Het buitengewoon onderwijs heeft dringend meer middelen nodig. Dat zeggen twee West-Vlaamse schooldirecteurs en Vlaams parlementslid Steve Vandenberghe (Vooruit). “We investeren wel degelijk, maar scholen botsen zelf op hun limieten”, zegt minister Ben Weyts (N-VA).
Het aantal leerlingen in het buitengewoon onderwijs is de voorbije vijf jaar sterk gestegen. In West-Vlaanderen kwamen er bijna 1.700 leerlingen bij, wat het totaal op 10.583 leerlingen brengt. Dat blijkt uit cijfers van Vlaams parlementslid Steve Vandenberghe (Vooruit) uit Bredene.
“Ik voel me schuldig over het feit dat we hier zo weinig aandacht aan schenken in het parlement”
Vandenberghe, die als oud-leerkracht en -schooldirecteur een verleden heeft in het onderwijs, ging de voorbije maanden langs bij zeven van de 70 West-Vlaamse scholen die buitengewoon onderwijs aanbieden. Hij stelde daar vast dat de stijging van het aantal leerlingen voor veel extra druk zorgt.
De scholen kreunen volgens hem onder een gebrek aan middelen, ruimte en materiaal. “Als beleidsmaker moeten we meer aandacht geven aan deze scholen én leerlingen. Ik voel me schuldig dat hier in het parlement zo weinig aandacht aan wordt geschonken… Na de bezoeken wil ik met mijn partij een expertengroep samenstellen om een goede en onderbouwde toekomstvisie voor het buitengewoon onderwijs te bepalen.”
Geen middelen
Geen overbodige luxe, vindt ook directeur Heidi Verstraete van BuSO Onze Jeugd in Roeselare, waar jongeren met een autismespectrumstoornis of ernstige emotionele of gedragsproblemen les volgen. “Het grootste probleem is dat er vandaag slechts twee financieringsmethoden worden toegepast in het buitengewoon onderwijs”, zegt ze. “Er is een budget voorzien voor leerlingen met een fysieke handicap. Wat rest wordt verdeeld over alle andere leerlingen die in het BuSO terechtkomen.”
“Onze scholengroep springt financieel veel bij, maar dat volstaat niet. Daarom moeten we zelfs naar sponsors zoeken”
“Dat maakt dat leerlingen die door de ernst van hun beperking louter sociale redzaamheid kunnen aanleren, dezelfde financiële ondersteuning krijgen als leerlingen die in een nijverheidstechnische school als de onze een programma volgen dat nauw aanleunt bij de leerplannen van het gewoon onderwijs. Wij moeten kunnen beschikken over alle machines die volgens die leerplannen nodig zijn, maar krijgen daar de middelen niet toe.”
Het gebrek aan middelen manifesteert zich in Onze Jeugd dan ook vooral op vlak van didactische middelen en infrastructuur: de leslokalen verkeren in een erbarmelijke staat. “Wij maken gelukkig deel uit van scholengroep Sint-Michiel die sinds jaren bijspringt, maar die hulp volstaat niet. Wij gaan sinds enkele jaren dan ook op zoek naar sponsors, zoals serviceclubs. Maar dat blijven doekjes voor het bloeden.”
Weinig begrip
Annelore Delbecque, directeur van BuSO Element in Brugge, sluit zich aan bij haar collega. “Als kleine school die pas vijf jaar geleden werd opgericht, moeten we keuzes maken in de opleidingen die we aanbieden”, zegt ze. “Wij hebben gekozen voor restaurant/keuken, sport en bouw. Maar een keuken kost veel geld, net als een sporthal, en scholengroep Impact waartoe we behoren kan niet blijven bijpassen.”
“We krijgen hulp van de stad Brugge in de vorm van toegang tot sporthallen in de buurt. Maar hoewel onze leerlingen normaal begaafd zijn, hebben ze soms bepaalde gedragingen die tot situaties leiden waarvoor niet altijd evenveel begrip wordt opgebracht. Zo’n leerling wordt door de buitenwereld dan niet gezien als iemand met een gedragsprobleem maar als een onbeleefd ettertje, waardoor samenwerkingen op de helling kunnen komen te staan. Zo blijven we in de kou staan, terwijl een school als de onze net de meerwaarde biedt om die leerlingen te begeleiden en op te vangen.”
“Onze leerlingen zijn normaal begaafd, maar soms reageren zij anders dan gewoonlijk waardoor het personeel van gehuurde ruimtes ze ettertjes vinden”
Een ander probleem dat directeur Annelore aankaart, is het statuut van leerkrachten. “Wij kunnen helaas geen mensen aanstellen met een diploma orthopedagogie binnen paramedische beroepen. Die mensen moeten een extra diploma halen om vastbenoemd te worden en hebben nooit zekerheid over hun anciënniteit. Onze vijver wordt daardoor veel kleiner en we hebben echt veel mensen nodig. Een job in of overstap naar het onderwijs moet echt aantrekkelijker worden.”
Wél investeringen
Volgens het kabinet van minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) wordt er wel degelijk veel geïnvesteerd in het buitengewoon onderwijs. “Deze regeerperiode zijn er in Vlaanderen ongeveer 5.000 plaatsen bijgekomen. De procedures om de capaciteit van scholen te verhogen en om extra personeel aan te nemen zijn vereenvoudigd.”
“We investeren om plaatsen bij te creëren, maar scholen stuiten op hun grenzen”
“We hebben het systeem voor compleet nieuwe scholen in het buitengewoon onderwijs ook al versoepeld. We zien vooral dat scholen botsen op hun eigen limieten om verder te groeien. De vergunningsaanvragen voor nieuwbouw of renovaties volgen wel nog de traditionele procedure, die wat tijd in beslag kan nemen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier