Paul Vandekerckhove: “Ik kijk ernaar uit om opnieuw te ondernemen”
Paul Vandekerckhove mag dan al 72 jaren op de teller hebben, aan rustig uitbollen is hij nog niet toe. De professor en ondernemer heeft gewerkt en geleefd voor twee. Hij doctoreerde aan de universiteit, gaf les in de brousse van Congo en maakte van de worstjes van Marcassou een regelrecht succesverhaal. “Ik ben toe aan een nieuwe uitdaging. Samen met een van de grootste vleesverwerkende bedrijven van België ben ik bezig met de opstart van een nieuwe project waarbij we dé beste Pur Porc-worsten willen produceren”, klinkt Paul enthousiast.
Paul Vandekerckhove woonde jarenlang in deelgemeente Sint-Michiels; als is wonen misschien een sterk begrip want voor zijn werk verbleef hij heel vaak in de Ardennen bij de Marcassou productie. Na zijn afscheid daar reisde hij half Europa rond als consulent voor de vleesindustrie. Sinds twee jaar woont Paul in het centrum van zijn geliefde Brugge. We vatten het interview dan ook aan met zicht op de statige Sint-Salvatorskathedraal.
In welk ‘nest’ ben je geboren, Paul?
Paul Vandekerckhove: “Ik ben opgegroeid in Sint-Michiels. Mijn vader werkte bij het leger, in de kazerne in Sijsele. M’n moeder werkte halftijds als oppas voor de kinderen van de welgestelde ondernemersfamilie Sanders in Sint-Andries. Daar waar nu dus het ‘Sanderskwartier’ nog altijd is. Mijn zes jaar oudere broer werkte trouwens ook bij Defensie, bij de Marine meer bepaald. Mijn vader wilde me ook in het leger krijgen maar dat interesseerde me eigenlijk niet. Hij had er wat connecties bij een hoge militair en ik zou een gemakkelijke bureau-job krijgen maar bedankte ervoor. In die tijd kon je trouwens van je legerdienst af geraken als je twee jaar les ging geven in Congo. Na mijn studie voor ingenieur aan de universiteit van Gent trok ik dus samen met mijn vrouw naar een schooltje in de brousse van Congo. Ik op mijn 23ste en mijn vrouw op haar 17de.”
Het avontuur schrikte je duidelijk niet af?
“Ik ben nogal avontuurlijk aangelegd. Die jaren in Congo zal ik nooit vergeten. Mijn vrouw was nog erg jong en had heel lang blond haar. Je kunt je voorstellen dat dit voor de Afrikanen daar nogal een attractie was. Dat was soms wel eens lastig maar echte incidenten zijn er nooit van gekomen. Waar we wel moesten voor opletten is zeker niet te zeggen dat we van Brugge waren. De bekende huurling Jean Schramme was immers ook een een Bruggeling en hij had bij de meeste zwarten erg slechte reputatie gezien hij zich mengde in de burgeroorlogen en ook nog probeerde om Mobutu van de macht te verdrijven.”
Wat was precies je opdracht in Congo?
“Ik gaf les aan studenten die voorbestemd waren om later aan het Lovanium te studeren, een vestiging van de universiteit van Leuven in Congo, dat later dus Zaïre werd. Het waren dus wel de betere leerlingen. Van de schooldirectie moest ik liefst 13 verschillende vakken geven. Dat ging over landbouwwerktuigen, statistiek… En dat allemaal in het Frans. Gelukkig had ik die taal nogal goed onder de knie en sowieso leer je dat nogal vlug. In die twee jaar zijn we toch eens tussenin naar huis geweest, ‘op vakantie’.”
“Nu durf ik toegeven dat we zonder vergunning bijbouwden”
“Vliegen was in die tijd trouwens nog een echt avontuur. Er was geen sprake van het reserveren van tickets en vaste zitplaatsen. Als er een vliegtuig afkwam, was het zaak van snel te zijn. Er was wel een zekere rangorde; zo hadden de geestelijken in principe voorrang maar je moest toch vooral goed opletten dat je geen vlug mistte. Een echt uurrooster voor aankomst en vertrekt bestond er niet. Zo moest je soms wel een halve dag in de lucht zitten kijken, om te zien of er geen vliegtuig afkwam.”
Het leven en het les geven daar boeide je blijkbaar wel maar toch ben je er niet gebleven?
“Het was in principe een tijdelijke opdracht maar als ik had gewild kon ik er zeker blijven. Er zijn eigenlijk twee redenen waarom ik dat niet gedaan heb. Ten eerste was ik bang dat ik niet langer voeling zou hebben met mijn beroep als ingenieur, als onderzoeker. Ik wilde nieuwe zaken bijleren. En daarnaast was mijn vrouw er eigenlijk niet graag. Al na enkele maanden wilde ze terug keren. Ze had er ook niet echt iets om handen. Toen we in die woning binnenkwamen die de school ons toewees, stoven de kakkerlakken en ander ongedierte alle kanten uit. Er was ook slechts elektriciteit vijf uur per dag. Iets verderop van waar wij woonden, was nog zo’n echt Congolees dorp waar ze in heel primitieve hutjes woonden. En iedere maand, bij volle maan, vierden ze met zoveel en zo luid mogelijk feest; de hele nacht door. Veel slapen was er dan ook niet bij voor ons.”
Bij terugkomst kon je wel al vlug bij de universiteit aan de slag.
“Inderdaad, ik kreeg een mooie baan als onderzoeker aangeboden en legde met toe op voedingstechnologie. Ik publiceerde in veel toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften en doctoreerde met een onderzoekswerk over ‘de biochemische processen die zich afspelen tijdens het rijpen van salami’. Mijn aandacht ging vooral naar het centrum voor vleesonderzoek en de rijpingsprocessen.”
“Een mijlpaal was toen we de Pur Porc-worstjes lanceerden, naast de gewone Marcassou-worstjes. Dat werd een groot succes”
“Tijdens de verdediging van mijn doctoraat zat André De Spiegeleire in de zaal; dat was de baas van Imperial, een groot vleesverwerkend bedrijf uit Lovendegem. Hij vroeg me bij hem te komen werken maar ik sloeg zijn aanbod beleefd af, gezien ik toch ook een mooie job had aan de unief. Een tijdje later kwam hij me ophalen met een grote Mercedes en bracht me naar Champlon, in de Ardennen. Daar had hij een fabriekje dat varkensworsten produceerde en hij wilde dat ik het zou optimaliseren want het maakte nogal veel verlies. Ik bekeek het eens en zag al vlug wat er beter kon maar nog duurde het een tijdje om me te overtuigen.”
“Uiteindelijk hapte ik toe in 1984. In de week verbleef ik in de Ardennen en in het weekend kwam ik naar huis. Na een tweetal jaar wilde ik zelf directeur worden van de fabriek en de volledige leiding in handen nemen. Ik kreeg wat ik vroeg en realiseerde in korte tijd een grote uitbreiding. Een mijlpaal was toen we de Pur Porc-worstjes lanceerden, naast de gewone en ook populaire Marcassou-worstjes. Ook dat werd een groot succes. Het is nu nog altijd een zeer gewild product in de supermarkten. Ik durf nu wel toegeven dat we toen ook bijgebouwd hebben zonder vergunning maar later werden die ‘illegale’ bouwwerken min of meer ingekapseld in een grotere uitbreiding. Tijdens mijn periode bij Marcassou groeide het aantal medewerkers van 11 tot 100 en op het hoogtepunt haalde we een productie van maar liefst 70 à 80 ton per week. Zo’n twaalf jaar terug ging ik er met pensioen maar de voorwaarde voor mijn mooie afscheid was dat ik niet zelf iets mocht beginnen in de vleessector.”
Je bent er nu 72 maar aan rustig uitbollen denk je precies nog niet?
“Stilzitten is helemaal niets voor mij. Ik moet bezig blijven. De contractuele verplichting om niet meer actief te mogen zijn in de vleessector is voorbij en ik ben nu in de volle voorbereiding om een nieuw bedrijf op te richten. Ik heb een leegstaande fabriek in de Ardennen op de kop kunnen tikken en ik zal in zee gaan met een van de grootste vleesverwerkende bedrijven van België. Ik mag de naam nog niet noemen maar vind het een echte uitdaging om van nul te beginnen. Natuurlijk heb ik wel veel ervaring maar ik kijk er echt naar uit om opnieuw te gaan ondernemen. En als ik eens niet bezig ben met werken? Dan volg ik mijn favoriete Club Brugge. Al ga ik niet meer naar het stadion want de ooit, familiale, sfeer is grotendeels verdwenen. Ik was lange tijd sponsor van de jeugdafdelingen maar in de tijd van voorzitter Michel D’Hooghe ben ik niet te mooi behandeld geweest. Nu ja, dat is voorbij. Ik volg natuurlijk heel graag de wedstrijden van de Rode Duivels en ga met plezier naar het WK fandorp op het Beursplein.” (PDV)
Sport h2>
“Ik ga al tientallen jaren regelmatig zwemmen en dat doe ik nog altijd het liefst in het Noordzeebad in Blankenberge. Het is er zout zeewater en ik vind dat veel aangenamer dan chloor. Ik ga er alleszins liever dan in het zwembad dat in de plaats kwam van het Olympia.” p>
Reizen h2>
“We zijn lange tijd ieder jaar met het gezin naar Oostenrijk geweest, in de kerstperiode, en dat was altijd heel aangenaam. Ook Spanje is leuk. En in Frankrijk hebben we tien jaar een huis gehad, in de Provence, maar mijn kinderen zijn niet geïnteresseerd om te gaan en doordat we er eigenlijk te weinig gingen hebben we het verkocht.” p>
Winkelen h2>
“Dat laat ik toch vooral aan mijn vrouw over. Zo gaan shoppen, dat kan me eigenlijk niet echt bekoren. Ik zou wel eens meegaan naar de verschillende grootwarenhuizen om te zien wat ze aanbieden qua vleeswaren. Dan komt mijn beroep weer bovendrijven, hé… Ik weet graag wat er op dat vlak allemaal leeft op de markt.” p>
Eten en drinken h2>
“Ik kom heel graag in taverne de Graaf van Vlaanderen op ‘t Zand. Dat is niet ver van mijn deur en het is een familiale zaak waar ik me echt welkom voel. Datzelfde gevoelg heb ik in l’Apero, aan de Westmeers en in de schaduw van het Concertgebouw. De cafébazin geeft al vlug eens een hapje bij het aperitief, aangeboden door het huis en ik kan zo’n zaken zeker appreciëren. Ik ben eigenlijk ook wel een liefhebber van echte volkscafés en daarom ga ik graag naar De Hollandse Vismijn op de Vismarkt. Ook in café Sint-Jakob, vlakbij de Sint-Jakobskerk, kom ik graag. De patron, een jonge gast nog, is zeer vriendelijk en enthousiast. Ik hou wel van de Nederlandstalige muziek die ze er graag draaien. En dan is er nog de Craenenburg op de Markt, waar Bruggelingen nog altijd thuis zijn!” p>
“Om iets te gaan eten ken ik ook wel veel goede adresjes. Zoals Quatre Mains in de Philipstockstraat bijvoorbeeld. Of De Pompe in de Sint-Amandsstraat. Mensen denken soms dat het een toeristenrestaurant is, maar dat is helemaal niet waar.” p>
Sport h2>
“Ik ga al tientallen jaren regelmatig zwemmen en dat doe ik nog altijd het liefst in het Noordzeebad in Blankenberge. Het is er zout zeewater en ik vind dat veel aangenamer dan chloor. Ik ga er alleszins liever dan in het zwembad dat in de plaats kwam van het Olympia.” p>
Reizen h2>
“We zijn lange tijd ieder jaar met het gezin naar Oostenrijk geweest, in de kerstperiode, en dat was altijd heel aangenaam. Ook Spanje is leuk. En in Frankrijk hebben we tien jaar een huis gehad, in de Provence, maar mijn kinderen zijn niet geïnteresseerd om te gaan en doordat we er eigenlijk te weinig gingen hebben we het verkocht.” p>
Winkelen h2>
“Dat laat ik toch vooral aan mijn vrouw over. Zo gaan shoppen, dat kan me eigenlijk niet echt bekoren. Ik zou wel eens meegaan naar de verschillende grootwarenhuizen om te zien wat ze aanbieden qua vleeswaren. Dan komt mijn beroep weer bovendrijven, hé… Ik weet graag wat er op dat vlak allemaal leeft op de markt.” p>
De tips van Paul h2>
Eten en drinken h2>
“Ik kom heel graag in taverne de Graaf van Vlaanderen op ‘t Zand. Dat is niet ver van mijn deur en het is een familiale zaak waar ik me echt welkom voel. Datzelfde gevoelg heb ik in l’Apero, aan de Westmeers en in de schaduw van het Concertgebouw. De cafébazin geeft al vlug eens een hapje bij het aperitief, aangeboden door het huis en ik kan zo’n zaken zeker appreciëren. Ik ben eigenlijk ook wel een liefhebber van echte volkscafés en daarom ga ik graag naar De Hollandse Vismijn op de Vismarkt. Ook in café Sint-Jakob, vlakbij de Sint-Jakobskerk, kom ik graag. De patron, een jonge gast nog, is zeer vriendelijk en enthousiast. Ik hou wel van de Nederlandstalige muziek die ze er graag draaien. En dan is er nog de Craenenburg op de Markt, waar Bruggelingen nog altijd thuis zijn!” p>
“Om iets te gaan eten ken ik ook wel veel goede adresjes. Zoals Quatre Mains in de Philipstockstraat bijvoorbeeld. Of De Pompe in de Sint-Amandsstraat. Mensen denken soms dat het een toeristenrestaurant is, maar dat is helemaal niet waar.” p>
Sport h2>
“Ik ga al tientallen jaren regelmatig zwemmen en dat doe ik nog altijd het liefst in het Noordzeebad in Blankenberge. Het is er zout zeewater en ik vind dat veel aangenamer dan chloor. Ik ga er alleszins liever dan in het zwembad dat in de plaats kwam van het Olympia.” p>
Reizen h2>
“We zijn lange tijd ieder jaar met het gezin naar Oostenrijk geweest, in de kerstperiode, en dat was altijd heel aangenaam. Ook Spanje is leuk. En in Frankrijk hebben we tien jaar een huis gehad, in de Provence, maar mijn kinderen zijn niet geïnteresseerd om te gaan en doordat we er eigenlijk te weinig gingen hebben we het verkocht.” p>
Winkelen h2>
“Dat laat ik toch vooral aan mijn vrouw over. Zo gaan shoppen, dat kan me eigenlijk niet echt bekoren. Ik zou wel eens meegaan naar de verschillende grootwarenhuizen om te zien wat ze aanbieden qua vleeswaren. Dan komt mijn beroep weer bovendrijven, hé… Ik weet graag wat er op dat vlak allemaal leeft op de markt.” p>
De tips van Paul h2>
Eten en drinken h2>
“Ik kom heel graag in taverne de Graaf van Vlaanderen op ‘t Zand. Dat is niet ver van mijn deur en het is een familiale zaak waar ik me echt welkom voel. Datzelfde gevoelg heb ik in l’Apero, aan de Westmeers en in de schaduw van het Concertgebouw. De cafébazin geeft al vlug eens een hapje bij het aperitief, aangeboden door het huis en ik kan zo’n zaken zeker appreciëren. Ik ben eigenlijk ook wel een liefhebber van echte volkscafés en daarom ga ik graag naar De Hollandse Vismijn op de Vismarkt. Ook in café Sint-Jakob, vlakbij de Sint-Jakobskerk, kom ik graag. De patron, een jonge gast nog, is zeer vriendelijk en enthousiast. Ik hou wel van de Nederlandstalige muziek die ze er graag draaien. En dan is er nog de Craenenburg op de Markt, waar Bruggelingen nog altijd thuis zijn!” p>
“Om iets te gaan eten ken ik ook wel veel goede adresjes. Zoals Quatre Mains in de Philipstockstraat bijvoorbeeld. Of De Pompe in de Sint-Amandsstraat. Mensen denken soms dat het een toeristenrestaurant is, maar dat is helemaal niet waar.” p>
Sport h2>
“Ik ga al tientallen jaren regelmatig zwemmen en dat doe ik nog altijd het liefst in het Noordzeebad in Blankenberge. Het is er zout zeewater en ik vind dat veel aangenamer dan chloor. Ik ga er alleszins liever dan in het zwembad dat in de plaats kwam van het Olympia.” p>
Reizen h2>
“We zijn lange tijd ieder jaar met het gezin naar Oostenrijk geweest, in de kerstperiode, en dat was altijd heel aangenaam. Ook Spanje is leuk. En in Frankrijk hebben we tien jaar een huis gehad, in de Provence, maar mijn kinderen zijn niet geïnteresseerd om te gaan en doordat we er eigenlijk te weinig gingen hebben we het verkocht.” p>
Winkelen h2>
“Dat laat ik toch vooral aan mijn vrouw over. Zo gaan shoppen, dat kan me eigenlijk niet echt bekoren. Ik zou wel eens meegaan naar de verschillende grootwarenhuizen om te zien wat ze aanbieden qua vleeswaren. Dan komt mijn beroep weer bovendrijven, hé… Ik weet graag wat er op dat vlak allemaal leeft op de markt.” p>
De tips van Paul h2>
Eten en drinken h2>
“Ik kom heel graag in taverne de Graaf van Vlaanderen op ‘t Zand. Dat is niet ver van mijn deur en het is een familiale zaak waar ik me echt welkom voel. Datzelfde gevoelg heb ik in l’Apero, aan de Westmeers en in de schaduw van het Concertgebouw. De cafébazin geeft al vlug eens een hapje bij het aperitief, aangeboden door het huis en ik kan zo’n zaken zeker appreciëren. Ik ben eigenlijk ook wel een liefhebber van echte volkscafés en daarom ga ik graag naar De Hollandse Vismijn op de Vismarkt. Ook in café Sint-Jakob, vlakbij de Sint-Jakobskerk, kom ik graag. De patron, een jonge gast nog, is zeer vriendelijk en enthousiast. Ik hou wel van de Nederlandstalige muziek die ze er graag draaien. En dan is er nog de Craenenburg op de Markt, waar Bruggelingen nog altijd thuis zijn!” p>
“Om iets te gaan eten ken ik ook wel veel goede adresjes. Zoals Quatre Mains in de Philipstockstraat bijvoorbeeld. Of De Pompe in de Sint-Amandsstraat. Mensen denken soms dat het een toeristenrestaurant is, maar dat is helemaal niet waar.” p>
Sport h2>
“Ik ga al tientallen jaren regelmatig zwemmen en dat doe ik nog altijd het liefst in het Noordzeebad in Blankenberge. Het is er zout zeewater en ik vind dat veel aangenamer dan chloor. Ik ga er alleszins liever dan in het zwembad dat in de plaats kwam van het Olympia.” p>
Reizen h2>
“We zijn lange tijd ieder jaar met het gezin naar Oostenrijk geweest, in de kerstperiode, en dat was altijd heel aangenaam. Ook Spanje is leuk. En in Frankrijk hebben we tien jaar een huis gehad, in de Provence, maar mijn kinderen zijn niet geïnteresseerd om te gaan en doordat we er eigenlijk te weinig gingen hebben we het verkocht.” p>
Winkelen h2>
“Dat laat ik toch vooral aan mijn vrouw over. Zo gaan shoppen, dat kan me eigenlijk niet echt bekoren. Ik zou wel eens meegaan naar de verschillende grootwarenhuizen om te zien wat ze aanbieden qua vleeswaren. Dan komt mijn beroep weer bovendrijven, hé… Ik weet graag wat er op dat vlak allemaal leeft op de markt.” p>
Interview
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier