Net geen 30.000 jongeren studeren in West-Vlaanderen, maar uiteraard zoeken heel wat provinciegenoten ook andere oorden op. Daar hokken ze graag samen met studenten uit de eigen regio. Bij de start van het ‘doopseizoen’ spraken wij met Robbe, Joyce en Noam, praeses bij West-Vlaamse studentenclubs in Gent, Leuven en Brussel. “Het is leuk om ook ver van huis ons dialect te kunnen spreken.”
Joyce van HSC Rodenbach in Leuven: “West-Vlamingen zoeken graag elkaars gezelschap op”
Joyce Callebert (22) uit De Panne zit in het tweede jaar van het schakelprogramma naar een master in de rechten aan de KU Leuven. Voordien volgde ze de professionele bachelor rechtspraktijk in Brugge. Dit jaar is de schakelstudente praeses van HSC Rodenbach, een studentenclub met Roeselaarse roots. “Die Roeselaarse oorsprong merk je nog een beetje: ons galabal vindt er bijvoorbeeld plaats. Toch willen we ons zeker niet beperken tot enkel de streek rond Roeselare en zijn we nu een algemeen West-Vlaamse club. Waarom enkel West-Vlamingen? Je merkt gewoon dat provinciegenoten elkaar opzoeken om verschillende redenen: het niet moeten letten op je accent, de gedeelde mentaliteit, de bekende drankspelletjes…”
Joyce zit nu in haar tweede jaar in Leuven en het is dus ook haar tweede jaar in de studentenclub. “Ik was vorig jaar nog schacht (eerstejaars, de laagste rang in de studentenclub, red.). Bij ons is het de gewoonte dat je van schacht meteen naar het presidium gaat doordat er veel West-Vlamingen van Kortrijk of Brugge komen en dus maar een korte periode zijn in Leuven. Ik heb getoond dat ik gemotiveerd ben, want ik was vorig jaar aanwezig op elke activiteit, op uitzondering van eentje. Ik was die ene keer ziek en vond het heel jammer dat ik er niet bij kon zijn.” (lacht)
“We zijn een relatief kleine studentenclub met zo’n 15 actieve leden. Elke West-Vlaming is uiteraard welkom. Onze schachten zien trouwens niet af in dat eerste jaar. Mijn devies is: ‘Veel clubs drinken om vrienden te worden. Wij zijn vrienden die drinken.’ We verwachten wel een beetje inzet van een schacht, maar niemand wordt alleen achtergelaten tijdens de doop.”

Noam van WUK in Brussel: “Bij ons geen vernederende doop”
Noam Leirman (21) uit Kuurne is student politieke wetenschappen aan de VUB-campus van Etterbeek (Brussel). Studeren in Brussel is anders dan in een typische studentenstad, legt hij uit: “In Etterbeek voel je je wel en niet in de hoofdstad van België. Als VUB-student heb je alles wat je wilt op de campus: je kot, feestjes en de plek waar je je lessen volgt. Wij gaan eigenlijk niet zo vaak naar het stadscentrum.”
Noam studeert al drie jaar aan de VUB en maakt al even lang deel uit van het bestuur van WUK, de West-Vlaamse Universitaire Kring. Hij is er sinds kort praeses. “Een bijzonder jaar bovendien, want we vieren ons 20-jarige bestaan!”
WUK is een fusie van een Oostendse en Brugse club, maar beperkt zich niet tot enkel die regio’s. “Alle West-Vlamingen zijn welkom. Er zijn er nu eenmaal niet zoveel in Brussel. Het leuke aan WUK is dan ook dat je toch nog eens je dialect kan spreken. Ik ben altijd blij om nog eens West-Vlaams te spreken of te horen. Kom er dus zeker bij als je een West-Vlaming bent in Brussel. Voor de doop hoef je niet bang te zijn, want die is niet vernederend.”
Robbe van HSC Dionysus in Gent: “Onze club weer wat Oostendser maken”
Robbe Dufoort (23) uit Oostende volgt een master-na-masteropleiding statistical data analysis aan de UGENT. Hij is dit academiejaar bovendien praeses bij HSC Dionysus, een studentenclub voor Oostendenaren die in Gent studeren. “Ik ben begin mei, tijdens de traditionele kiescantus, verkozen tot praeses. Ik heb al wat ervaring, want ik zit sowieso al vier jaar in het praesidium van de club.”
Robbe is een ambitieuze praeses. “Ik wil voortgaan op de goede flow die de club al heeft, al mag het van mij toch nog iets Oostendser worden. We hebben nu leden uit heel West-Vlaanderen. Het is leuk om met mensen van je eigen regio samen te zijn: alles voelt zo vertrouwd aan omdat je hetzelfde dialect spreekt. Vriendschappen met medestudenten verwateren minder snel na de studies, want vaak wonen we maar een tiental kilometer van elkaar.”
Het academiejaar is al gestart, maar nieuwe leden zijn nog altijd welkom bij Robbe en co. “We werven nog altijd leden. Elke donderdag is het clubavond en in deze eerste weken proberen we veel nieuwe mensen aan te trekken. Onze doop zou alvast niemand mogen afschrikken, al krijgen we daar sinds de zaak-Sanda Dia wel vragen over. Bij ons is de doop niet vernederend, maar gewoon een moment van teambuilding, kennismaking en plezier.”