Paul Callebert begon zijn actieve loopbaan in 1979 bij het OCMW van Roeselare, maar werd na tien jaar directeur van het Rumbeekse woonzorgcentrum Sint-Henricus. Op 1 juli gaat hij officieel met pensioen, maar Paul breit er toch nog twee maanden aan. Kwestie van zijn opvolger, Marleen Joossens, een warme overdracht te bieden.
Paul Callebert is de jongste zoon van gewezen Roeselaars gemeenteraadslid, schepen en volksvertegenwoordiger Honoraat Callebert en is dus een geboren en getogen Roeselarenaar. Paul is getrouwd met de Rumbeekse Tine Blomme. “De eerste tien jaren van mijn professionele carrière heb ik in Roeselare gewerkt en daarna in Rumbeke. Een perfect compromis dus”, lacht Paul Callebert wanneer we hem voor het laatst opzoeken in zijn bureau in woonzorgcentrum Sint-Henricus. Vanaf deze week betrekt hij een nieuw bureau in de pas gerealiseerde nieuwbouw van Sint-Henricus, want zijn opvolger Marleen Joossens betrekt het vroegere bureau van Paul bij de receptie.
“In 1979 ben ik gestart op de sociale dienst van het Roeselaarse OCMW”, start Paul Callebert zijn verhaal. “Sedert 1989 ben ik directeur van woonzorgcentrum Sint-Henricus in Rumbeke. Het toeval wil dat Tine en ik, toen we nog niet gehuwd waren, tijdens onze wandelingen met de hond dikwijls voorbij Sint-Henricus passeerden. Wisten wij toen veel dat ik hier 33 jaar iedere dag zou komen.”
Koppels op kamer
“Er is natuurlijk heel veel veranderd in die 33 jaar. Toen ik hier begon als directeur waren er 76 gasten, waarvan nog koppels die samen op een kamer op het gelijkvloers woonden. De bewoners waren ook minder zorgbehoevend dan nu. Er waren dan ook maar vier verpleegkundigen waarvan nog één zuster, Denise Hostens. Nu zijn er 91 bewoners en na alle verbouwings- en uitbreidingswerken worden dat er 127. Dat is vergelijkbaar met woonzorgcentrum De Zilverberg.”
Ik heb me nooit een manager gevoeld
“Echtparen die samen in een woonzorgcentrum willen wonen, verhuizen meestal naar De Zilverberg. Hier bij ons kan dat ook nog, maar dan is er voor elk een kamer. Meestal richten de mensen dan een kamer in als woonkamer en de andere als slaapkamer.”
“Ik heb hier ook de eerste computer weten gebruikt worden. Vroeger gebeurde alles met een typemachine en werden de gegevens bewaard in fichebakken. En opeens kregen we ook een fax! Dat was ongelooflijk vooruitstrevend toen. Bestaat een fax nu eigenlijk nog?” (lacht)
Dagelijks geluk
“Ik heb altijd heel veel arbeidsvreugde gekend en heb me nooit een manager gevoeld. Mijn vader heeft me nog gezegd dat ik de ouderen graag moest zien. Dat klinkt misschien soft, maar er zat veel waarheid in zijn woorden. Ik heb altijd met collega’s en vrijwilligers heel graag voor andere mensen gewerkt. Ik heb altijd ten dienste gestaan van ouderen, maar het konden evengoed jongeren of volwassenen geweest zijn. Als ik maar iets kon betekenen voor de mensen.”
“Ik zie dat trouwens goed bij onze professionele medewerkers en vrijwilligers. Wij halen allemaal veel kracht uit onze job doordat we de mensen graag zien. We zetten ons met volle overgave in en tekenen iedere dag voor 100% engagement. Wij proberen heel veel kleine zaken te doen voor al onze bewoners om hen gelukkig te maken. Dat dagelijks geluk zit in onze warme zorg, onze dagelijkse animatie maar ook in onze maaltijden. We serveren nu en dan degelijke ouderwetse kost zoals rundstong in tomatensaus of papsaus met eieren en gesneden ajuintjes in ons restaurant.”
Nieuwbouw in gebruik
“Onze nieuwbouw en de verbouwingswerken schieten nu goed op. In de eerste week van juni werd de nieuwe keuken in gebruik genomen en eind juni verhuizen de bewoners van de zuidvleugel naar de nieuwe oostvleugel. Op 4 juli verhuist ook ons Pluk-de-dagcentrum naar de oostvleugel. Er komen gemiddeld 45 bezoekers naar ons dagcentrum en we beschikken over vier busjes om hen thuis op te halen en weer terug te brengen.”
Ik moest me mentaal toch een beetje voorbereiden op mijn pensioen
“De tweede fase van de werken start na het bouwverlof. Dan wordt een nieuw restaurant/cafetaria gebouwd, komt er een verdieping op de zuidvleugel en komen er nieuwe livings in het centrale gedeelte. Wanneer alles zal klaar zijn, en ik denk dat dit voorjaar 2024 zal zijn, zullen er in Sint-Henricus maar liefst zeven terrassen zijn: drie op het gelijkvloers, twee op de eerste verdieping en een terras op de tweede en de derde verdieping.”

“Op 21 juni word ik 65 jaar en officieel ga ik op 1 juli met pensioen. Maar ik wil mijn opvolger een warme overdracht geven en blijf nog twee maanden aan boord. Ik heb nooit verlangd naar mijn pensioen en moest me daar mentaal op voorbereiden. Maar nu heb ik de bladzijde omgeslagen kijk ik ernaar uit om meer activiteiten te doen met mijn echtgenote en onze vier kleinkinderen. Ik zal als een gelukkig mens afscheid nemen.”
Marleen volgt Paul Callebert op
Marleen Joossens is de nieuwe directeur van woonzorgcentrum Sint-Henricus. Zij volgt Paul Callebert op, die op het einde van de maand met pensioen gaat. Marleen woont in Doomkerke en werkte als projectmanager in AZ Sint-Lucas in Brugge. Samen met haar echtgenoot runt ze ook een psychiatrische thuiszorgdienst in de regio Tielt-Ruiselede.
“Ik ben dinsdag gestart in Sint-Henricus als opvolger van Paul”, steekt Marleen Joossens (48) van wal. Marleen heeft vier kinderen en woont samen met haar man, die ook in de gezondheidssector aan de slag is, in Doomkerke bij Ruiselede. “Ik heb psychologie in Kortrijk en beleidswetenschappen aan de KU Leuven gestudeerd. Naast veel andere bijscholingen en opleidingen heb ik ook een opleiding kwaliteitscoördinator gevolgd. Ik heb altijd veel interesse gehad voor de ouderenzorg en gerontologie. Na mijn studies kon ik starten in een psychiatrisch ziekenhuis in Eeklo, waar ik teamcoach werd op de dienst ouderenpsychiatrie. Ik kon doorgroeien tot stafmedewerker en voelde dat het strategisch mee denken en operationeel bezig zijn met een team, mij wel lag.”
“Na vijftien jaar Eeklo ben ik vier jaar pedagogisch directeur van De Zande in Ruiselede geweest. Iets totaal anders en dat hielp mij beseffen dat de ouderenzorg mij net iets meer genegen was. Ik kon terug naar Eeklo in mijn vorige functie.”
“Ondertussen hadden mijn echtgenoot en ik een psychiatrische thuiszorg in de regio Tielt-Ruiselede opgericht. Na twee jaar werkten er 30 zelfstandige verpleegkundigen voor onze thuiszorg. We moesten een keuze maken: nog groter worden of opnieuw kleinschaliger werken. We hebben voor het laatste gekozen. Ik werd zelfstandige in bijberoep, terwijl mijn man volledig zelfstandig bleef. Maar ik had toch nood aan bijkomende uitdagingen. Toen ik een tijdelijke vacature als projectmanager in AZ Sint-Lucas Brugge mocht invullen, deed ik dat met veel plezier. Maar professioneel had ik nood aan een langetermijnvisie en wilde ik dicht bij de mensen staan. En opeens kruiste mijn droomjob mijn pad: ik kon directeur van het woonzorgcentrum Sint-Henricus worden.”
“Ik was onmiddellijk gecharmeerd door de warmmenselijke, hartelijke sfeer van iedereen binnen Motena én door het superwarme welkom dat ik kreeg in Sint-Henricus. Ik ben ongelooflijk tevreden dat ik hier aan de slag kan.” (Peter Soete)