Het geheim achter ‘het beste frietkot van de kust’ Erly: “Ik heb de Duitsers stoverij leren eten”
“Deze frituur is een omweg waard”, liet sterrenchef Luc Bellings een paar jaar geleden eens optekenen. Hij had het toen over Erly, een van de laatste echte frietbarakken in de regio, met een topscore van 10/10 ‘het perfecte frietkot’ volgens Bellings. Voor uitbater Lennart Loyen was dat de kroon op het werk van vier generaties. “Ook papa was toen heel trots.”
Lennart Loyen (42) was een jaar of vijftien toen hij zijn eerste frieten bakte in de frituur van zijn vader. “Hij had destijds een snackbar aan de Lippenslaan in Knokke-Heist, die elke dag van elf tot zes uur ‘s morgens open was. Je hoort het goed: negentien uur per dag, zeven op zeven. Ritchie’s Fast Food was trouwens ook lang de énige frituur in Knokke”, vertelt Lennart. Zelf staat hij al zeventien jaar achter de frietketel in De Haan. “Toen pa zijn frituur in 2007 verkocht aan een bemiddelde Nederlander, wist die ons te vertellen dat deze hier te koop stond. Voor mij financieel interessanter, en ik zag het ook niet zitten om, zoals mijn vader, altijd de nachten te doen. Frituur Erly – een verwijzing naar de eerste uitbaters Ernest en Lysette – was toen bovendien al een gevestigde naam in De Haan”, aldus Lennart.
Uit respect behield hij de naam. “Ernest en Lysette hebben het hier tenslotte bijna een halve eeuw uitgezongen: deze frituur opende voor het eerst de deuren in 1958.” Ondertussen staat hij er zelf ook al zeventien jaar, maar Lennart ziet een donkere wolk boven zijn frituur. “Wat wordt het met die fietssnelweg? Mijn contract is dan wel verlengd tot 2033, maar op lange termijn lijkt mijn toekomst hier op deze locatie toch hoogst onzeker. Ook de mogelijke ondertunneling van de Nieuwe Rijksweg is als een zwaard van Damocles”, aldus Lennart.
vierde generatie
Als hij nog even voortbakt, komt hij aan een familietraditie van honderd jaar. “Mijn vader – die dit jaar overleed – leerde de stiel van mijn grootvader aan moederskant, en hij op zijn beurt weer van diens vader. Ik ben de vierde generatie. Pa heeft hier trouwens nog tien jaar mee in de frituur gestaan en daar ben ik hem altijd bijzonder erkentelijk voor geweest. In die periode heb ik hem ook beter leren kennen. Zijn frituur in Knokke was immers maar vijf dagen op een jaar gesloten. Bijna altijd was hij aan het werk.”
Bij Lennart is het vandaag rustig aan de frituur, maar in de zomer staat er vaak een lange rij. “Duitse toeristen vragen altijd om een bakje pommesrot-weiss: eentje met speciaalsaus”, vertrouwt Lennart ons toe. Niet alleen de Duitsers smullen van zijn frietjes. “Met Trammelant draai ik er wel vijftig liter mayonaise door. Maar dan zijn we uitzonderlijk ook open tot drie uur ‘s nachts”, klinkt het. Na de kerstperiode knijpt Lennart er altijd even tussenuit, maar met de krokusvakantie staat hij er weer. Zijn frituur is elf maanden per jaar open, en dat weten ook de meeuwen. “Kijk, daar staat er weer eentje te wachten tot ik opendoe. Als ik hier ‘s morgens nog maar mijn auto parkeer, komen ze meteen al aangevlogen. Ze weten dat ik die van de frietjes ben”, grijnst Lennart.
En geef ze eens ongelijk: een paar zomers geleden kreeg hij van sterrenchef Luc Bellings een tien op tien voor zijn frietmet mayo eneen curryworst speciaal. “Hij is hier twee keer geweest. De eerste keer – meer dan tien jaar geleden al – gaf hij me een 9. Die ene tip die hij toen gaf, heb ik direct ter harte genomen en dat loonde dus”, aldus Lennart. Hij werd toen zelfs gebombardeerd tot het perfecte frietkot, de beste frituur aan de Belgische kust. “Dat was nog in coronatijd, en dus bijzonder welgekomen. Ook papa was toen heel trots”, klinkt het.
Lennart is zelf ook trots op zijn product. “Mensen uit De Haan stoppen hier dikwijls als ze terugkeren van vakantie. Frietjes zijn a slice of life. De Belg en zijn frietjes, dat is een onafscheidelijke combo.” De beste frituristen bakken ze volgens Bellings nogal eens volgens het boekje. “Maar wat is dat, volgens het boekje? Vroeger werden frieten meestal in ossewit gebakken, en had je overal van die dikke frieten.Terwijl die fijnere frietjes in mijn ogen toch iets meer crunch hebben. Bovendien scheelt dat ook in baktijd”, zegt Lennart.
dorpspsycholoog
Het toverwoord? Timing. “Iedereen kan een frikandel bakken, maar het is geen toeval dat er bij SpongeBob een octopus in de snackbar werkt: als ik op kruissnelheid meerdere bestellingen samenneem, doe ik er gemiddeld één minuut over per klant. Als er twintig man staat, wil dat dus zeggen dat ze maar twintig minuutjes moeten wachten. Maar ik heb sowieso wel een goed cliënteel. Geen klagers, geen voorbijstekers. Weet je, ik wou vroeger psycholoog worden, en als friturist bén je dat eigenlijk ook een beetje. In coronatijd heb ik dat heel hard gemerkt: veel mensen bleven toen iets langer hangen voor een babbeltje bij de dorpspsycholoog”, glimlacht Lennart.
nostalgische puntzak
Die curryworst van Luc Bellings of, bij ons, ‘frikandel’ special verdient voor Lennart een erfgoedpluim. “Was ist typisch Belgisch? vragen Duitse toeristen mij weleens. Dan krijgen ze van mij een frikandel special. Maar ik heb de Duitsers ondertussen ook stoverij leren eten”, lacht hij. De puntzak is passé. “Oudere mensen vragen daar soms nog wel naar, maar dat is louter nostalgie. Nog een verschil met vroeger, is dat er een hele waaier aan hamburgers bijgekomen is. Ik heb er ondertussen vijftien op de kaart staan, waaronder ook een vegetarische variant. Die is dan wel in rundsvet gebakken, maar dat is voor negen op de tien klanten geen probleem”, knipoogt Lennart.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier