Vijfde generatie aan zet bij bakkerij De Knock: “Opa zou heel fier zijn”

Karel De Knock en Wanda Sobczyk. © GST
Thomas Rosseel
Thomas Rosseel Journalist

Karel De Knock (31) en Wanda Sobczyk (29) zetten 138 jaar aan pure bakkersambacht verder. Het koppel nam de touwtjes over van Karels ouders en vormt zo de vijfde generatie van de alomgeprezen bakkerij De Knock in Oostkamp. “Zonder ons eeuwenoud concept zou ik dit niet doen”, zegt Karel.

Toen landbouwer Eduardus De Knock in 1882 zijn bakkerszaak in de Kortrijksestraat opende, had hij er ongetwijfeld niet bij stilgestaan dat zijn zaak vier generaties later een sterker merk dan ooit zou zijn in de gemeente. Zijn achterkleinzoon en naamgenoot Edward stond de voorbije jaren aan het hoofd van de bakkerij. Nu is zijn zoon Karel (31) aan zet. Ook hij blijft bij pure ambacht zweren: het brood bij De Knock wordt in de traditionele houtoven gebakken, een unicum in onze provincie. Een gesprek met de nieuwe chef – die al tien jaar zij aan zij met zijn vader werkt – drong zich op.

Karel, hoe is deze overname er gekomen?

“Die beslissing is vijf jaar geleden al genomen, toen ik mijn vrouw Wanda leerde kennen. Zij is spontaan meegegaan in het verhaal. We blijven wel trouw aan het concept. We hebben enkel de winkel wat geschilderd. Het zou maar wat onnozel zijn om een eeuwenoud concept te veranderen. Uit principe zou ik dat niet willen. Ik zeg altijd: mocht het anders moeten, dan zou ik stoppen. Direct.”

Dat concept is die pure ambacht met de houtoven. Wat is het verschil met een moderne oven eigenlijk precies?

“In een moderne oven wordt het brood van binnenuit gebakken. Bij ons krijg je een hele hoge warmte in de oven, zodat het brood gebakken wordt als pakweg een entrecote in een pan. Je schroeit die ook eerst toe aan de buitenkant en dan laat je de warmte zakken. Dat moet ook zo bij ons brood. Je kan zo’n houtoven niet meer openen terwijl het brood erin zit. Na vijf minuten staat er al een korst op onze broden en dan bakken ze verder uit. Dat is het grootste verschil. Voor het kneden gebruiken we twee machines, die al meer dan honderd jaar oud zijn. De rest doen we helemaal met onze handen als instrumenten. Dat maakt het arbeidsintensiever. We bakken dan ook enkel brood. Hier zijn geen pistolets of boterkoeken te vinden. Ons aanbod is traditioneel en wordt af en toe uitgebreid met iets speciaals. We hebben trouwe klanten die van de smaak van ons ambachtelijk brood houden.”

Er is wel een bepaalde druk omdat ik in de voetsporen van verschillende generaties treedt

Hoe fier ben je dat je deze traditionele zaak kunt voortzetten?

“Er komt wel een bepaalde druk bij kijken omdat ik in de voetsporen van verschillende generaties treedt, maar ik ben er heel trots op. Als klein gastje was ik blijkbaar al erg aangetrokken tot de bakkerij. Ik hielp graag mee. Mijn schoolcarrière was niet zo’n succes. (lacht) Studeren was niet echt mijn ding. De keuze voor de bakkersopleiding was snel gemaakt, al is ook die richting niet zonder slag of stoot verlopen.”

Wanda en jij hebben twee kleine kindjes. Valt dat makkelijk te combineren?

“Je sociaal leven als bakker is nooit echt evident, maar eigenlijk valt dat heel goed mee. We wonen bij de zaak. We zien elkaar zo best veel. Ik ben content. ‘s Morgens komt mijn ma (Rita Devos, red.) nog helpen om de bakkerij te openen. Wanda kan de kindjes zo eerst klaarmaken. Mijn pa werkt ook nog steeds fulltime samen met mij. Hij heeft dat nodig. Mocht ik zijn werk van hem afpakken, zou dat wreed zijn voor hem. Mijn pa is een ongelooflijke werkkracht, niet normaal. Voorlopig blijven we dit dus samen doen. De rollen zijn gewoon omgedraaid. Nu zwaaien wij als nieuwe generatie de plak.”

Edward De Knock en Rita Devos met kinderen Louise en Karel ruim vijf jaar geleden.
Edward De Knock en Rita Devos met kinderen Louise en Karel ruim vijf jaar geleden.© a-RN

Zal je pa nog lang meehelpen?

“Ik denk dat hij dezelfde kant zal opgaan als zijn pa. Werken tot het echt niet meer gaat. Op een gegeven moment werkten we met zijn drieën in de bakkerij: mijn grootvader (ook Karel, red.), mijn pa en ik. We vonden het wel leuk dat hij kwam maar op den duur werd dat toch een uitdaging, zo’n man van in de tachtig. (lacht) Drie jaar geleden is hij overleden. Hij zou wel trots zijn vandaag. Hij heeft gelukkig nog geweten dat ik op een dag ging overnemen. We hadden een hele goeie band en konden goed met elkaar praten. Hij was trouwens geen bakker. Opa had studies Latijn gedaan, maar toen zijn pa vroeg overleed, heeft hij toch de bakkerij overgenomen.”

Tot slot: droom je al van een zesde generatie?

“We hebben twee dochters, dus het is iets minder evident dan de voorbije generaties. Hoewel, niets zegt dat zij dat niet zouden kunnen natuurlijk. Ik lig er eigenlijk niet wakker van. Mijn ouders hebben me ook nooit gepusht om bakker te worden. Ik wou het gewoon doen. We zien wel wat de toekomst nog brengt. Onze dochters hebben alvast de namen van vroeger doorgekregen. Bij de mannen in onze familie worden telkens de namen Jan, Karel en Edward doorgegeven. Onze oudste dochter van drie is genoemd naar mijn grootmoeder: Dalia. De jongste is bijna een jaar en heet Jeanne, al hebben we de link naar Jan eigenlijk pas later gelegd. We vonden dat gewoon een mooie naam. (lacht)