Gevluchte kinderen uit uniek opvangcentrum krijgen spoedcursus in virtuele wereld: “Hun verblijf in onze scholen is erg kort”

De kinderen leren Nederlands in een virtuele werkelijkheid aan de hand van virtualrealitybrillen. © TP
Redactie KW

Nieuwe brillen in Alveringemse basisscholen brengen gevluchte kinderen uit een uniek opvangcentrum in een virtuele wereld voor een spoedcursus Nederlands, boodschappen doen en de weg vragen. “Kleine scholen in landelijke gebieden komen steeds vaker in de problemen”, waarschuwt Vlaams parlementslid Loes Vandromme.

In de plattelandsgemeente Alveringem opende vorig jaar een nieuw opvangcentrum in Clep, een voormalig woonzorgcentrum langs de gewestweg N8. Het gaat om het allereerste opvangcentrum dat uitsluitend hervestigde vluchtelingen opvangt, een unicum in de geschiedenis van het federaal agentschap voor de opvang van asielzoekers (Fedasil). Hervestiging biedt kwetsbare vluchtelingen een legale, veilige migratieroute en het centrum in Alveringem telt zo’n 115 structurele hervestigingsplaatsen. Kinderen uit het centrum hebben recht op onderwijs en komen sinds kort in lokale scholen terecht. Daar kunnen ze nu Nederlands leren in een virtuele werkelijkheid aan de hand van virtualrealitybrillen (VR-brillen).

Eerste woorden

“Met de steun van Lerian Communications konden we de brillen aankopen”, zegt Sofie Maes, directeur van vrije basisschool De Libel in het Alveringemse dorp Leisele. “De kinderen uit het opvangcentrum in Alveringem zitten zes tot acht weken in onze scholen en dan stromen ze door naar een lokaal opvanginitiatief in ons land. In de korte tijd op onze school proberen we hen de beginselen van de Nederlandse taal bij te brengen. Ze leren onder meer hun eerste woorden, wat een school inhoudt in België en de omgang met andere kinderen.”

Virtuele supermarkt

“De aantallen variëren per instroom van drie tot acht. Sommigen zijn slechts twee tot drie weken bij ons”, aldus Lynn Stekelorum, directeur van vrije basisscholen De Verrekijker in Alveringem en ’t Zwanenest in deelgemeente Stavele. “Het gaat om een pilootproject. Met behulp van de brillen trekken we de anderstalige kinderen binnen in een virtuele wereld waar ze onbekende begrippen waarnemen. De lesgevers kijken mee op een scherm om hen te evalueren.” “Bijvoorbeeld: ze wandelen door een virtuele supermarkt, benoemen stukken fruit en andere koopwaar en tellen het geld aan de kassa”, aldus Maes. “Zo leren ze niet alleen de taal, maar ook wat een warenhuis precies is. In de korte passage van deze kinderen op onze school is er geen tijd genoeg om hen eens mee te nemen naar een echt warenhuis. Met behulp van de VR-brillen leren we hen zoveel mogelijk.”

Pedagogisch interessant

Willem Hardeman, afkomstig uit Poperinge, is directeur van Lerian Communications. “We zijn een vzw die minderheden binnen en buiten Europa ondersteunt op vlak van communicatie en integratie. Sinds onze oprichting in 2014 proberen we onze integratieprojecten te bekostigen met de verkoop van taalopleidingen aan bedrijven en overheden. Deze originele VR-brillen zijn pedagogisch interessanter dan de traditionele manier van lesgeven. De kinderen spelen daarmee en leren zo niet alleen de taal maar ook boodschappen doen.”

Oproep aan minister

Initiatiefnemer voor het VR-project blijkt Loes Vandromme, Vlaams volksvertegenwoordiger met specialisatie in onderwijs en eerste schepen van Poperinge (CD&V). “Ik ging er enkele maanden geleden op werkbezoek. De anderstalige kleuters en kinderen krijgen er veel liefde, maar de uitdaging is groot voor deze kleine scholen op het platteland. De VR-brillen zijn zeer innovatief en laten hen leren op een leuke maar zeer efficiënte manier. Alleen dankzij de financiële steun van Lerian is dit project hier haalbaar. Erg hartverwarmend in een regio waar meer dan 100 jaar geleden ook oorlog woedde. Onderwijs is een universeel recht voor elk kind. Ook in andere scholen zijn de uitdagingen op gebied van anderstaligheid groot en niet alleen in de grote steden. Belangrijk daarbij is te weten dat er pas extra middelen worden gegeven bij een bepaald aantal leerlingen. Scholen in landelijke gebieden met doorgaans een kleiner leerlingenaantal, komen steeds vaker in de problemen, ook al beschikken ze over degelijk personeel. In de vorige legislatuur heb ik de minister van Onderwijs hier al vaker op gewezen en stelde voor om extra middelen toe te kennen op basis van relatieve cijfers. Ik blijf op deze nagel kloppen.” (TP)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier