Sif van De Vagant viert 70ste verjaardag: “Al 45 jaar cafébaas en ik doe verder omdat ik graag tussen de mensen ben”

Jozef ‘Sif Bogaert is al 45 jaar het gezicht achter de toog van De Vagant. © Frank Meurisse
Wouter Vander Stricht

Op dinsdag 2 april werd Jozef ‘Sif’ Bogaert 70 jaar. En hij runt al ruim 45 jaar café De Vagant op de Korenmarkt. Eind 1978 ruilde hij zijn job van melkboer in voor die van cafébaas. En al die jaren later is de kroegbaas met een eigengereide stijl nog altijd een vaste waarde in het Izegemse horecaleven. “Ik doe het nog, omdat ik het graag doe”, vat hij samen.

We treffen Jozef Bogaert op een zaterdagvoormiddag, marktdag in Izegem. Zijn ‘assistenten’ hebben het café geopend, wij zijn eerder dan de kroegbaas ter plaatse. Die heeft wat moeite om zijn auto kwijt te geraken in het Izegemse centrum en als hij over de dorpel stapt is hij eerlijk. “Mijn humeur is niet schitterend vandaag.” Het komt er al snel uit waarom. “Gisteren een boete gekregen hier wat verderop, je kan hier maximaal 1,5 euro in de automaat stoppen. Maar ik kan mijn café niet verlaten om geld te gaan bij stoppen. En dan krijg je 25 euro boete omdat je die enkele minuten tot 18 uur niet kunt overbruggen.”

Voilà, het is er uit. Jozef Bogaert staat bekend om zijn wat norse stijl. Hij foetert graat op de maatschappij, maar het blijft bovenal een man van het volk die graag tussen de mensen is. En een man die goochelt met data en geschiedkundige weetjes. “Men denkt dat de Duitsers de concentratiekampen hebben uitgevonden, maar de Britten hadden er al in Zuid-Afrika en de Nederlanders in Indonesië.”

Straffe Hendrik

Hij stamt ook uit het roemruchte geslacht Bogaert. “Wist je dat de vader van Straffe Hendrik een neef was van mij.” En die zijn er natuurlijk in overvloed. “Het gezin van mijn vader kwam in 1909 van Aartrijke naar Izegem. Ze konden hier een hoeve kopen in de Masteneikstraat, een boerderij met vier hectaren. Ze kochten die van Baron de Pélichy. Die verkocht normaal nooit, verkopen is verarmen”, was die zijn motto. In het gezin werden er 15 kinderen geboren. “Maar slechts tien werden er volwassen.” Mijn vader, die ook Jozef heette, had ooit tegen een neef gezworen dat hij niet zoveel kinderen zou hebben. “We hebben de methode met de temperatuur ontdekt. Toen mijn vader aan nummer acht zat, wees die neef er hem op dat zijn thermometer wel eens kapot kon geweest zijn.”

“Onze moeder wist niet dat ze in verwachting was van mijn tweelingzus en mij toen ze onze vader ten grave droeg”

In het gezin van Jozef en zijn echtgenote Maria werden er 14 kinderen geboren. “Mijn vader heb ik nooit gekend,” klinkt het. “Hij is gestorven toen hij amper 46 jaar was, iets met zijn hartkleppen dat ze nu eenvoudig zouden kunnen oplossen. Maar toen moest je daarvoor naar Nederland. Bij zijn begrafenis wist mijn moeder niet dat ze in verwachting was, mijn tweelingzus Marie-Jozef en ik zijn vernoemd naar onze ouders. Ik ben eerder ter wereld gekomen, maar zij is de oudste van ons twee omdat ze het eerst gemaakt is. Wij zijn geboren in het jaar 1954, de oudste in ons gezin 1935. 14 kinderen dus op 19 jaar. Ook voor ons was er een tweeling, Frans en Francine. We hebben altijd in de Burgemeester Vandenbogaerdelaan gewoond, sinds enkele jaren woon ik nu in de Bellevuestraat.”

Een kroostrijk gezin, waarvan er al zes gestorven zijn en waar heel wat kinderen de zelfstandige toer op ging. “Op een gegeven moment waren we met vijf of zes actief als melkboer. Ik had daarvoor ook gaan werken voor een baas, maar dat is niet echt mijn ding. Ik kan maar moeilijk zwijgen, zeg altijd mijn mening. Daarom dat ik mijn eigen baas ben, dan moet je enkel overeen komen met jezelf. Al is dat ook niet gemakkelijk. Maar je moet ook de schuld niet op een ander niet steken, als er iets fout loopt weet je aan wie het ligt.”

Jozef is altijd vrijgezel gebleven, al had hij wel een relatie toen hij een jaar of 22 was. “Maar die jongedame is toen eerlijk geweest met mij en nu zijn we nog altijd vrienden.” Daarna is de liefde niet meer op zijn pad gekomen. “Ik heb nooit zot gelopen van een vrouw én ook niet van de knechten.” Eind 1978, dik 45 jaar geleden dus, werd Jozef de patron van De Vagant. “De vorige uitbater was in de vaart gereden. Op 22 december 1978, een vrijdagnamiddag, heb ik hier de deuren open gedaan. En we zitten hier nog.”

Onverslijtbare meubelen

In al die tijd is er ook nauwelijks iets veranderd aan het café. “Het bestaat al meer dan een eeuw. De meubels waren negen maanden nieuw toen ik het gebouw betrok, ze staan er nog altijd. Van Izegemse makkelij, van bij Margotjes uit de Gistelstraat, maar ook onverslijtbaar. Nu maken ze dat niet meer. In al die jaren heb ik ook nauwelijks iets veranderd. We hebben hier een biljart geplaatst, later is er een tv gekomen en ook de kachel is nieuw. Die gaat geen 45 jaar mee natuurlijk.”

“Ik had mijn woord gegeven aan de familie Leroy, 45 jaar later heb ik nog altijd geen ondertekende huurovereenkomst. Alles berust op vertrouwen”

Boven de kachel hangen ook foto’s van hoe De Korenmarkt er vroeger uit zag. “Er waren hier negen cafés en De Vagant heette toen nog Café Belge.” Het café is eigendom van de familie Leroy, nu Leroy Breweries, maar vroeger Brouwerij Het Sas uit Boezinge. “Ik heb in al die jaren nooit een ondertekende overeenkomst gehad. We gaven ons woord aan elkaar en na al die jaren geldt dat nog altijd.”

Smartphone-generatie

Er wordt nu nog gebiljart in het café, er is een kaartclub, maar dat ook het verenigingsleven achteruit boert, dat hoef je Sif niet te vertellen. “Ja, we hadden hier vroeger ook liefhebbersvoetbalploegen. Maar nu is dat gedaan, dat engagement, die samenhorigheid… Dat bestaat niet meer, de beste vriend van de jonge generatie is nu hun smartphone.” Sif runt zijn café in zijn eentje, maar kan op hulp rekenen van een vaste equipe bij grotere evenement. “Als het kermis is bijvoorbeeld, dan heb ik hier nog met een terras van 120 stoelen gestaan. Dat kun je natuurlijk niet alleen aan.” Straks is Jozef ook van de partij op Izegem Klinkt. “Ik heb als enige al alle edities van de kroegentocht meegemaakt. De keuze voor een band laat ik aan die gasten over, die kennen meer van muziek dan ik. En ik ben al iedere keer tevreden geweest.”

Wat minder tevreden klinkt hij als het over de aanpak van het centrum gaat. “Oh, ze luisteren niet naar de mensen. Je mag dan wel naar een vergadering gaan, maar je kent dat wel. We dronken een glas, we pisten een plas en alles bleef zoals het was. Je hebt daar toch geen inspraak.”

De Vagant blijft op maandag en dinsdag gesloten, van woensdag tot en met vrijdag is hij open van in de namiddag, op zaterdag in de voor- en namiddag en op zondag enkel in de voormiddag. “Op zondagnamiddag zie je toch geen volk meer. Zeker in de winter niet en als ik dan hier mijn café moet verwarmen…”

Beste vriend Spike

Sif heeft ook een aparte manier van communiceren met zijn klanten. Er wordt wat over en weer gepookt. “Ik hou van ludieke grappen, zo van die moppen waarover je efkes moet peinzen.” Ook de honden zijn er welkom, ze krijgen steevast een snoep. Als een dame met haar Berner sennenhond, een reus van een exemplaar komt binnen gewandeld, veert Jozef meteen op. “Spike is mijn beste vriend.” En de vriendschap is wederzijds blijkbaar. Jozef is eigenlijk al tien jaar met pensioen. “Op mijn 60ste had ik al 43 jaar dienst. George Astin, dat was nog eens een gast, had dat geregeld. Jammer genoeg heeft hij zelf niet lang kunnen genieten van zijn pensioen.” Café houden dat Jozef nu nog voor zijn plezier. “En om onder de mensen te zijn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier