De kustjaren van Pieter Aspe: “Pierre droeg Blankenberge in zijn hart”

“Als het Boekenbeurs was, gingen we altijd samen iets eten in Blankenberge”, herinnert Patrick Kina zich.© Wim Kerkhof
“Als het Boekenbeurs was, gingen we altijd samen iets eten in Blankenberge”, herinnert Patrick Kina zich.© Wim Kerkhof
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Ook Blankenberge rouwt om Pieter Aspe. De succesauteur, die op 1 mei in Brugge overleed, woonde van 1997 tot 2018 in de badstad. Na het overlijden van zijn muze Bernadette in augustus 2016 vielen de herinneringen hem te zwaar en keerde hij terug naar zijn geboortestad Brugge. Maar ook in Blankenberge schreef hij een onvergetelijk hoofdstuk, getuigen café-uitbater en vriend Patrick Kina en André Cocquyt, de huisfotograaf van de schrijver.

In 1997, een jaar nadat hij voltijds auteur was geworden, verliet Pieter Aspe zijn geboortestad Brugge. Zijn toenmalige vrouw Francine De Duytsche wou aan de kust wonen, en aangezien ze geen wagen hadden, zochten ze een kustgemeente met een station. Dat werd Blankenberge. In 2002 leerde de auteur zijn tweede partner en muze Bernadette Vandenbroucke kennen, met wie hij in 2005 in Blankenberge trouwde.

Pieter Aspe was in die jaren graag te gast bij de Blankenbergse horeca, zo ook bij Patrick Kina, die destijds het café Place to Be uitbaatte. “In een van zijn boeken maakten Van In en Versavel zich op mijn terras vrolijk over mijn gepersonaliseerde nummerplaat PK001”, herinnert Patrick zich. “ PK staat vast voor ‘Paren in Knokke’ of ‘Poen Kakken , zeiden ze tegen elkaar.

Boek voor zoon

Op Drift is mijn favoriete Aspe omdat hij het opdroeg aan mijn zoon, die in 2007 overleed aan een overdosis drugs. Een heel emotioneel moment, toen ik dat boek opensloeg en op de eerste pagina bovenaan Stefaans naam zag staan. Pierre had me daar vooraf niets van gezegd, maar blijkbaar leefde hij dus wel mee met ons verdriet”, mijmert Patrick, die al Aspes boeken heeft.

Patrick Kina met het boek dat Aspe opdroeg aan zijn overleden zoon: “Heel emotioneel.”© Wim Kerkhof
Patrick Kina met het boek dat Aspe opdroeg aan zijn overleden zoon: “Heel emotioneel.”© Wim Kerkhof

“Pierre was ook superintelligent, hij kon over alles meebabbelen. Maar hij bleef liever wat op de achtergrond, van waaruit hij dan alles observeerde. De laatste keer dat ik hem in Blankenberge zag, was hij hier op kappersbezoek. We deden toen samen een terrasje. Ook al woonde hij dan al een tijdje in Brugge, Pierre bleef Blankenberge trouw. Zijn reizen boekte hij nog altijd in het reisbureau van mijn partner Marleen. Hij moest dikwijls naar het buitenland voor zijn boeken, en hij was daar trots op.”

Ereburger

“Wat me ook bijbleef, is dat hij me er vaak mee plaagde dat we nog niet getrouwd waren”, vervolgt Patrick Kina. “Pierre wist dat Marleen op een huwelijksaanzoek zat te wachten en verwees daar altijd naar als hij zijn boeken voor mij signeerde. Vandaag nog vrij , schreef hij dan, of trouwen is houden . Als het boekenbeurs was, gingen we altijd samen iets eten in Antwerpen.”

“Toen Pierre hier in 2010 ereburger werd, was hij in de wolken. Maar het stak toch een beetje dat hij in Brugge die titel nooit kreeg. Kun je dat nu geloven, Patrick? , kon hij dan zo zeggen. Ik, die zoveel over Brugge heb geschreven? Ik weet niet of hij het meende, maar het kwam wel zo over. Misschien wordt hij postuum nog Brugs ereburger gemaakt, maar dan komt dat toch een beetje laat…”

Patrick heeft overigens dezelfde leeftijd als Pieter Aspe. “Ik was achttien dagen jonger dan hij. Als we ergens naar binnen gingen, liet ik hem altijd voorgaan. d’Oede eerst , plaagde ik hem dan.”

Verwaaide foto’s

Fotograaf André Cocquyt uit de Vissersstraat was de huisfotograaf van Aspe in zijn Blankenbergse jaren. “In zijn beginperiode als schrijver ging er geen week voorbij zonder dat hij in de krant stond. Het viel mij echter op dat hij er op foto’s altijd wat verwaaid uit zag. Op een dag ben ik gewoon naar hem toe gestapt. Of ik niet eens een mooie portretfoto van hem mocht maken? De dag van de fotoshoot droeg hij een kostuum waar zelfs Bernadette danig van onder de indruk was”, glimlacht André.

De foto die toen werd gemaakt, was een van de meest gepubliceerde portretfoto’s van Aspe. “Hij prijkte op de achterflap van enkele boeken, alsook op een champagnefles en een speciale postzegel die werd uitgegeven naar aanleiding van Pierres 60ste verjaardag”, vertelt André. “Ik kreeg daarna ook meer opdrachten. Die portretfoto heeft me dus geen windeieren gelegd.”

Huisfotograaf André Cocquyt: “Wat ik mij goed herinner, is zijn vurige liefde voor Bernadette”

“Het viel mij vaak op dat Pierre wat timide was. Zat hij ergens in beperkt gezelschap op café, dan was hij heel los. Maar in grotere groepen hield hij zich wat afzijdig en had ik altijd het gevoel dat al die aandacht voor niets nodig was. Hij was dan precies wat overdonderd. Pierre was een heel innemende, vriendelijke mens met een speciale humor. Af en toe zei hij zo eens ‘ne scheven’ die op het randje van erover was. Hij was net als ik niet vies van sarcasme, en daardoor klikte het wel goed tussen ons.”

Muze Bernadette

Over zijn eerste ontmoeting met Aspe herinnert André zich het volgende. “Ik kende zijn Bernadette, die nog een kledingzaak uitgebaat had in de Vissersstraat, naast mijn fotoatelier. Toen ik hen op een avond ontmoette in La Romana, zei zij spontaan: zet je bij. Ik had toen het gevoel dat Pierre mij een beetje testte. Hij tekende een soort vis op zijn servet en vroeg mij wat ik daarin zag. Het ijs was meteen gebroken.”

Fotograaf André Cocquyt maakte een van de meest gepubliceerde portretfoto's van Pieter Aspe.© Wim Kerkhof
Fotograaf André Cocquyt maakte een van de meest gepubliceerde portretfoto’s van Pieter Aspe.© Wim Kerkhof

“Wat ik mij ook nog goed herinner, is zijn vurige liefde voor Bernadette. Zoals hij naar haar keek… Ze was écht wel zijn muze, en hij was altijd heel attent voor haar”, aldus André, die alle Blankenbergse locaties en personages van Aspe op de gevoelige plaat zette. “Het Huisje van Majutte, Het Witte Paard, Piet van de Oesterput, burgemeester Monset… Ze passeerden allemaal de revue. Pierre had Blankenberge in zijn hart.”