosofie: respect voor ouderen, voor je medemens en eigenlijk voor van alles en nog wat.”

Welk land staat bovenaan je bucket list?

“Er zijn veel landen waar ik nog naartoe wil, maar Australië staat toch redelijk bovenaan. Bucket list vind ik trouwens een naar woord. Ik vind niet dat je een lijstje moet opstellen met wat je allemaal wil doen, je moet gewoon doen. Waarom op je lijstje zetten dat je Zuid-Amerika wil zien als je het veel simpeler kunt maken? Zeg gewoon, ik ga op reis naar Rio voor het carnaval en van daaruit zie ik wel. Door iets kleiner te maken, zet je snellere stappen om je dromen waar te maken.”

Valt al dat reizen te combineren met werken?

“Het is niet gemakkelijk, maar het is te doen. Ik werk in de horeca en kunst is mijn bijberoep. Mijn doel is niet om veel geld te verdienen, ik wil gewoon veel zien in mijn leven. Kunst zie ik ook niet echt als een job. Het mág ook niet primeren als job, want ik wil het niet doen voor de centen. Want als je dat wel doet, kun je niet 100 procent voor je gevoel gaan. En dan sta je ook onder onnodige stress. Ik heb vette maanden, maar ook maanden waarin een stuutje met choco lekker smaakt.” (lacht)

Op welk eigen werk ben je het meest trots?

“Goh, dat is een moeilijke. Al springen twee werken er persoonlijk uit voor mij. Mijn grootste werk tot nu heb ik drie jaar geleden geschilderd in Roeselare, een leeuw van 20 meter lang. Ik vind die leeuw passen bij de positieve vibe die de laatste jaren in Roeselare hangt. Een tweede werk waar ik heel trots op ben zijn de drie grote vissen die ik geschilderd heb in het zwembad van hotel La Réserve in Knokke. Ik vond het een geweldige kans.”

Ik las een artikel waarin je zegt dat je een knoop in je maag krijgt als iets niet helemaal is uitgevoerd zoals het uit je fantasie komt. Dat je er fysiek ongemakkelijk van wordt. Lastig zeg?!

“Waar heb je dat gelezen?” (grijnst) “Maar het klopt wel, ik heb het echt lastig als het niet gegaan is zoals ik het wou. Ik zou mezelf nochtans geen perfectionist noemen, maar ik wil wel mijn gevoel en passie kunnen tonen met verf of op papier. Ik kan ook echt slecht zijn van negatieve kritiek. Als ik een werk teken of schilder, geef ik een stukje van mezelf weg en dan hoop ik dat het goed ontvangen wordt. Er mogen nog tien mensen zeggen dat het goed is, als de elfde iets anders zegt, kan ik daar slecht van zijn. Anderzijds maakt die negatieve kritiek me wel sterker. In het begin kreeg ik veel meer negatieve kritiek en ik wou er op een bepaald ogenblik zelfs mee stoppen. Maar nu heb ik iets vankust ze, ik ga ervoor en ik zal alleen maar sterker worden door die kritiek. Je moet opbouwende kritiek filteren van ronduit negatieve kritiek. Want sommige mensen kunnen je echt afbreken en daar raak je niets mee vooruit. Ik ben ook nog maar 26, een volleerd kunstenaar is 50 of 60. Enfin, dat zegt men toch. Dus ik heb nog even de tijd hé om te evolueren.” (knipoog)

De tips van Wietse

Lekker eten

“Mijn favoriete restaurant is Tom’s Diner in het West-Gistelhof. Ik ga daar al heel lang omdat de gerechten er superlekker zijn. Ik heb geen favoriet gerecht, ik heb er al van alles gegeten en het is nog nooit tegengevallen. Iets gaan drinken doe ik vooral in De Republiek in de Sint-Jakobsstraat, het is trouwens zo dat ik daar beginnen werken ben. Ook Comptoir des Arts in de Vlamingstraat vind ik een gezellige bar.”

Mooiste plekje

“De vesten. Ik woon al heel mijn leven aan de vesten. Ik ga ook heel vaak lopen langs de vesten, het is een rustfactor in mijn leven. Het is er heel tof om te zitten, om af te spreken met vrienden en te frisbeeën.”

Reizen

“Ik heb al veel prachtige plaatsen gezien, maar mijn favoriet in Europa is Wenen. De architectuur, de sfeer die er hangt, de geschiedenis van de stad, de gezellige cafeetjes en restaurantjes… Wenen moet niet onderdoen voor Parijs, al vind ik Parijs ook prachtig. Ik ben een grote fan van het werk van de Oostenrijkse expressionistische kunstschilder Egon Schiele en Wenen heeft het grootste museum van Egon Schiele. Zeker een aanrader!”

Shoppen

“Ik draag heel vaak een T-shirt of trui van mijn eigen kledinglijn. Ik heb het merk Five Inch gelanceerd en mijn kleding is gekenmerkt door de Franse buldog, mijn artiestenlogo. Die buldog is mijn logo geworden omdat hij één van mijn eerste tekeningen was en hij ondertussen al heel veel meegemaakt heeft met mij. Ik heb het geluk dat mijn ouders mij een vrij unieke naam hebben gegeven, dus ik onderteken mijn werken als Wietse, maar de Franse buldog is mijn stempel. Wie die hond ziet, zou onmiddellijk aan mij moeten denken. Of dat is toch de bedoeling.” (lacht)

“In Brugge shop ik graag in de Fresh in de Sint-Jakobsstraat. Op reis koop ik sowieso altijd iets van kleding of schoenen. Ik heb graag iets wat je hier niet ziet op straat. Niet om te tonen dat ik iets anders heb, maar puur omdat ik het leuk vind om iets anders aan te hebben.” (BC)