Voor hen is het kerkhof geen verplicht nummer: deze West-Vlamingen bezoeken hun doden niet alleen nu

Marie, Marc, Cecilia en Noël komen geregeld op het kerkhof. Niet alleen in deze periode van Allerheiligen en Allerzielen. © Montage KW
Redactie KW

Het is weer gezellig druk op het kerkhof. Zerken worden gepoetst, chrysanten geplant. Voor velen is dit de enige keer in het jaar dat ze het graf van hun overledenen van dichtbij zien. Dat geldt niet voor Marc, Noël, Cecilia en Marie. Voor hen is het kerkhof geen verplicht nummer.

Marc (62) uit Torhout: “Ik kom hier babbelen met mijn zoon”

Begraafplaats De Warande in Torhout is geen gewoon kerkhof. De honderden identieke witte grafstenen geven het een bijzondere aanblik. De rust regeert er. Voor Marc Tommeleyn (62) heeft het kerkhof nog weinig geheimen. Hij komt er minstens drie keer per week sinds die vervloekte 7 februari 2016, toen zijn zoon Jelle op 24-jarige leeftijd verongelukte. “Ik steek altijd een kaarsje aan bij zijn graf. En dan babbel ik een beetje. Ik vertel dat we gaan eten zijn bij Melanie, zijn vriendin die nu een tearoom en ijssalon uitbaat in Ichtegem. Dat zijn zus Sarah het goed gedaan heeft in een loopwedstrijd. Ik heb daar deugd van.”

Marc gaat meestal alleen naar het kerkhof, zijn vrouw Kathleen blijft thuis. Voor haar is het graf van haar zoon te confronterend. “Maar ondertussen zijn we hier met een vaste bende. Mensen die ook heel vaak naar het kerkhof komen, sommigen dagelijks. Dat schept een band.” Begin november is voor Marc een extra moeilijke periode. “Het is nooit gemakkelijk, hé, er gaat geen dag voorbij zonder dat ik aan Jelle denk. Maar november… Ik ben jarig op 1 november, ik word er 63. Jelle zou er op 3 november 33 geworden zijn. We vierden dat altijd samen op 2 november. Maar wat ooit een periode van feest was, werd er één van rouw. Toen Jelle stierf, zei ik dat ik nooit nog mijn verjaardag zou vieren. Maar de voorbije jaren doe ik dat toch weer een beetje. Omdat ik moet van mijn vrouw. Zaterdag gaan we ontbijten in de zaak van Melanie. Naar het kerkhof? Dat doe ik niet tijdens deze periode. Veel te druk…” (TV)

(lees verder onder de foto)

Marc Tommeleyn bij het graf van zijn zoon Jelle.
Marc Tommeleyn bij het graf van zijn zoon Jelle. © Foto Kurt

Noël (78) en Cecilia (74) uit Tielt: “Manier om te tonen dat we nog aan hen denken”

Noël Marreel (78) en zijn vrouw Cecilia (74) zijn druk in de weer met water en zeep. “Het is het graf van Noëls ouders dat we eerst komen kuisen”, zegt Cecilia. “We doen dat elk jaar voor het te druk wordt. En we moeten profiteren van het mooie weer, hé.” Het is rustig op het kerkhof van Tielt. Hier en daar slepen mensen emmers en bloempotten aan. Op het graf van Noëls ouders staan geen data, maar hij weet nog goed wanneer zijn vader overleed. “In 1960 stierf hij. Hij was nog maar 52 jaar. Acht jaar is hij ziek geweest. Een stoflong. Van zijn werk in de weverij in Tielt. Het was niet gemakkelijk om als jongen van 14 mijn vader te verliezen. Mijn ma stond vanaf dan alleen in voor de zorg van mijn zus en mij.”

Noëls moeder overleed in 2000 en was 89 jaar. “Ze is beginnen te sukkelen met haar benen, belandde in het ziekenhuis en is daar niet meer buiten geraakt.” Hij kijkt naar haar graf. “Maar ze had een schone ouderdom. Op een dag is het allemaal onze toer, hé.” Dat ze er nog goed uitzien voor hun leeftijd, zeg ik. “Aan de buitenkant misschien’, lacht Noël. “Maar we mogen niet klagen. We kunnen toch nog komen om hun graf te poetsen. Ik vind dat heel belangrijk, ja. Want wie gaat het na ons nog doen? Het is een manier om te laten zien dat we nog aan hen denken.”

Ook Cecilia’s moeder rust op dit kerkhof. “Ze was bijna 105 jaar. Ik heb ze lang mogen houden. Maar uiteindelijk gaan we allemaal van iets dood, hé. Ik kom niet alleen voor 1 november, hoor. Ik bezoek mijn dierbaren telkens als ik hier passeer.” (ADC)

(lees verder onder de foto)

Cecilia en Noël Marreel bij het graf van Noëls ouders.
Cecilia en Noël Marreel bij het graf van Noëls ouders. © Ann De Craemer

Marie (39) uit Alveringem: “Rouwen zou geen taboe mogen zijn”

Zes jaar al moet Marie Godderis (39) zonder haar vader Frank verder. Zij gaat geregeld naar zijn graf op de begraafplaats in Alveringem, vlak bij haar woning. “Soms passeer ik hier twee keer per week, als ik even alleen wil zijn of met iets zit. Maar het gebeurt ook dat ik eens twee weken niet kom. Papa is sowieso altijd dicht bij me, want er staat een mini-urne met wat as bij ons thuis op de kast”, vertelt ze.

Op Allerheiligen stapt de hele familie tot hier, om bloemstukjes te brengen naar het graf van pappie. Daar staat een bijzonder kunstwerk op, vol symboliek. “Dat lieten we maken door zijn goeie vriend, Luc Ledene, om iets tastbaars te hebben. Papa zijn logo als architect zit erin vervat, maar er zijn ook verwijzingen naar mijn ouders, mezelf en mijn twee zussen, en de kleinkinderen die er toen al waren”, toont Marie.

“Papa was de peter van onze oudste zoon, Briek. Later kregen we nog een tweeling. We vieren hun verjaardagen op kermiszondag, in september. Ook dan wandelen we tot hier, zodat papa ook bij het feest aanwezig is. Het zou natuurlijk andersom moeten zijn, maar dan geeft Briek zijn pappie een bloem, voor zijn verjaardag. De kindjes knuffelen het kunstwerk en dan vertel ik over hoe hij was”, glimlacht Marie. “Rouwen is voor velen een taboe, maar dat hoeft niet iets negatiefs te zijn”, vindt ze. “Het leven raast in een sneltempo voorbij en naar papa’s voorbeeld wil ik mijn dromen najagen. Maar af en toe stilstaan is ook belangrijk.” (WVH)

Marie Godderis aan het graf van haar vader Frank.
Marie Godderis aan het graf van haar vader Frank. © Dries Decorte