‘k En Brugge In M’n Herte: hoe B-kantje dat niemand wilde verdelen toch zo populair werd
Wat hebben Mia van Gorky, We Will Rock You van Queen, God Only Knows van de Beach Boys, Marina van Rocco Granata en ‘k En Brugge In M’n Herte van Benny Scott gemeen? Antwoord: het zijn allemaal hits die begonnen als een B-kantje. Ja, ook ons stadsnummer was in feite maar tweede keus. De reconstructie hoe een nummer dat zelf niemand wilde uitbrengen toch zo populair werd. “Ik moest zelf het plaatje gaan slijten bij de muziekwinkels in West-Vlaanderen”, blikt Benny Scott (81) terug.
Wil jij ook ‘k En Brugge In M’n Herte als ons volkslied? Teken hier onze petitie
Zot van Elvis Presley – “Ik kan nooit meer alles lezen, beluisteren en bekijken wat ik verzameld heb” – treedt Benny Scott vanaf de jaren zestig op met een dansorkestje, die vooral covers van The King brengen. Om rond te komen, combineert hij dat met het verzorgen van de administratie van Jimmy Frey, zijn neef. “Toen het werk iets verminderde, adviseerde De Frey me om een halftijdse baan erbij te zoeken”, vertelt Urbain Schotte, de echte naam van Benny Scott. “Omdat ik al wat in de wereld zat, kon ik aan de slag als vertegenwoordiger bij het label Monopole. Op een dag trok ik mijn stoute schoenen aan en vroeg ik aan de baas of ik, als hobbymuzikant, ook eens een plaatje mocht opnemen. Tja, ik zat aan de bron, hé. We sloten een deal: het mocht als ik bij een tegenvallende verkoop de perskosten betaalde. Ik nam twee Elvis-covers op, begeleid door de band van Jack Jersey
In de studio zien ze geregeld Jo De Clercq, beter bekend als ‘Jo met de banjo’, passeren. Hij komt er de demo’s voor zijn radioprogramma’s opnemen. “Toon eens je single, porde de baas me aan. Met een lang gat ging ik naar Jo, die samen het plaatje met me beluisterde. Klinkt wel tof , zei hij, maar hij was vooral in de wolken door mijn keuze van het B-kantje I’m Coming Home . Dat was geschreven door Charlie Rich, iemand waar hij zot van was. En zo gaat het soms in het leven: in een van de volgende weken mocht ik met dat B-kantje optreden in zijn tv-programma Flash-Tien. De radio’s pikten het op, de verkoop was gestart en ‘t kwam potverdorie zelfs binnen in de BRT Top 30.”
In een klein keldertje
Met een Prisma-woordenboekje – dat hij had gekocht van het weinige drinkgeld als kind – in de aanslag begint hij eigen Engelstalige nummers te schrijven. “Maar in mijn hoofd spookte het al een tijdje om eens een ode aan mijn stad te brengen. Maar in het Engels: dat zag ik niet zitten, dat klopte voor mij niet. In het Algemeen Beschaafd Nederlands: met Will Tura, Paul Severs, Jimmy Frey en anderen hadden we al genoeg goeie zangers. Waarom dan niet in mijn moedertaal: het Brugs. We woonden toen in het appartementsgebouw La Paloma langs de Maria Van Bourgondiëlaan. Elk appartement had een klein keldertje, van twee bij vier meter. Met één lichtpeertje en tussen de tangen en schroevendraaiers schreef ik het nummer, krabbend en schartend op mijn gitaar om mijn buren niet te storen.”
Maar bij zijn label – Benny Scott is intussen bij Assekrem beland – is de interesse voor ‘k En Brugge In M’n Herte lauw. “Mijn label wilde het nummer in de eerste plaats zelfs niet uitbrengen. Liedjes in het Brugs, wie zou daarin geïnteresseerd zijn? Pas toen ik schermde met interesse van de legendarische Brugse componist Roger Danneels en aankondigde dat ik zou vertrekken, gingen ze toch overstag. Maar Assekram wilde dan wel het meer humoristischer ‘De Brugsche Reitjes’ als A-track. Dat was dik tegen mijn zijn, maar ik had nog niets te zeggen. De plaat werd geperst, de hoes ontwikkeld, maar de verdeler wilde het dan op de koop toe ook niet rondbrengen… Brugs in Brussel: dat wil niemand, klonk het. Zelf ben ik het plaatje gaan slijten bij de muziekwinkels in West-Vlaanderen.”
VBRO
En plots komt er opnieuw steun uit onverwachte hoek. “Hoewel het nummer in het Brugs was, werd het toch goed ontvangen door de toenmalige BRT. Ro Burms speelde het geregeld in zijn programma’s, net zoals Jos Gheysen op Radio Limburg. En het grote geluk: in die tijd kwamen ook de vrije radio’s op. Rond de periode van de single startte ook de VBRO. Dat was voor mij de game changer . We zijn samen opgegroeid.”
Met een tevreden gevoel kan Benny Scott terugblikken op zijn eenmalig uitstapje naar ‘t Brugs. Daarna kiest hij terug voor het Engels. Zijn volgende single, A Million Miles, gaat liefst 12.000 keer over de toonbank. “Maar stilaan voelden we dat de interesse voor Nederlandstalige artiesten die in het Engels zongen, afnam. De buitenlandse producties werden gewoon te goed. Ik besloot een carnavalsliedje te maken, Clementientje , en verdorie: dat hebben ze werkelijk plát gedraaid. Sommigen wilden afhaken omdat het niet ‘cultureel hoogstaand genoeg’ was, maar ze konden niet om me heen omdat de interesse zo hoog was. Het succes spoorde ons aan om een volledig Brugse plaat te maken, die ze door het succes plots wél wilden uitbrengen en verdelen… De elpee heette Met Heel M’n Herte , waarop ook ‘k En Brugge In M’n Herte stond. Binnen enkele weken had ik een gouden plaat. Eerlijk: het best verkochte singletje was In Da Heel Klein Cafeetje. Met een pint aan den dis / Heb ik mijn herte verloren / Aan die blonde Agnes. Daarmee mocht ik zelfs tot diep in Oost-Vlaanderen optreden, ook in een café waar de bazin Agnes heette.” (lacht)
De optredens – allemaal bijgehouden in een rood boekje, inclusief zijn gage – stapelen zich op, Benny Scott wordt definitief aanzien als de opvolger van de iconische Willy Lustenhouwer. “In 302 Vlaamse steden heb ik opgetreden. Daarbij kwamen ook de vele artiestenparades van de vrije radio’s, de radioshows Golfbreker van Martin De Jonghe, Feestdag van Ro Burms, Hadiemicha van Micha Marah, Onvergetelijk van Eddy Wally… Ook jeugdbewegingen waren zot van de sfeernummers en boekten me vaak als artiest. Weet je, ik zit nu aan de vierde generatie die mijn liedjes leert kennen. Recent werd ik gevraagd of ik een ziek meisje een plezier wilde doen met een gesigneerd cd’tje. Ik ben het zelf gaan afgeven en warempel: ze kende al mijn nummers uit haar hoofd! Ongelofelijk!”
“Frank Vandenbroucke, die mijn nummers zong tijdens zijn trainingen, wilde me per se op zijn verjaardagsfeestje”
Een van de opvallendste optredens moet Benny Scott spelen in Heuvelland. “De hoezen van mijn Brugse singles werden getekend door cartoonist Nesten. Op een dag belde hij me op dat hij een optreden voor me had: het verjaardagsfeestje van wielrenner Frank Vandenbroucke in Bistro De Zon. Frank, die blijkbaar mijn nummers kende en zelfs zong tijdens zijn trainingen, wilde me koste wat het kost. Ik vreesde dat ik voor een zaal vol coureurs zou afgaan als een gieter, maar ook zij zongen mee! Maar wie ontbrak op het verjaardagsfeestje? Frank zelf! Hij was onverwachts vertrokken naar Frankrijk. ‘s Avonds belde hij om te vragen hoe zijn feestje was.” (lacht)
Het nummer heeft zich intussen diep in het collectieve geheugen genesteld. Als Club Brugge met bussen vol supporters naar buitenlandse wedstrijden trekt, wordt het nummer met volle borst meegezongen. Voor de kampioenenviering van Cercle Brugge maakt Benny Scott – die eerder al twee kampioenenliedjes van blauw-zwart uitbracht – een nieuwe versie: ‘k En Cercle In M’n Herte . En dan hebben we het nog niet over Vlaanderen Zingt, tijdens de Brugge Tripel Dagen op de Markt in Brugge. “De tekst van alle meezingers staan in een krantje voor de mensen. Ik treed telkens op in de pauze. De tekst staat niet in het krantje, maar toch zingen de 10.000 mensen op de Markt volledig mee. Kippenvel!”
Faalangst
Optreden doet de intussen 81-jarige Benny Scott niet meer. Na drie afscheidstournees en evenveel comebacks zou het ditmaal écht zijn. Normaal toch. “Faalangst. Ik ken nog al mijn teksten uit mijn hoofd, maar bij het bestijgen van het podium slaat de angst me om het hart. Iets waar nog artiesten last van hebben. Ik wil geen karikatuur van mezelf worden.”
“Ik ben tevreden over mijn carrière, die twee absolute hoogtepunten kende: ik kon ooit optreden met Charlie Hodge, de vaste tweede stem en beste vriend van Elvis Presley. Dichter bij Elvis ben ik nooit kunnen komen. Maar het allerhoogste voor mij is ‘k En Brugge In M’n Herte . Daar gaat niets boven. Niets. Nooit. In mijn testament staat zelfs dat ik begraven wil worden in de Sint-Annakerk, dus op de locatie waar ik werd geboren. En als ze mijn kist buitendragen, moeten ze ‘k En Brugge In M’n Herte spelen . (emotioneel) En me in Brugse grond laten rusten, zoals ik in het nummer zeg. En dan kan ik rusten met de gedachte dat ik toch iets nagelaten heb.”
Bio
Privé
Geboren op 7 maart 1940 in het moederhuis van Sint-Anna in Brugge als Urbain Schotte. Groeide op in de Langestraat, waar zijn ouders een restaurant hadden. Werd Franstalig opgevoed door een au pair, omdat zijn zieke moeder niet alle zorgen op zich kon nemen. Woont nu in Varsenare met zijn tweede vrouw Nina Dauchy, met wie hij 50 jaar getrouwd is. Heeft twee kinderen uit zijn eerste huwelijk. Is de rechtstreekse neef van Jimmy Frey.
Opleiding
Liep school in het SFX-instituut, het Atheneum en de Rijkstechnische School, waar hij het diploma elektronica-technicus A2 behaalde.
Loopbaan
Startte als onthaal- en verkeersbeambte bij Sabena op Zaventem, deed zijn legerdienst bij de marine, was opsteller bij de belastingen, vertegenwoordiger in lederwaren, verkoper van juwelen, manager van zijn neef Jimmy Frey… Was beroepsmuzikant van 1978 tot 2006. Begon als Engelse zanger van een orkest, maar schakelde begin jaren 80 over op het Brugs. Zijn ‘k En Brugge In M’n Herte is hét Brugse volkslied. Gaf meer dan 2.500 optredens in ruim 300 verschillende zalen over heel Vlaanderen.
Hobby’s
Verzamelaar van muziek uit de jaren vijftig, Elvis Presley en miniatuurtreinen. Geïnteresseerd in archeologie en – als kind van de oorlog – alles van de Tweede Wereldoorlog.
'k En Brugge in m'n Herte
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier