Annelore (49) verloor haar moeder, broer en nonkel in drie maanden tijd: “Nu leg ik bloemen op de graven in plaats van mama”

Annelore, samen met haar echtgenoot Frederic, de zonen Remco (rechts) en Milan. (foto FODI) © FODI
Patrick Depypere
Patrick Depypere Medewerker KW

2023 mag voor Annelore Vanneste en haar gezin uit Ingelmunster zo snel mogelijk voorbij zijn, want dit jaar bracht haar enorm veel verdriet. Op zondag 22 januari overleed nonkel Willy Stragier in de Rozestraat. Daar kreeg haar broer Kurt even later een hersenbloeding en hartstilstand. Eén dag later overleed ook hij in AZ Delta in Rumbeke. Haar mama Magda Stragier was toen al ziek. Zij overleed op 28 april in Kachtem. Op de vooravond van Allerheiligen hadden we een gesprek met Annelore.

Annelore Vanneste (49) is getrouwd met Frederic Vercruysse. Samen met de zonen Remco (20) en Milan (17) wonen ze op het Robrecht de Friesplein aan de achterzijde van Delhaize. Annelore is leerkracht verzorging bij MIA in Brugge en in bijberoep thuisverpleegster.

Noodlot slaat toe

Op zondagvoormiddag 22 januari vonden Annelore en haar broer Kurt Vanneste het vreemd dat ze hun nonkel Willy Stragier uit de Rozestraat niet meer hoorden. Beiden gingen ter plaatse, maar besloten ook de politie te bellen. Nonkel Willy werd dood aangetroffen in zijn woning. De politie en Kurt bleven in de woning, terwijl Annelore het slechte nieuws aan haar moeder ging meedelen. Even later zakte Kurt daar in elkaar. Eén dag later werd hij hersendood verklaard. Hij overleed aan een hersenbloeding en hartstilstand. Hij werd onwel door een opstoot van te hoge bloeddruk, waardoor zijn aneurysma scheurde. De familie stond zijn organen af. Kurt verzorgde zijn zieke moeder Magda thuis in de Rozestraat. Zij werd dan opgenomen in het woonzorgcentrum Sint-Vincentiusrustoord in Kachtem, waar ze op 28 april overleed.

Je was nog niet bekomen van het ene overlijden of er volgde al een andere zware klap. Hoe kon je dat verwerken?

Annelore: “Moeilijk, vooral de dood van mijn broer blijft heel lastig. We hadden dat niet zien aankomen. Van ons ma was dat anders, want we wisten dat ze ernstig ziek was en voor haar was dat een verlossing. Maar van Kurt was dat een heel grote klap.”

Hoe ging je daar als gezin mee om?

“Door mijn broer Kurt zijn Frederic en ik samen en vonden we het geluk. Mijn man verloor dus ook zijn kameraad. Doen we iets, dan denken we aan Kurt. Voor de kinderen was Kurt hun enige nonkel. Voor Frederic was hij zijn enige schoonbroer, want hij heeft zelf ook geen broers of zussen. Maar de naam van Kurt komt hier nog iedere dag over onze lippen.”

Zocht je professionele hulp?

“Ik ben momenteel in rouwtherapie. Ik ging al twee keren langs naar een psychologe, gespecialiseerd in rouwbegeleiding. Ik geef toe dat het helpt, maar de weg is nog lang. Het klopt dat het al meerdere maanden geleden is, maar ik was ook vele maanden met van alles bezig. Het ouderlijk huis werd verkocht, alles moest worden ontruimd. Je mag de administratie ook niet onderschatten. Ik zat in die draaimolen van alles wat nog moest gebeuren. Pas later kwam die klap en besefte ik dat ik hulp moest zoeken. Ik heb het nu nog altijd lastig wanneer ik de dienst 112 zie, want dan zie ik ook Kurt weer voor mij liggen.”

“Hoor ik de dienst 112, dan zie ik mijn broer daar weer liggen”

“Ik zie die reanimatie van Kurt voor mijn ogen en dat beeld krijg ik maar niet weg. Het is daarom dat ik besloot om in therapie te gaan. Ik heb het ook moeilijk wanneer ik in de Rozestraat passeer, want daar stond mijn ouderlijk huis en woonde ook mijn nonkel. Het is zo lastig om te beseffen dat ik hier alleen ben. Ik heb wel mijn gezin, maar van mijn eigen familie heb ik niemand meer. Mijn mama én mijn broer zijn overleden. Mijn eigen bloedverwanten – buiten mijn kinderen – zijn er niet meer.”

Hoe reageerde je eigen familie en omgeving? Kreeg je veel steun?

“Zeker en vast, niet enkel van de familie maar ook van onze naaste vriendenkring én mijn schoonouders Eric en Krista Vercruysse-Bruneel. Zij stonden altijd voor ons klaar. Als ik het nu moeilijk heb, dan weet ik waar ik terecht kan. Mijn tantes, nichten, neven… ik heb er nog altijd een goed contact mee, net zoals met de naaste buren.”

In bijberoep ben je verpleegkundige. Voor jezelf was het ongetwijfeld ook lastig om daar weer die draad op te pikken?

“Helemaal niet. Ik vond het eerder een soort therapie. Na één maand had ik nood om terug onder de mensen te komen. Voor mij was dat verstrooiing. Zit je thuis, dan denk je aan van alles. Ben je aan het werk, dan is dat een hulp en vergeet je. En wat mijn hoofdberoep betreft: ze hebben alle begrip voor mijn situatie, ook zoveel maanden later kan ik nog altijd op de directie en leerkrachten rekenen.”

Wat mis je vooral?

(emotioneel): “Veel hoor! Kurt belde iedere dag naar mij, maar ook al die kleine dingen. In onze nieuwe woning deed hij zoveel. Hij legde de tuin aan, hielp mee aan de laminaat, enz. Kurt reed niet met de auto, maar dan deed hij – samen met mijn man of mezelf – boodschappen. Al die kleine dingen, ze zijn er niet meer.”

Ben je geschrokken hoe snel het leven kan veranderen? Met één vingerknip kan het voorbij zijn, ongeacht je leeftijd.

“Zeker en vast! Dat is een touwtje dat in één, twee, drie wordt doorgeknipt. Dat is voor iedereen zo onverwachts geweest. We wisten niet dat hij een aneurysma had. Hij had ook nooit hoofdklachten. De huisarts gaf toe dat dit nieuws ook bij hem insloeg als een bom.”

Ben je sinds deze pijnlijke gebeurtenissen anders gaan leven?

“Euh, anders.. we genieten nu méér. Tijdens de voorbije vakantieperiode gingen we niet op reis, omdat we met de opkuis van de woning bezig waren. Maar recent hebben we beslist dat we tussen kerst en nieuwjaar voor drie dagen met het gezin naar Madrid gaan. We hebben een rotjaar achter de rug, maar dit jaar proberen we toch op een positieve manier af te sluiten. Dat zal moeilijk zijn, maar we moeten ook denken aan ons gezin.”

Kan je nog genieten van lekker gaan eten?

“We gingen niet vaak op restaurant. We genieten vooral van gezelschap. Eens een terrasje doen, onverwacht mensen terugzien en een praatje kunnen slaan met een drankje in de hand.”

Ga je wel eens naar het kerkhof?

“Mama had graag dat er bloemen stonden op het graf bij ons papa. Mama deed dat altijd op zijn graf. Nu blijf ik dat doen. Met speciale gelegenheden, zoals hun verjaardagen doe ik iets extra. Passeer ik, dan breng ik eens een bezoekje.”

Ga je op 1 november ook naar het kerkhof voor Allerheiligen?

“We gaan zeker en vast die dag ook naar het kerkhof. Die dag is er ook een herdenking in het woonzorgcentrum Sint-Vincentiusrustoord in Kachtem. Daar gaan we ook naartoe. Ik wil dan ook bepaalde mensen van het rustoord terugzien. Ook dat is een vorm van verwerken. Vroeger kwamen we op hoogdagen altijd samen met mama, Kurt, mijn schoonouders Krista en Eric. Wij gaan dat blijven doen met mijn schoonouders. Met kerstavond kwamen we altijd samen met de familie van papa. Ook dat gaan we blijven vieren, hoe lastig het ook zal zijn zonder mama en Kurt.”

Wat hoop je voor 2024?

“Minder verlies, minder verdriet, minder zorgen. Dat ze niemand van ons afnemen! We hebben dat niet in eigen handen, maar daar denk ik niet te veel aan…”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier