Michel en Agnes ledigen 30 jaar kledingcontainers wereldmissiehulp: “Gooi afval in containerpark aub”

Agnes en ‘paster’ Michel in de garage van de pastorie in Hoogstade. “Wij benadrukken dat afval op het containerpark hoort en niet in de kledingcontainer!” (foto AB) © Anne Bovyn
Anne Bovyn
Anne Bovyn Medewerker KW

Exact 30 jaar ondertussen ledigen Michel Nuttens en Agnes Jooren uit Hoogstade vijf kledingcontainers van Wereldmissiehulp. Wat ze daarin naast reglementaire kledij en textiel vaak aantreffen, is ronduit beschamend. Michel en Agnes vragen meer respect voor de edelmoedigheid van vrijwilligers. “Afval hoort thuis op het containerpark en nergens anders.”

Het zal dit jaar exact dertig jaar zijn dat voormalig dorpspastoor Michel Nuttens (79) en Agnes Jooren (77) op regelmatige basis de rode kledingcontainers van Wereldmissiehulp aan de Sint-Pietersschool en Ernest D’arripelaan in de Panne en in Noordschote, Reninge en Lo ledigen. In Je tweede Kleerkast kan iedereen propere en nog bruikbare kledij en textiel deponeren. In Boechout sorteert een grote ploeg vrijwilligers alles wat binnenkomt: op bruikbaarheid en op winter- en zomerspullen. Jassen gaan in de bak van de jassen, bh’s in die van de bh’s. Volle zakken worden geperst en gaan in een container tot christelijke organisaties over de hele wereld er een beroep op doen. De garage van de pastorie op het marktplein van Hoogstade, waar Michel woont, is depot voor de zakken die, eenmaal ze vol zijn, door het triagecentrum van Boechout worden opgehaald. Michel en Agnes zijn onvermoeibaar in hun taak. Het is evident dat mensen hun spullen in een stevig dichtgebonden zak deponeren, maar dat is lang niet altijd het geval! Wat niet stevig verpakt is, steekt Agnes in grote plastiek zakken, schoenen bindt ze aan elkaar… Alles om het werk voor de vrijwilligers in Boechout te verlichten.

Dode kip

“Je moet het graag doen. En ik doe het graag”, vertelt Agnes. “Maar wij hebben al veel gezien en elke keer zien we meer. Vuile matten, lege cola blikjes, cement, frituurolie, een dode kip, afval van groenten en aardappelschillen, beddengoed waar de hondenstront nog aan hangt, kapotte potten en pannen… Het is soms werkelijk degoutant. Sommige mensen hebben alle basisrespect verloren.” “Ik vond ooit het adres van de sluikstorter tussen het afval”, vult Michel aan. “Ik ben daarmee naar de onthaaldienst van Stad Veurne geweest en die persoon heeft een gasboete gekregen. Ik doe dat niet standaard, maar het is nog gebeurd dat, als het te gortig is, ik enkele kledingstukken thuis in de wasmachine steek. En zo gebeurt het wel eens dat in de zomer al mijn wasdraden volhangen met spullen die op zich nog draagbaar zijn, maar eigenlijk eerst gewassen moeten worden.”

Burgerzin

Agnes en Michel vertellen dat ze vroeger de vuiligheid vaak ook nog naar het containerpark voerden. Dat doen ze nu niet meer. Wel vragen ze meer burgerzin. “Sluikstorten is een gemakkelijkheidsoplossing, maar wel strafbaar”, benadrukt Michel. “En het moeten reserveren om naar het containerpark te kunnen gaan, is er voor bepaalde mensen wellicht ook te veel aan. Onze ritten kosten Agnes wekelijks 40 euro aan benzine. Het gedrag van sommige mensen is onaanvaardbaar marginaal. Ik vraag dus dringend respect voor de edelmoedigheid van vrijwilligers.” “Ik doe het graag. Het is een hobby”, zegt Agnes tot slot. “De paster gaat mee als gezelschap en om de zwaarste zakken te torsen. Maar ontmoedig ons niet. Na ons zul je niemand meer vinden om dit werk te doen.”