Kuststeden wapenen zich tegen opwarming aarde

Redactie KW

West-Vlaanderen is meer Europees dan je zou denken. In deze reeks tonen toekomstige journalisten waar je hier Europa kan vinden.

De Europese Green Deal bepaalt dat alle lidstaten van de EU tegen 2050 klimaatneutraal moeten zijn. Een middel om dat te bereiken is opwarming van de aarde tegengaan door minder beton en grijze infrastructuur te bouwen. Blankenberge, Middelkerke en Oostende stapten in een Europees project om de kustdefensie duurzaam aan te pakken met op de natuur gebaseerde oplossingen in plaats van enkel betonnen dijken en strekdammen.

Door de opwarming van de aarde stijgt de zeespiegel. De stedelijke gebieden langs de Belgische kustlijn zijn bijzonder kwetsbaar voor het opkomende water. Vroeger werd dat gevaar afgewend met betonnen constructies als dijken, staketsels en golfbrekers. Nu wil het SARCC-project (Sustainable and Resilient Coastal Cities) het gevaar vanuit de Noordzee aanpakken met op de natuur gebaseerde oplossingen (Nature-Based Solutions of NBS).

In de komende tachtig jaar zou de zeespiegel ongeveer anderhalve meter stijgen. Overstromingsgevaar hangt als het zwaard van Damocles boven de kustbewoner. Als reactie stapten Blankenberge, Middelkerke en Oostende in het SARCC-project van de Europese Unie. De filosofie achter dit project houdt in dat de ‘grijze infrastructuur’ van beton die nu als kustbescherming dienst doet, best wordt aangevuld met op de natuur gebaseerde oplossingen. Zo’n oplossingen zijn duurzaam, goedkoper en brengen iets bij aan de omgeving. Staketsels en dijken zijn er niet enkel om over te wandelen, maar ook om het zand op zijn plaats te houden. De stranden zijn namelijk de enige buffer tussen de Noordzee en woongebieden, waar vaak duizenden mensen wonen. De betonnen constructies kosten enorm veel geld, zeker als ze om de paar jaar moeten gerenoveerd worden om erosie door de zee tegen te gaan.

Momenteel kost de kustdefensie over heel Europa elk jaar 1,25 miljard euro. Volgens de Europese Commissie zou dat bedrag, door de dreiging van de stijgende waterspiegel, binnen tachtig jaar stijgen naar 960 miljard euro. Voor de kosten de pan uit swingen, moeten onze kuststeden dus op zoek naar alternatieven. Met het SARCC-project wil de Europese Unie experimenteren met op natuur gebaseerde oplossingen of NBS.

Er zijn verschillende manieren om NBS te gebruiken om de kust te verdedigen. De duinen vormen een natuurlijke buffer tussen de zee en het woongebied. Die worden uitgebreid door daar helmgrassen en ander groen te planten om het zand aan de zeekant te fixeren zodat het strand verhoogt. De steden geven ook stukken verharde weg terug aan de natuur, zodat zich daar ook duinen kunnen ontwikkelen.

Europees project

Het SARCC-partnerschap is een verzameling van overheden, semi-overheden en kennisinstellingen met een ligging aan of een nauwe verbondenheid met de zee. De achterliggende idee is om duurzame oplossingen te vinden voor actuele problemen. De zeespiegel stijgt en uit onderzoek blijkt dat onze kuststeden op zoek moeten naar alternatieven om de woongebieden te vrijwaren van overstromingsgevaar. Omdat het financieel niet haalbaar is om op het traditionele elan verder te gaan, is het interessant voor de partners om de handen in elkaar te slaan en expertise uit te wisselen.

Naast de Belgische kuststeden zitten ook Britse, Franse en Nederlandse kuststeden in het project. SARCC is een Europees Interreg 2 Zeeën-project. Dat betekent dat verschillende regio’s die rond de Noordzee liggen samenwerken over de landsgrenzen heen. De Europese Unie subsidieert meer dan zes miljoen euro en de verschillende regio’s betalen samen net geen vier miljoen euro.

Maxime Huysentruyt is de Vlaamse facilitator van de Interreg 2 Zeeën-onderneming. Hij begeleidt de partners in de ontwikkeling en de uitvoering van het SARCC-project. Hij legt het doel van SARCC uit: “Met SARCC willen we NBS ingeburgerd krijgen bij de beleidsmakers, de steden en gemeenten. Het is een expliciete voorwaarde om in het programma te stappen dat het een structureel project is. Ook na maart 2023 moeten de deelnemers aan het project resultaten blijven opbouwen en informatie blijven vergaren.” Ook na het aflopen van het project moeten de deelnemende kuststeden dus op de natuur gebaseerde oplossingen blijven hanteren. Ook de grensoverschrijdende kruisbestuiving tussen de lokale overheden en kennisinstellingen als de West-Vlaamse hogeschool Vives, Hogeschool Zeeland en de Technische Universiteit van Delft moet na de afloopdatum van het project door blijven gaan.

Europees parlementslid Tom Vandenkendelaere van CD&V deelt die visie: “Dergelijke projecten zijn prioritair. De kustdefensie is zeker in de toekomst iets waar de verschillende overheden, van de Europese Unie tot de lokale overheden, zich over moeten buigen. Nu is het de kwestie om onderzoek te doen en kennis te verzamelen. Ik pleit voor een beredeneerde aanpak, ook op lange termijn. We mogen geen overhaaste beslissingen nemen en moeten ervoor zorgen dat we bestand zijn tegen wat er aankomt.”

Pilots

In het project zitten zeven lokale overheden, waarvan drie Belgische. Naast Blankenberge, Middelkerke en Oostende nemen ook Vlissingen (Nederland), Grevelingen (Frankrijk) Cornwall en Southend-On-Sea (Verenigd Koninkrijk).

Blankenberge is een van de deelnemende partners. Patrick De Klerck is voormalig burgemeester en als Blankenbergse schepen van Ruimtelijke Ordening is hij verantwoordelijk voor de werken in zijn stad. Hij ziet het als een evidentie dat Blankenberge op dit project is gesprongen: “Als we niks ondernemen, dan staat het grootste deel van West-Vlaanderen tegen het einde van de eeuw onder water. Het is deels onze verantwoordelijkheid dat we ons wapenen tegen dat overstromingsgevaar. Daarom sprongen we meteen op de kans om aan het SARCC-project deel te nemen. In Blankenberge wordt het duinencomplex tussen de dijk en Zeebrugge uitgebreid aan weerszijden. Landinwaarts wordt een stuk van de Kustlaan uitgebroken. Dat is ook in Oostende het geval is, ter hoogte van Raversijde.”

Een van de semi-overheden in het project is Natuurpunt. Dirk Content is conservator bij Natuurpunt. Hij is tevreden met de beslissing van de lokale overheden om voor Nature-Based Solutions te gaan: “Duinontwikkeling is eigenlijk een evidente keuze. Binnen de vijf à tien jaar kan een duin zich volledig ontwikkelen. Je plant wat helmgrassen of ander groen in het zand, en dan kan dat deel van het strand zich vastzetten in de grond. Het is gratis en draagt bij aan de omgeving. Met de nieuwe duinen maakt een kuststad als Blankenberge haar kustlijn veel aantrekkelijker. Het is aangenamer om naar te kijken en om door te wandelen.” Content maakt ook enkele kanttekeningen bij de aanleg van de nieuwe duinen: “De stadsbesturen mogen hun eigen werk nu niet tenietdoen door in het voorjaar het strand te effenen met bulldozers. Dat doen ze elk jaar om het strand toegankelijker te maken voor toeristen. Op die manier werk je echter contraproductief voor de duinontwikkeling. Het is een simpele afweging die de lokale overheden moeten maken, al weet ik niet of zij die ook zo simpel vinden.”

Momenteel zit het project in de laatste fase van de oplevering. De werken worden dus afgerond om dan de resultaten die geboekt werden te analyseren. Het werk van de steden zit er op, de helmgrassen zijn geplant. Nu is het aan de kennisinstellingen zoals de hogescholen en de universiteit om een analyse te maken van de op de natuur gebaseerde oplossingen en hoe ze ons in de toekomst zouden kunnen helpen.

De Europeaan in Hermes Maes

“Ik ben Hermes Maes uit Blankenberge en studeer Sportjournalistiek aan Howest. Mijn voornaamste interesses zijn voetbal en verschillende G-sporten. Het is mijn droom om sportanker te zijn en zo Vlaanderen op de hoogte te brengen van het laatste sportnieuws. Volgens mij is het voor de Europese lidstaten logisch om door samenwerking de uitdagingen van de toekomst aan te gaan. De Europese Unie is in theorie een pracht van een mechanisme, maar in de praktijk blijkt het voor EU moeilijk om een vuist te maken. Daarom hoop ik dat in de nabije toekomst Europa erin slaagt om een sterk blok te worden.”

Deze reeks kwam tot stand in samenwerking met Howest en Europe Direct West-Vlaanderen.