Brugs auteur en vogelkenner Jan Desmet overleden
Op maandag 17 oktober overleed de Brugse auteur Jan Desmet. In zijn boeken beschreef hij de relatie tussen mens, dier en natuur. Hij was vooral gepassioneerd door vogels en expert in deze diersoort.
Jan Desmet zag het levenslicht op 5 oktober 1957 in Brugge. Hij groeide op in Sint-Michiels, voor de fusie nog een randgemeente van Brugge. Rond zijn ouderlijke woning lagen een boerderij met stallingen en koeienweiland, een meanderende beek, een school met speelpleinen, een kerkhof, een oude zandwinningsvijver, een pretpark, een dolfinarium, wat braakland en enkele boomgaarden.
Prijs
Door de oprukkende verstedelijking verdwenen de koeien, de veldleeuweriken en de beek uit het landschap. Met de studie die hij over deze omwenteling maakte won hij in 1977 de Prijs voor Biologie Jacques Kets. Hij volbracht zijn humaniroa bij de Frères in Brugge en was als tiener actief bij de Belgische Jeugdbond voor Natuurstudie, waarvoor hij in 1970 zijn eerste artikels schreef en in latere jaren excursies, kampen en de landelijke vogelwerkgroep leidde.
Na zijn militaire dienst in Duitsland werkte Jan Desmet mee aan de Ecologische Kartering van België in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid. Hij stond in 1983 als redactiesecretaris aan de wieg van het vernieuwde ledentijdschrift van Natuurreservaten, de voorloper van Natuurpunt. In die periode lanceerde hij een overkoepelend jaarboek waarin alle vogelwaarnemingen van Noord-West-Vlaanderen werden gebundeld.
Boeken
In 1984 begon Jan Desmet op free-lance basis met het schrijven van boeken en journalistieke reportages, onder meer als redacteur bij het Nederlandse maandblad Grasduinen, later voor Nest. Hij leefde van zijn pen. Tot zijn bekendste boeken behoren ‘Stadsvogels’ (1992), ‘Moeder Natuur naakt!’ en ‘Van de liefde, van de hond’ (2004). In 2009 verscheen het driedelige ‘Vogels in de kop’, over de menselijke kijk op vogels’ waarvoor meer dan twintig jaar materiaal is verzameld.
Jan Desmet werkte ook in opdracht van uitgevers. Hij schreef zelfs een gids voor courante paddenstoelen, varens en mossen en maakte brochures voor onder andere het Vlaams Bezoekerscentrum De Nachtegaal in De Panne).
Hij publiceerde artikels, columns en recensies voor Grasduinen, Nest, Fwiet! en De Standaard der Letteren. Daarnaast schreef hij vijftien boeken waaronder De natuur als assepoester (1988, Marc Van De Wiele), Moeder Natuur naakt! (1994, Kritak/Jan van Arkel), Van de liefde, van de hond (2004, Atlas) en het driedelige Vogels in de kop (2009, 2011, Atlas).
In zijn werk beschreef hij de relatie tussen mens, dier en natuur. Hij had een uitgesproken interesse voor vogels en hoe die zich in de verbeeldingswereld van mensen nestelen.
Vogelkenner
Jan Desmet verscheen in praatprogramma’s in Vlaanderen en Nederland en was geregeld te gast als vogelkenner bij het Radio 1-programma Nieuwe Feiten. Het studiemateriaal dat hij tijdens zijn leven verzamelde groeide uit tot een omvangrijk archief en beslaat boeken, affiches, oude foto’s, correspondentie, prentbriefkaarten, gravures en krantenknipsels.
In 2008 richtte hij de erfgoedvereniging Mens & Dier op papier (afgekort Mendop vzw) op, met als doel om gelijkaardige thematische verzamelingen van particulieren of dierenverenigingen te bewaren en open te stellen voor het publiek.
Jan Desmet overleed in zijn woning te Brugge, in het bijzijn van zijn naaste familie. Hij laat een echtgenote (Heidi), twee kinderen (Elie en Nina) en drie kleinkinderen (Pablo, Lena en Koos) na. De begrafenis vindt plaats in intieme kring.
Pijnlijk
Zoon Elie Desmet typeert zijn papa als volgt: “Het is frappant hoezeer ik als zoon nu vaststel hoeveel er van hem toch in mij blijkt te zitten. Net als mijn vader ben ik ook vrij intensief met vogels bezig, het is mooi dat ik dat met hem heb kunnen delen. Voor een vogelaar is half oktober het mooiste moment van het jaar. De najaarsvogeltrek komt op haar hoogtepunt en dat vertaalt zich in een massale zuidwaartse passage van trekvogels als vinken, veldleeuweriken, lijsters. Dat mijn vader net nu ook moet vertrekken blijft onnoemelijk pijnlijk, maar voor de vogelaar in mij houdt het ergens een beetje steek.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier