Georges Dumarey speelt al 50 jaar bij Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia: “Zeker 2.000 repetities bijgewoond”

Het advies van Georges aan jongeren: “Altijd blijven repeteren, hoe oud je ook bent.” © LIN
Laurette Ingelbrecht
Laurette Ingelbrecht Medewerker KW

Sinds 1973 is Georges Dumarey (75) spelend lid van de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia. Al een halve eeuw blaast hij de mooiste noten uit zijn instrumenten. “Alles begon met een mondmuziekje”, vertelt Georges, die al gauw overschakelde naar een bugel en zich aansloot bij de harmonie van Jabbeke.

Georges Dumarey groeide op in de Jabbeekse Weststraat, op de boerderij van zijn ouders. “Ik was toen al gebeten door muziek. We hadden een mondmuziekje waar ik al op heel jonge leeftijd op probeerde te spelen”, blikt Georges terug. De korte broek nog maar pas ontgroeid, kroop het bloed in de jaren zestig waar het niet gaan kon, en met een Hosannaboek en een bugel zette hij zijn eerste stapjes bij de lokale harmonie van Jabbeke. Tijdens zijn legerdienst hing de bugel aan de haak. Beroepshalve ging Georges in 1968 aan de slag bij de Bank Brussel Lambert, op de Oudenburgse markt, waar nu een nachtwinkel gevestigd is.

Trombone met pistons

“Op een dag kwam Georges Dewachtere aan het loket, en het gesprek ging al gauw over muziek. Een tijdje later stonden Georges en Michel Coudeville aan mijn deur in de Mariastraat om te vragen of ik bij Sint-Cecilia wou komen spelen. Ik zei ja, mocht de trombone met pistons gaan bespelen en elke middag na het eten begon ik een kwartier solfège te oefenen. De trombone was er eentje in fa, en dirigent Bernard Tratsaert transponeerde alles voor me, tot ik de fasleutel kon lezen”, herinnert Georges zich.

Later nam Georges de tuba op, niet alleen in Oudenburg, maar samen met enkele Oudenburgse muzikanten opnieuw in Jabbeke, voor meer dan tien jaar.

“Blijven plakken na de repetities doe ik niet meer”

“Ik miste geen enkele repetitie, behalve toen ik op reis was. Toen het lokaal zich nog in café Oud Gemeentehuis bevond, duurden die repetities tot een gat in de nacht. Later verhuisden we naar het zaaltje bij brouwerij Costenoble. Het moeten in al die jaren samen dus zeker meer dan 2.000 repetities geweest zijn. Pas op, we waren eigenlijk een blekken doze muziek hé. Een nummer per repetitie, met enkel trompetten, bugel en dat was het. Ik herinner me nog goed wanneer coiffeur Gaston er bijkwam met zijn sax, dat was iets wonderbaarlijks. Nu zijn er bovendien de bassen, ik speel zelf ook bastuba, en dat geeft toch een flinke fond en karakter aan het geheel. En die schitterende fagotten en de vele goed geschoolde jonge muzikanten natuurlijk, dat had je vroeger niet.”

Jaren later mocht Georges in de BBL interviews afnemen van kandidaat-opvolgers voor dirigent Bernard Tratsaert. De eerste die op zijn fiets in korte broek de bank binnenstoof was Arne Wyntin, tot vandaag nog altijd de dirigent van Sint-Cecilia.

Hoogtepunten

Wat waren de toppunten in de carrière van Georges? “Uiteraard de Ceciliafeesten, de uitstappen, met onder andere een concert in het Duitse Limburg an der Lahn. Maar mijn absolute toppunt, dat is toch het jubileumconcert Neerlandia. Dat speelden we in 2019 in de sporthal met Gene Thomas en Jacko Bond. De voorbereiding, de uitvoering en respons van het publiek waren voor mij echt subliem. Puur muzikaal genoot ik echt heel erg van Johnny Cash, The Phantom of the Opera en de Vijfde van Beethoven. Maar aan Castellum van Jan Van Der Roost, daar kan tot op vandaag niks aan tippen.”

Tijdens corona bleef Georges heel erg voorzichtig, maar repeteerde plichtbewust thuis verder. “Ik ben blij om opnieuw naar de repetities te kunnen, maar blijven plakken is er op mijn 75ste niet meer bij. Ik heb genoeg geplakt in al die jaren”, lacht Georges.

Prachtige bende

“Mijn beste advies voor de jonge muzikanten? Altijd blijven repeteren, hoe oud je ook bent. We zijn een prachtige en diverse bende, van alle leeftijden, met een ongelofelijke kwaliteit. Elke repetitie is voor mij tegenwoordig een echte belevenis in een sfeer zoals je ze nergens vindt”, verzekert Georges. Hij is levend erfgoed, muzikant in hart en nieren en zo fier als een pauw deel te mogen uitmaken van de muziekwereld. Omgekeerd zijn de de muzikanten en het bestuur van de Koninklijke Harmonie Sint-Cecilia minstens even trots op hun Georges Dumarey.

Lees meer over: