KW exclusief bij theatermonoloog over Roger Vangheluwe: “Schrikken!”

Kwinten Van Heden kruipt eerst in de rol van de misbruikte neef van Roger Vangheluwe, dan vertolkt hij kardinaal Godfried Danneels, en ten slotte kruipt hij in de huid van de gevallen bisschop. © Christophe Ketels
Jan Gheysen
Jan Gheysen Opiniërend hoofdredacteur

“Zeg het maar! Wat wilt ge horen? Zeg het!” We zitten in de kelder van een oud herenhuis. Er valt geen licht binnen door het smalle venster. Geen geluid ook van buiten. Alsof we ondergronds zitten. Voor ons: bisschop Roger Vangheluwe, in een afzichtelijk gekleurde trui. Hij kijkt ons vijandig in de ogen. We wachten. Op zijn uitleg. Over wat hij zijn neef heeft aangedaan. Het is het derde luik in CruX, een voorstelling van Kwinten Van Heden over de Operatie Kelk. De Leuvense acteur trekt er in het najaar mee op tournee door Vlaanderen. Wij mochten al eens kijken… en schrikken.

Voor de try-out van de theatermonoloog start, zitten we in het oude Leuvense herenhuis nog even in de wachtkamer. En zoals vaker gebeurt in wachtkamers blijft het er opvallend stil. We zijn met zijn tienen, ongeveer. Drie koppels, enkele mannen alleen. We kennen elkaar niet. We kijken naar het rijkelijk gevulde boekenrek. En naar de wapens – oude jachtwapens zo te zien – die aan de schouwmantel hangen.

Er wordt nauwelijks iets gezegd. Een gewapende stilte, zou je kunnen zeggen. Tot iemand boudweg de ongemakkelijke stilte doorbreekt en vlakaf beweert dat de Kerk op vandaag toch vooral een club voor homo’s is. Het is natuurlijk nooit bevestigd, maar het klopt toch ergens wel, probeert de man gelijk te halen. Er volgt geen algemene bijval. Er is veel gebeurd, zegt iemand anders. Maar niet alleen in de Kerk. Zoveel is duidelijk: over de Kerk zijn we hier nog niet uitgepraat.

De voorstelling begint. Iemand begeleidt ons naar een zijkamer waar een man op ons zit te wachten. We mogen plaatsnemen recht tegenover hem. Hij zit wat ineengedoken aan tafel. Voor zich heeft hij een glas water. Voor de rest is de tafel leeg. De man kijkt niet op als we binnenkomen. Zijn handen trillen wat. Hij is zenuwachtig.

Danneels-tapes

Acteur Kwinten Van Heden presenteert er zijn monoloog CruX. De voorstelling schreef hij zelf. Het is zijn bachelorproef waarmee hij vorig jaar afstudeerde aan Luca Drama. Het waren de Danneels-tapes die hem tot het schrijven van deze monoloog aanzette, vertelt hij na de voorstelling. De Danneels-tapes zijn de opnames van het gesprek dat het slachtoffer én neef van de voormalige bisschop van Brugge voerde met de bisschop en met kardinaal Danneels. Volgend jaar in april zal dat tien jaar geleden zijn. Het gesprek van het slachtoffer met bisschop en kardinaal leidde ertoe dat de bisschop ontslag moest nemen. De bekentenis van de bisschop veroorzaakte een schokgolf in de Kerk en niet het minst in West-Vlaanderen. Roger Vangheluwe dook finaal onder ‘in het verborgene’ nadat hij in een tv-interview het misbruik van een tweede neef toegeeft, maar niet nalaat om die relatie te minimaliseren. “Het was maar een relatietje”, zei de gevallen bisschop toen.

Kwinten Van Heden hier als kardinaal Godfried Danneels.
Kwinten Van Heden hier als kardinaal Godfried Danneels.© Christophe Ketels

“De reden waarom ik het stuk heb geschreven,” zegt acteur Kwinten Van Heden, “is dat de slachtoffers van zulke zaken nooit gehoord worden. Toen ik voor het eerst die uitgeschreven Danneels-tapes las, liet de zaak mij niet meer los. Ik heb een jaar lang alles over die zaak-Vangheluwe gelezen. Alle interviews, alle artikels die verschenen over Operatie Kelk van het gerecht, het boek van het slachtoffer in deze zaak…”

Het schrijven van de monoloog kostte Kwinten Van Heden veel tijd. “Het was moeilijk om de hele affaire in zo’n tekst om te zetten,” zegt hij. “Ik zeg dan ook liever dat ik de tekst heb gecomponeerd in plaats van geschreven…”

Eén affaire, drie personages, drie verschillende monologen: die van het slachtoffer, die van de kardinaal en finaal die van de bisschop.

Onder de indruk

Iedereen daar in het herenhuis in Leuven is onder de indruk van de voorstelling. Het duurt een tijdje voor het gesprek met de acteur op gang komt. “Ik had Vangheluwe eerst gebracht”, zegt iemand uiteindelijk. “Dan was het nog pakkender geweest, denk ik.” De anderen zijn het daar niet mee eens. Over de volgorde is lang nagedacht, beaamt de acteur. Wie krijgt het laatste woord?

KW exclusief bij theatermonoloog over Roger Vangheluwe:
© Christophe Ketels / COMPAGNIE GAGARINE

“Nee, het gaat niet. Ik kan dit niet. Ik dacht nog: in het naar hier rijden, ik draai terug, ik ga niet. De mensen, ze weten toch al alles, hebben toch al hun oordeel, er is veel gezegd, ja, geschreven, gesuggereerd en dan denkt iedereen: aaja, maar dat is niet, dat is niet, ge kunt het niet weten…”

Aanvankelijk is er alleen verachting voor de figuur Roger Vangheluwe, maar gaandeweg betrap je jezelf erop dat hij erin slaagt om dat gevoel te milderen

Zo begint het eerste luik, dat van het slachtoffer. De acteur kijkt ons eerst niet aan. Zijn blik zit vast op het glas water op tafel. Het voelt ongemakkelijk om naar hem te kijken, om naar hem te luisteren. En het wordt helemaal gênant als hij straks details vertelt over de omstandigheden waarin de ontmoetingen met zijn ‘nonkel’ liepen. De acteur slaagt erin om ons een impressie te geven van wat het is om slachtoffer te zijn, hoe ingrijpend en vernietigend de impact ervan kan zijn op een leven.

“Jaren later ben ik naar hem toegegaan. Ik zou hem kapotmaken, maar hij, hij bleef kalm zoals alleen hij dat kan en zei: wilt ge er met de kardinaal over spreken? De kardinaal, die kent ge toch van de televisie? Zal ik hem bellen voor u? Ja, dat was zijn antwoord…”

Doofpot

We verhuizen naar een andere kamer in het herenhuis. Een soort salon. Chique. Aan tafel zit nu een priester. Aan een zware ketting om de hals hangt het kruis. Het is de kardinaal. Ook nu weer kijkt de acteur weg van ons. Zijn blik is hemelwaarts gericht. De kardinaal heeft niet veel zin in een gesprek. De toon is afstandelijk.

“Ik denk, ik heb alles gezegd wat ik moet zeggen. Ik vind, het wordt tijd, we moeten een keer ophouden om het daar altijd over te hebben, over pedofilie in de Kerk…” De kardinaal is moe, hij is het moe, zoveel is duidelijk. Het gesprek heeft geen zin, vindt hij.

Het is het kortste gedeelte van de drie in deze monoloog. We zien en horen een vorm van onaantastbaarheid. En vreemd om ervaren, het is wederzijds. Wat de kardinaal zegt, raakt ons niet. Het klinkt vertrouwd, die houding kennen we.

“Er zijn dingen in het leven waar men zoveel pijn van heeft, dat de enige taal om erover te spreken de stilte is”, zegt de kardinaal in de voorstelling. De doofpot dus. We zwijgen erover. Net als bij het slachtoffer slaagt acteur Kwinten Van Heden erin om ook hier weer de gepaste toon te vinden, een woordenregister dat samenvalt met het personage. Sterk, vinden ook de andere toeschouwers achteraf.

Angstaanjagend

Acteur Kwinten Van Heden als de misbruikte neef van Roger Vangheluwe.
Acteur Kwinten Van Heden als de misbruikte neef van Roger Vangheluwe.© Christophe Ketels

Voor het finale, derde deel moeten we naar de kelder van het huis. Helemaal bovenaan de kelder is er nog een streepje venster. Maar we horen niets van buiten, het is er beklemmend stil. Onder het venster zit een man in een haveloze trui op ons te wachten. Hij kijkt ons deze keer direct aan. Met boze blik waaruit verachting spreekt. De sfeer is al direct geladen. De man neemt zijn tijd. Hij kijkt ons een voor een aan, recht in de ogen. Bijna angstaanjagend. Zelfs al weten we dat het om een voorstelling gaat, we ontsnappen niet aan wat komt. Er is geen weg terug, dàt gevoel hebben we.

En dan barst hij los. Ineens.

“Ja, zeg het maar. Wat wilt ge horen? Ja? Ja, maar zeg het nu maar, nu hebt ge de kans. Ok? Zal ik dan?”

Niemand van ons tienen reageert. Niemand geeft antwoord. Soms reageren mensen wel, ondervond de acteur bij eerdere try-outs. Niet ingehouden, maar voluit, zegt hij. Het kan alle kanten uit. Eenvoudig lijkt het niet en dat was het ook niet, zal hij achteraf toegeven, om in het hoofd van de gevallen bisschop te kijken. In zijn monolooggedeelte vertelt de bisschop over zijn roeping, over de eenzaamheid van het celibaat, over de verleidingen en uiteindelijk ook over het misbruik. Hij bedelt niet om begrip, maar hij verzet zich tezelfdertijd tegen het onbegrip…

Hij laat je in elk geval niet ongemoeid, dat bisschopspersonage. Aanvankelijk is er alleen verachting voor de figuur die een en al zieligheid lijkt, maar gaandeweg betrap je jezelf erop dat hij erin slaagt om die verachting te milderen. Om van te schrikken… Tot je weer het beeld voor je krijgt van het slachtoffer.

Misbruik

Daarom is die volgorde waarin de personages van CruX verschijnen zo belangrijk, zal iemand achteraf zeggen. Precies omdat je gezien en gehoord hebt welke puinhoop hij achterliet, blijft er weinig of niets van dat greintje begrip over.

CruX slaagt er met een minimum aan middelen, met een perfect gedoseerde tekst en met een sobere belichaming van de personages erin om de gevolgen van misbruik voelbaar op scène te brengen. In het najaar gaat de voorstelling op tournee in Vlaanderen. In West-Vlaanderen was voorlopig alleen Brugge geïnteresseerd in de voorstelling, niet voor dit najaar, wel voor het volgende seizoen. Maar er zouden meer culturele centra interesse mogen tonen voor deze indrukwekkende monoloog.