Een tweede aspect we met onze bevraging aan 100 West-Vlaamse Gentenaars wilden nagaan, was de taalkwestie. Ook op andere niveaus al vaker een heikel thema.
Als het in het algemeen over immigranten gaat, dan klinkt van de autochtone bevolking al snel de roep ‘dat ze de taal moeten spreken’. Wij vroegen ons af of dat ook op dialectniveau zo is. VerwachtenPierke Pierlalaen de andere authentieke Gentenaars dat die inwijkelingen een inspanning leveren om het Gents onder de knie te krijgen? Horen ze liever géén West-Vlaams op openbare plekken? En wat ervaren de vele West-Vlaamse Gentenaars? Mògen die nog West-Vlaams spreken? Doen ze het ook? En zo ja: waar en wanneer dan?
Wat dat laatste betreft kunnen we duidelijk zijn: West-Vlaamse Gentenaars spreken doorgaans nog West-Vlaams als ze thuis zijn en als ze in elkaars gezelschap zijn. Op restaurant of tijdens het winkelen gebeurt dat zelden. Al kunnen we het natuurlijk ook niet altijd ‘wegsteken’.
Gevraagd naar de mate waarin de aangespoelde West-Vlamingen worden aangesproken op hun taal, hun dialect of zelfs accent, dan kunnen er daar twee dingen over gezegd worden:
1. Sowieso is quasi élke West-Vlaamse Gentenaar ooit al eens aangesproken op zijn taal. p>
2. Bij pakweg de helft gebeurt dat slechts sporadisch, bij de andere helft is dat vrij vaak. p>
Niet echt discriminatie of een ernstige problematiek dus, zeker als we zien dat die opmerkingen slechts zelden als kwetsend worden ervaren (minder dan 5 procent). Ongeveer één op vijf van de reacties is neutraal.
“Haal die vod uit je mond”
Toch zijn de Gentenaars blijkbaar niet onverdeeld gelukkig met al dat West-Vlaams in ‘hun’ stad. Als we onze 100 West-Vlaamse Gentenaars vragen naar wat voor opmerkingen ze krijgen op hun afkomst, dan geeft meer dan één derde aan dat er al snerende opmerkingen volgden over ons ‘plat’ dialect. En hoewel niet ze per se als kwetsend worden ervaren, dragen de opmerkingen soms wel een scherp randje mee. ‘Haal die vod uit je mond’, ‘Spreek eens Nederlands’, ‘Met jullie spraakgebrek’, ‘We gaan ondertitels moeten vragen’,… het zijn slechts enkele voorbeelden ‘uit het leven gegrepen.
Goed dat je je accent niet te zwaar hoort, want dat hààt ik echt
Het kan ook nog wat directer bovendien. ‘Goed dat je je accent niet te zwaar hoort, want dat hààt ik echt. Zo lelijk. Maar jij kan het wegsteken, dus nu kunnen we verder spreken’, kreeg een 23-jarige jongedame uit Kortemark zo al te horen. Ook op de schoolbanken merken de studenten op dat een West-Vlaamse tongval zeker niet altijd een pluspunt is. “Bij de meeste presentaties op school was mijn accent een probleem voor docenten“, vertelt dezelfde jongedame. “De docenten hadden altijd de commentaar ‘dat ik daar iets aan moest doen’. Bij mensen met accenten uit Oost-Vlaanderen of andere provincies was dit nooit een probleem.”
De opmerkingen zijn overigens ook van alle tijden. “Het neemt af in mijn geval, ik woon hier nu bijna 20 jaar”, getuigt een 39-jarige Diksmuideling. “Soms maakt iemand gewoon een cliché-grapje, iets over boeren of zo. Er waren ook reacties die er wat over waren. In het geval van een Antwerpenaar, of een Turkse of Bulgaarse Belg had de reactie misschien een staartje gekregen, maar gelukkig hebben West-Vlamingen een goed en groot gevoel voor humor!”
Echt lief is het natuurlijk allemaal niet, maar gelukkig kunnen de West-Vlaamse Gentenaars tegen een stootje en labellen ze dat soort verwijten dus sneller als ‘plagend’ dan als ‘kwetsend’. En vaak zijn de sneren ook onschuldig bedoeld natuurlijk. “Mijn niet-West-Vlaamse Gentse vrienden vinden het vooral grappig als ik in hun bijzijn West-Vlaams praat tegen andere West-Vlamingen en dan durven ze wel eens te zeggen dat het een ‘lelijke’, ‘onbegrijpbare’ of ‘marginale’ taal is”, vertelt Tine Terryn (35) uit Roeselare. “Anderzijds proberen ze het West-Vlaams ook wel eens te imiteren, wat vaak hilarisch is.”
Ook dat is inderdaad een fenomeen dat we wel vaker lezen in de antwoorden van onze 100 West-Vlamingen: de neiging tot nabootsen. Het blijkt een reflex die veelvuldig voorkomt bij Gentenaars die hun vrienden of buren West-Vlaams horen spreken: het determineren van het fenomeen, een korte lachbui en dan een poging tot imitatie. Niet zelden gevolgd door een lachbui van de West-Vlaming in kwestie, want een dialect imiteren is verre van evident. “Ieder dialect vormt een regelsysteempje, met regels over hoe je woorden uitspreekt, vervoegt of verbuigt en hoe je zinnen bouwt”, zegt taaldeskundige Anne-Sophie Ghyselen daarover. “Het is logisch dat een niet-West-Vlaming die voor de grap West-Vlaams probeert na te bootsen, daar niet altijd in slaagt”
Het is niet dat ze niet proberen nochtans. ‘Moa vint toh’, ‘Goa je met de bus naar het bus?’, ‘Mo how zeh’, ‘Heheun’,… Het zijn vaak de klassiekers waar ze zich aan wagen. Met zeer wisselend succes.
Lachen gieren brullen
Het West-Vlaams als bron van hilariteit, het is – gelukkig vaker dan een ergernis – dus ook een ding in de Gentse samenleving. “Mijn klasgenoten begrepen de woorden ‘stutje’ en ‘teusje’ niet”, vertelt een studente uit Veurne. “Nu lachen ze daar nog altijd mee. Af en toe valt er dan wel nog eens een West-Vlaams woord en daar wordt er altijd wel mee gelachen.”
“Soms gebruik ik met opzet Poperingse dialectwoorden”, schrijft ook een 63-jarige ex-Poperingenaar. “Pupegoale en stuute kennen ze intussen allemaal, maar andere oude dialectwoorden niet en dat maakt hen nieuwsgierig, het breekt ook vaak het ijs.”
Maar in tegenstelling tot wat wijzelf en de Gentenaars zouden vermoeden, lachen de Gentenaars niet met het West-Vlaams omdat het ‘grappig klinkt’, of toch niet rechtstreeks. “Dat we aan vormen van taal variërende esthetische en sociale oordelen koppelen, heeft doorgaans meer te maken met heersende stereotypes over de sprekers van die taal te maken dan met de taal zelf”, zegt Anne-Sophie Ghyselen van de Gentse universiteit daarover. “Dat het West-Vlaams komisch wordt gevonden, is dus omdat West-Vlamingen zelf komisch worden bevonden.”
Dat hoor je ook niet, dat je van West-Vlaanderen komt. En dan lijken ze dat een complimentje te vinden
Nu… zoals al eerder aangehaald: niet àlle West-Vlamingen krijgen regelmatig opmerkingen op hun taal. En al helemaal als ze hun ‘ware taalaard’ kunnen verbergen. “Men is vaak onder de indruk omdat mijn AN zeer goed is”, geeft Lore Recour als voorbeeld. “Maar niet elke West-Vlaming spreekt met een hete patat in de mond.”
Dat slaat die Gentenaars al eens met verstomming. “Dat hoor je ook niet, dat je van West-Vlaanderen komt”, hoort een vrouw van 56 met haar roots in Brugge al eens zeggen. “En dan lijken ze dat een complimentje te vinden. Die reactie krijg ik meestal als ik met opzet iets West-Vlaams zeg om ze te doen schrikken.”
Ook Patrick Lava (57) uit Gistel durft de rollen wel eens omdraaien en het West-Vlaams als wapen uit de kast te halen om z’n Gentse kameraden te plagen. “Mijn omgangstaal is al sedert mijn 18e ongeveer het algemeen Nederlands in plaats van het West-Vlaams uit de streek van herkomst”, aldus Patrick. “Daardoor krijg ik zelden of nooit commentaar op mijn taalgebruik, ook al omdat ik totaal accentloos spreek. Maar als IK mensen wil plagen, durf ik wel eens mijn platste West-Vlaams uit de kast halen. Tot grote hilariteit meestal van vrienden en kennissen.”
Voelt de West-Vlaming zich thuis in Gent? Ontdek alle artikels, video- en audioreportages op www.KWkaaptGent.be. p>
KW Kaapt Gent
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier