Mee de zee in met de Stienesteekers: “De garnalen zijn maar bijkomstig”

“Tijdens het vissen wisselen we dikwijls van positie, want deze zeewandeling is in de eerste plaats een vrouwenklets”, klinkt het bij de Stienesteekers. © JCR
Wouter Verheecke
Wouter Verheecke Medewerker KW

Volgende week loopt reuzin Stiene weer voorop in de Garnaalstoet, met de Stienesteekers in haar kielzog. Wie is deze vrouwenbende, waarom vissen zij anno 2023 te voet en hoe zien ze de toekomst van hun vereniging? Wij trokken met hen mee de zee in, om het allemaal aan den lijve te ondervinden.

Christiane Chrisje Bailleul uit Veurne is op haar 74ste de ouderdomsdeken van de Stienesteekers. Zij is er al bij sinds de oprichting, in 2009. “Het idee komt van Dorine Geersens, nadat haar vader als toenmalige voorzitter van de Orde van de Paardevisser zijn beklag deed dat zijn twee dochters nooit garnaalvissers zouden worden. Daarop besloot zij om de traditie van Stiene en de andere vissersvrouwen nieuw leven in te blazen. Zij gingen vorige eeuw met een steeknet garnalen kruien, terwijl hun mannen als IJslandvaarders weken- of maandenlang van huis waren. Zo konden zij zelf eten voorzien voor zichzelf en de kroost”, weet Christiane.

“Veel toeristen verbazen zich erover dat de rauwe garnalen niet roze maar grijs zijn”

“We zijn trouwens opgericht vanuit de Handelaarsbond, met vooral commerçanten onder de tien oorspronkelijke leden. Ondertussen staan er officieel 42 steekers geregistreerd op mijn lijst, van tieners tot zeventigers en zowel kustbewoners als binnenlanders. Al trekken we doorgaans maar met een achttal vrouwen tot op heuphoogte het sop in”, zegt Christiane, die als verantwoordelijke voor de administratie ook de kalender opstelt. “Dat doen we tussen april en oktober telkens een uur voor laagwater, met een waadpak en onze gele jekkers aan. Zo stappen we een halfuur evenwijdig met de kustlijn van Oostduinkerke door het water, terwijl we ons steeknet in het steekbard tegen onze borstkas planten”, demonstreert ze.

Vrouwenklets

De grootste en moedigste dames wagen zich het diepst de zee in, terwijl de anderen dichter bij het strand blijven. “Tijdens het vissen wisselen we dikwijls van positie, want deze zeewandeling is in de eerste plaats een vrouwenklets. Hier luchten we ons hart, praten we over de kinderen en wisselen we bijvoorbeeld kooktips uit”, zegt Christiane.

De Stienesteekers trekken meestal met een achttal dames het sop in.
De Stienesteekers trekken meestal met een achttal dames het sop in. © JCR

“Daarnaast zien we dit ook als een gratis gezondheidsbad, want door de inwerking van de zeelucht, de wind en de zon word je gezond moe. Bovendien houden de golven onze lijfjes slank”, schatert ze. “Voorts doen we dit ook voor het toerisme en de educatie. In de zomermaanden trekken we wekelijks de zee in en dan krijgen we veel vragen van nieuwsgierige omstaanders.”

Magere vangst

En voor de garnalen zelf natuurlijk. “Nee, daarvoor hoef je ‘t zeker niet te doen”, verrast Christiane. “Daarvoor vissen we te vroeg op het jaar, niet diep genoeg en bovendien zijn er door de klimaatverandering alsmaar minder garnalen aan onze kust. Op een goeie dag vangen we na zo’n tweehonderd stappen met z’n allen misschien hooguit 2 kilogram.”

De enige voorwaarde om je te mogen aansluiten bij de Stienesteekers, is dat je een vrouw bent.
De enige voorwaarde om je te mogen aansluiten bij de Stienesteekers, is dat je een vrouw bent. © JCR

“Die vangst verdelen we onder de steekers, om de garnalen thuis te pellen en te koken. Onze kas voor nieuw materiaal spijzen we dan ook niet met de garnalen, maar met de opbrengsten van onze activiteiten. Zo hebben we een bar tijdens de Garnaalfeesten en in het Bos van Commerce, en organiseren we ook elk jaar de Knuffelduik ten voordele van Kiekafobee.”

Après-pêche

Ook de bijvangst is trouwens niet bijzonder. “Naast de vele schelpen, kwallen en pietermannen, is het vreemdste wat ik al in mijn netten aantrof een duikbril. Geen bikinitopjes dus, neen”, lacht Christiane. “We vangen wel dikwijls drijvend afval, dat we dan natuurlijk ook in onze manden verzamelen. Zo ruimen we ook een beetje de zee op.”

Het steekbard voor het steeknet doet na het vissen dienst als onderlegger voor een cavaglas.
Het steekbard voor het steeknet doet na het vissen dienst als onderlegger voor een cavaglas. © JCR

Na de terugtocht doorheen het mulle zand volgt de après-pêche. Daarvoor houden de dames hun steekbard rond de nek, al brengen ze dit nu in de horizontale positie, zodat hun glas cava erop past. “Van die zilte zeelucht krijg je een droge mond”, knipoogt Christiane, die ook nog even de filosofische tour opgaat. “Wanneer je met je visnet door de zee stapt, voel je je als een kleine garnaal in de kosmos. Dat is een onbeschrijflijk gevoel dat mij na al die jaren blijft overvallen”, vertelt ze. “Zelf wil ik dan ook blijven steeken zolang ik kan, maar we hebben nood aan verjonging om deze mooie traditie in ere te blijven houden en de continuïteit te garanderen. Vooral de veertigers missen we nu wat”, lanceert ze graag een oproep. “Iedereen die eens met ons mee wil stappen, is welkom. Er is een doopritueel voor nieuwelingen, maar dat is niet verplicht te volgen. De enige voorwaarde is dat je een vrouw moet zijn”, klinkt het nog.

Heb je interesse om eens mee in zee te gaan met de Stienesteekers? Stuur dan zeker een mail naar christy.bailleul@gmail.com