Prins Carnaval Danny Gezelle: “Ik wil carnaval in Brugge meer op de kaart zetten”

Danny Gezelle. © Davy Coghe
Piet De Ville
Piet De Ville Medewerker KW

Dat Brugge verre van de grootste carnavalstad is, beseft ook Danny Gezelle, die zich een jaar lang Prins Carnaval mag noemen. De Zeebruggeling, met roots in een Heistse vissersfamilie, klinkt echter razenambitieus: “Het carnaval kan best wat meer steun gebruiken van het stadsbestuur, bijvoorbeeld voor de stoet. Ik ben van plan om daar binnenkort met de nieuwe bestuursploeg over rond de tafel te zitten.”

Heist, Blankenberge, Torhout,… dat zijn de gemeenten waaraan ook jij wellicht denkt als het over carnaval gaat. Niet dat er hier geen carnavalisten zijn maar een grote carnavalstad kan je Brugge toch moeilijk noemen. Danny Gezelle, de kersverse Prins Carnaval, heeft zich voorgenomen om alvast een poging te wagen om dat beeld wat bij te stellen. We spreken met Prins Danny in café ‘t Klein Venetië aan de Rozenhoedkaai, waar hij zich voor de gelegenheid én voor onze fotograaf in zijn indrukwekkende hees.

Je hebt het geschopt tot Prins Carnaval van Brugge. In welk milieu ben je opgegroeid?

“Ik ben opgegroeid in Heist en kom uit een vissersfamilie, zoals er wel meer zijn in Heist. Heist heeft al jaren een sterke verwantschap met de zeevisserij en er zijn dan ook veel linken met Zeebrugge. Mijn vader was visser en ook heb ook enkele neven en ooms die in de visserij actief waren. Zelf heb ik absoluut geen zeebenen. Ik heb er nooit over nagedacht om ook op zee te gaan. Misschien wel door de pijnlijke ervaring die mijn vader heeft meegemaakt.”

“De stoet van Brugge zou iets meer moeten gepromoot worden. Er zijn nogal veel beperkingen”

“Toen mijn vader op een dag het schip wilde betreden kwam hij ongelukkig ten val en raakte gekneld tussen het schip en de wal. Dat is ondertussen al een hele tijd geleden maar daardoor sukkelt hij nog altijd met een been dat hij nauwelijks nog kan gebruiken. Geen visserij dus voor mij. Ik heb metaalbewerking gevolgd aan het KTA in Heist en momenteel werk ik als vrachtwagenchauffeur. Maar het carnaval, dat heb ik dan weer wel van thuis uit mee gekregen. Toen ik intussen 25 jaar geleden verhuisde naar Zeebrugge heb ik die liefde voor het carnaval dan ook mee genomen.”

Beschrijf je dat Heistse carnaval uit je jeugd eens voor ons?

“De jaarlijkse carnavalsstoet maakte natuurlijk een erg grote impact op mij en ik liep er dan ook vaak in mee. Mijn ouders gingen zelf niet mee in de stoet maar in Heist werd en wordt het carnaval eigenlijk vooral beleefd in de cafés. De mensen verkleden zich en lieten zich helemaal gaan. Net doordat ze zich verkleden, vaak met een masker, durfden ze wellicht ook iets meer. En ik mocht al als kind mee met mijn ouders op café. Dat was gewoon zo en niemand keek daar vreemd van op. Dat waren mooie tijden… De herinneringen aan café London, café Ferrybank en de Sportwereld komen zo weer boven.”

“Het kwam voor dat mensen in drie dagen niet naar huis gingen. Ze bleven gewoon feesten. Anderen gingen dan eens een uurtje of twee rusten op bed maar vlogen er dan weer in. Ik herinner me nog goed dat mijn vader steevast een volledige week verlof nam om ten volle van Heist carnaval te kunnen genieten. Er werd toen ook wel eens gevochten. Maar de ruzie duurde nooit niet lang. De vechtersbazen dronken nadien samen een pint en er werd gewoon verder gefeest.”

Hoe kwam je ertoe om je kandidaat te stellen voor de titel van Prins Carnaval?

“Ik ben natuurlijk al lang actief in carnavalmiddens en ben aangesloten bij de Orde van de Pret. Het was tijdens het carnaval van Bredene dat enkele mensen me vroegen om me kandidaat te stellen. Maar mijn goede vriend Bryan De Coninck zou ook meedoen aan de verkiezing en eigenlijk hadden wij al afgesproken dat hij er voor zou gaan en ik hem zou steunen. Het jaar nadien zou ik dan mijn kans gaan. Maar dan sloeg het noodlot toe voor Bryan.”

“Al die eetfestijnen zijn niet bepaald goed voor de lijn… Na de zomer was ik maar liefst 4 kilogram aangekomen”

“Op 4 februari slipte Bryan met zijn wagen langs de Pathoekeweg en kwam tegen een boom terecht. Hij liep heel wat breuken op en had ook een gescheurde milt en lever. Bryan lag maar liefst vijf weken in coma en zit nu nog in een rolstoel. Hij leert nu volop om weer te stappen en zal er wellicht wel goed doorkomen. Het werd snel duidelijk dat het onmogelijk zou zijn voor hem om een campagne voor Prins aan te gaan. Op zijn ziekenbed vroeg hij me dan of ik het van hem wilde overnemen en dus meedingen naar de titel van Prins Carnaval van Brugge. Dat heb ik dan ook gedaan en met succes. Ik werd heel erg gesteund door de Orde van de Mossel en ik wil die mensen dan ook nog eens hartelijk danken.”

Zo’n campagne om verkozen te worden tot Prins Carnaval, hoe verloopt dat precies?

“Je moet daar toch wel geruime tijd op voorhand aan beginnen. Door die bijzondere omstandigheden met Bryan ben ik er maar aan begonnen in mei-juni. Het komt erop neer om je zo bekend mogelijk te maken en dat doe je door eetfestijnen van carnavalsverenigingen over heel Vlaanderen te gaan bezoeken. Dat kost natuurlijk wel een beetje geld want je moet overal een entreekaart kopen en nu en dan ook eens trakteren. De ontmoeting zijn echter wel leuk en er ontstaan zo mooie vriendschappen. Die carnavalisten van over het hele land appreciëren dat enorm dat je hen komt bezoeken. Ik moet wel eerlijk toegeven dat het niet bepaald goed is voor de lijn, al die eetfestijnen… Na de zomer was ik maar liefst 4 kilogram aangekomen. Het is dus vooral belangrijk om contacten te leggen.”

Hoe is de verkiezing verlopen?

“Het is finaal niet tot een echte strijd gekomen omdat mijn tegenkandidaat zijn kandidatuur had ingetrokken. Hij had blijkbaar niet genoeg sponsoring maar ik heb het zelf ook zonder sponsors gedaan. Zo heb je geen verplichtingen hé… Doordat ik zoveel verenigingen had bezocht, kwamen er ook veel mensen voor mij stemmen bij de verkiezing in De Nieuwe Blauwe Toren in Sint-Pieters.”

Danny Gezelle.
Danny Gezelle.© Davy Coghe

Ik had dan wel geen tegenkandidaat maar de mensen mochten er zich wel over uitspreken of ik al dan niet ‘waardig’ was als Prins en ik behaalde een score van 97 procent. Een week na de verkiezing, op 3 november werd ik dan officieel aangesteld in de gotische zaal van het stadhuis van Brugge, in aanwezigheid van schepen Mieke Hoste, de leden van de Brugse Carnaval Raad en tal van andere sympathiserende carnavalisten.”

Hoe is het gesteld met het carnaval-gehalte van Brugge en van de Bruggelingen?

“In Brugge leeft carnaval vooral in Zeebrugge en in Lissewege. Die carnavalbeleving in het noorden van Brugge sluit dus een beetje aan bij het grote carnaval van Heist, waarmee er veel linken zijn. In Brugge stad zelf is het een moeilijker verhaal. Er zijn jaren geweest dat de stoet in Brugge maar 4 à 5 wagens telde… Nu is het wel iets meer aan het opkomen heb ik de indruk. Er is een kentering en er zijn weer meer carnavalswagens. Er staat altijd ook wel wat volk te kijken langs de weg maar ik moet wel eerlijk toegeven dat er ook heel veel toeristen tussen zitten.”

Zijn er nog regionale verschillen qua carnavalsbeleving?

“Het carnaval van Blankenberge draait eerder om mooie wagens, elegantie en daar wordt er niet veel toegelaten van uitbundigheid in de stoet. Ook in Aalst is dat zo. In Heist en ook in Zeebrugge gaat het er veel losbandiger en volkser aan toe. Daar gaat het eerste plaats om plezier maken, eens helemaal los gaan.”

Wat zou je willen realiseren of veranderen aan carnaval in Brugge?

De stoet van Brugge zou iets meer moeten gepromoot worden. Er zijn nogal veel beperkingen: zo mogen de muziekinstallaties op de wagens maar 85 decibel produceren. Dat is véél te weinig om sfeer te maken. De subsidie die Stad Brugge geeft per carnavalsgroep en wagen is ook nogal aan de lage kant; met 150 euro per groep, ongeacht hoe groot de groep is. In Knokke-Heist is dat een pak meer. Als nieuwe Prins wil ik dat zeker eens gaan bespreken met de burgemeester en de bevoegde schepenen van het nieuwe stadsbestuur.”

De tips van Danny

Drinken

“Je zou dat misschien anders verwachten van een carnavalist maar eigenlijk ben ik niet zo’n grote caféganger. Tijdens het carnaval zelf bezoek ik natuurlijk wel een aantal cafés in Zeebrugge. Daar hebben ze wel een hart voor het carnaval en ik ben er altijd welkom. Ik ben ten tijde van mijn campagne en ook nu als Prins heel vaak buiten Zeebrugge aanwezig bij de carnavalsgroepen. Ik geniet wel van die bezoekjes, maar zoals ik al zei is dat niet echt goed voor de lijn, al die eetfestijnen. Ik let er wel op dat als ik met de wagen ben dat ik niet of praktisch niet drink. Het beeld dat er onder carnavalisten enorm veel gedronken wordt, is toch wat overdreven. Ik ken Prinsen die nauwelijks drinken. Ik ben eigenlijk ieder weekend bezig met mijn bezoeken als Prins Carnaval. Het komt er op neer dat ik per weekend meerdere honderden kilometers met de wagen rijdt. Onlangs zaten we nog in het Nederlandse Yerseke. Het is jammer dat mijn vrouw geen rijbewijs heeft… Het zou wel handig zijn mocht ze me nu en dan eens kunnen rond voeren (lacht).”

Eten

“Eigenlijk ga ik los van de eetfestijnen als Prins Carnaval niet zo heel vaak uit eten. Als we dan eens gaan eten, is het eerder buiten Brugge. Het zou niet echt bij me opkomen om in de stad te gaan eten. Als we dan toch in de binnenstad zijn ga ik wel graag eens naar het biercafé 2BE in de Wollestraat. Ze hebben er een prachtig terras dat uitkijkt over de Rozenhoedkaai.”

Hobby

“Als ik me wil ontspannen, ga ik erg graag eens met de motor rijden. Ik heb een Honda en als het mooi weer is haal ik die graag eens uit om een ritje te maken. Ook mijn dochter gaat graag eens mee achterop de motor.”

Reizen

“Ik zou wel graag eens een van de grote carnavalfeesten bezoeken. Duitsland heeft een zeer grote en mooie carnavalstraditie. Ook Nederland heeft overigens een heel sterke carnavalstraditie.”