Sofie kreeg vier van haar zes kinderen in met sluiting bedreigde kraamkliniek in Menen

Sofie Almoet heeft zes kinderen. Twee daarvan werden geboren in Oostende, de andere vier in AZ Delta in Menen. © CL
Christophe Lefebvre
Christophe Lefebvre Medewerker KW

Een instituut, een referentie of een beslissing waarover niet eens moet nagedacht worden. Bij de keuze van een kraamkliniek bestaat er voor toekomstige mama’s vaak niet eens twijfel over Menen en AZ Delta. Toch bengelt het zwaard van Damocles boven het hoofd van de gereputeerde afdeling van het Meense ziekenhuis.

Het eventuele sluiten van de afdeling kraamkliniek in Menen is niets nieuws. Al meer dan tien jaar vormt het ziekenhuis van de grensstad het onderwerp van heel wat politiek getouwtrek. Twee jaar geleden haalde AZ Delta hiermee zelfs de nationale pers. De storm ging liggen en voor de medewerkers van de materniteit was het business as usual.

Mentale opdoffer

Begin februari werd de dreiging opnieuw reëel nadat federaal minister Vandenbroucke duidelijk maakte dat hij het volledige zorgsysteem zou gaan hervormen. Voor kleine kraamklinieken, zoals die van Menen, zou geen plaats meer zijn. Met een minimumaantal bevalling van 557 werd op die manier een nieuwe norm vastgelegd, waardoor zorg in België zich meer zou gaan specialiseren. Menen valt hier net buiten.

Hoewel het slechts om een plan gaat, is het de zoveelste mentale opdoffer voor een afdeling die ondertussen een indrukwekkende reputatie heeft weten op te bouwen. Het ziekenhuis zelf wenst liever niet te reageren op de plannen: “Onrust scheppen is niet nuttig, we wachten af.”

Hotel

De zakelijke en bijna machteloze houding van het instituut staat haaks op de passie waarmee heel wat ouders ‘hun’ kraamkliniek verdedigen. In geen tijd bulkten de en sociale media van petities, woorden van steun en vooral heel veel onbegrip.

“Al moest ik te voet gaan, nog steeds is Menen de kraamkliniek die mijn voorkeur draagt.” Sofie Algoet (27) kent de wereld van de kraamklinieken als geen ander. Met een kroost van zes kinderen, waarvan er vier het levenslicht in Menen zagen, kan ze zich gerust een ervaringsdeskundige noemen. “Mijn twee eerste kindjes werden in Oostende geboren. Hoewel ik niet kon klagen, merkte ik wel een enorm verschil met Menen”, zegt ze. “Toen ons derde kindje geboren moest worden, woonden we in Menen en moest ik dan ook voor het eerst naar de kraamkliniek hier. Ik was een jonge mama en ik had schrik. De emoties waren heftig. In geen tijd speelde het zorgpersoneel daar op in en wisten ze hoe ze me rustig konden krijgen.”

Luisterend oor

Het werd uiteindelijk de rode draad doorheen Sofies vier bevallingen in Menen. “Telkens waren er complicaties maar telkens wist ik dat de verpleegsters er voor mij waren. Had ik even een dipje, dan vond ik bij hen een luisterend oor waardoor het vaak zelfs leek alsof ik tegen mijn eigen zus aan het praten was. Een hemelsbreed verschil met de grote ziekenhuizen waar het personeel tegen de tijd moet werken. Vaak zat het ook in de details waarmee de dingen werden aangepakt”, meent Sofie. “Doordat het een kleinere kraamkliniek is, is er ook meer aandacht op het vlak van maaltijden bijvoorbeeld. Soms leek het wel een hotel, wat het voor kersverse mama’s des te aangenamer maakt.”

Vanuit Kortrijk

Ondertussen woont Sofie met haar gezin in Kortrijk maar ze blijft naar Menen gaan voor de pediater en de gynaecoloog. “Een minister die besluit om dit alles te sluiten, heeft er geen flauw benul van wat het is om een kind op de wereld te zetten”, besluit ze.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier